14

Controle van ijsvogelwanden Hoofdstuk 6 Wie een ijsvogelwand maakt, wil ook weten of de ijsvogels daar daadwerkelijk broeden. Succesvolle wanden stimuleren om te blijven monitoren en nieuwe wanden te maken. Ook terreineigenaren horen deze informatie graag. Een wand kunt u op afstand observeren. IJsvogels die jongen voeren vliegen regelmatig naar en van het nest, tot wel honderd keer per dag. Observeert u niet of zijn er op afstand geen directe aanwijzingen voor broeden, controleer een wand per broedseizoen dan minimaal twee keer. Doe dat direct vóór de wand. Per inspectie neemt dat enkele minuten in beslag en leidt niet tot verstoring. Voer de eerste controle uit vanaf begin mei, de tweede half juli. Bij vermoeden van een derde broedsel kunt u eind augustus/begin september nog eens controleren. Werkwijze • Trek laarzen en werkhandschoenen aan. Ga voor de wand staan. Onderzoek de wand zorgvuldig op nestgangen. (Afb. 10). Een verse ijsvogelnestgang in zandgrond. • Een in gebruik zijnde nestgang is te herkennen aan: - Een in/uit de nestgang vliegende ijsvogel. - Geen spinnenwebben in de nestgang. - Graafsporen: nestgang ziet er vers uit, soms zand onder nestgang (Afb. 10). - Begin van de nestgang is sterk, schuin, uitgesleten door in- en uitgaan van de vogels. De nestingang krijgt daardoor een ovale, verticale vorm. - De nestgang loopt meestal iets schuin omhoog of horizontaal; niet naar beneden. - In de nestgang, aan de nestwand of eronder zijn poepsporen zichtbaar. - In, onder of nabij de nestgang liggen resten van eischalen. - In de nestgang zijn resten te zien van uiteengevallen braakballen: visschubben en minuscule stukjes graat. - Uit de nestgang komt een ammoniakgeur van de braakbalresten en uitwerpselen van de jongen. Ruik met de neus bij de nestingang! - Kijk met een zaklantaarn in de nestgang. Doe daarbij de lamp op 30 cm voor het nestgat al aan, kom dichterbij en kijk gelijktijdig de nestgang in. Soms zijn er jongen of is een adulte vogel te zien; soms zijn nu poepsporen in de nestgang zichtbaar (bewijs dat er jongen in de nestkamer zijn). Doe de lamp uit en vertrek rustig (Afb. 11). - De diepte van een nestgang meten? Doe dat dan ruim na het broedseizoen, bijvoorbeeld eind september. • Noteer alle bevindingen. Maak bij het bezoek aan de wand een tekening en/of foto waarop de aanwezige nestgangen te zien zijn. Dat kan naderhand meer zekerheid geven over het verloop van een broedgeval. (Afb. 11). Controle van de nestgang m.b.v. een zaklantaarn. • Zorg ervoor dat de informatie over het broeden in de nestwand ook altijd terecht komt bij de terreineigenaar, lokale vogelwerkgroep en SOVON (zie bijlage). 14

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication