20

8 UITKOMSTEN Dit hoofdstuk geeft de resultaten van de Prognosetafel AG2016. De resultaten worden vergeleken met die van de Prognosetafel AG2014. Aan de hand van een aantal voorbeeldfondsen is het effect op de hoogte van de voorzieningen doorgerekend. Met deze voorbeeldfondsen is het mogelijk een inschatting te maken van het effect voor andere pensioenfondsen. Daarnaast wordt de AG2016-prognose afgezet tegen de historische ontwikkelingen en in perspectief geplaatst ten opzichte van de laatste prognose van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS 2015-2060)2. 8.1 Waarnemingen ten opzichte van AG2014 Onderstaand overzicht geeft inzicht in de AG2014-prognose van de levensverwachting voor 2014 en 2015 en laat zien hoe deze levensverwachtingen zich verhouden tot de gerealiseerde levensverwachtingen voor die jaren. Daarnaast geeft de tabel inzicht in de prognose van de levensverwachtingen voor 2015 en 2016. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de periodelevensverwachting, aangezien daarmee vergelijkingen kunnen worden gemaakt voor de levensverwachting in een specifiek waarnemingsjaar. Mannen 2013 2014 2015 2016 Realisatie 79,4 79,9 79,7 AG2014 79,5 79,7 79,9 AG2016 79,8 80,0 2013 2014 2015 2016 Tabel 1 Periodelevensverwachting bij geboorte Mannen 2013 2014 2015 2016 Realisatie 18,0 18,5 18,2 AG2014 18,0 18,2 18,3 AG2016 18,2 18,4 2013 2014 2015 2016 Tabel 2 Periodelevensverwachting op leeftijd 65 2 – Kernprognose 2015–2060: Hoge bevolkingsgroei op korte termijn, CBS december 2015. Prognosetafel AG2016 De nieuwe waarnemingen sinds de AG2014-prognose laten een sterke daling van de sterftekansen zien in 2014, waardoor de periodelevensverwachting toeneemt. In 2015 zien we juist een toename van de sterftekansen, waardoor de levensverwachting weer afneemt. Uitkomsten 19 Vrouwen Realisatie 21,0 21,2 20,9 AG2014 21,0 21,1 21,2 AG2016 21,0 21,1 Vrouwen Realisatie 83,0 83,3 83,1 AG2014 83,1 83,2 83,4 AG2016 83,1 83,3

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication