13

Het is mijn grootste zorg dat anderen het woord gaan voeren voor mensen om wie het gaat Werk & inkomen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten vangt hij meer signalen op. Op sommige plekken draaien cliëntenraden heel goed. ‘Het hangt vaak samen met mensen: zij moeten het doen. Als je een mooi gevarieerde groep hebt, loopt het wel goed. Maar je ziet ook dat in sommige gmeeenten de stem van cliënten minder duidelijk naar voren komt. Het is natuurlijk niet aan mij om cijfers te geven aan het functioneren van cliëntenraden, maar ik signaleer dat wel. Het is ook lastig en er wordt veel gevraagd van de leden van zo’n raad. Tegelijkertijd zitten die mensen in die cliëntenraad omdat ze niet werken of zorg nodig hebben. Als ze aan de slag komen, ontstaan er weer wisselingen. Dat maakt dat cliëntenraden altijd in een krachtenveld opereren. Werk gaat uiteraard voor. En als het goed is vangt een cliëntenraad het wegvallen van leden wel weer op, maar het doet iets met de continuïteit.’ Niet pamperen De vraag doemt op of het daarom zaak is om toch wat meer ondersteuning te bieden aan cliëntenraden. Daar is Vliegenthart mordicus tegen. ‘Als cliëntenraden ondersteuning nodig hebben, moeten zij dat voorleggen. ik vind het verkeerd als dat vanuit gemeenten komt. Dan ga je mensen te veel pamperen, met alle risico’s van dien. ik laat het liever aan hen zelf over.’ Hij behoudt graag de cliëntenraden zoals ze nu functioneren. ‘Mijn wens is dat cliëntenraden een duurzame relatie hebben met beleidsmakers. Er moet een organisatie staan die op langere termijn meedenkt en een bestendige lijn daarin bewaakt. Tegelijkertijd verandert de samenleving. ik denk dat cliëntenraden er verstandig aan doen om gebruik te maken van beschikbare middelen. Social media kunnen daarbij helpen, maar niets gaat boven persoonlijk contact. Dan kun je pas echt goed uitdiepen wat er aan de hand is. Die taak vraagt vakmanschap. in Amsterdam wordt daarmee geëxperimenteerd. Soms wordt een cliëntenonderzoek gedaan vanuit de cliëntenraad, soms doen wij dat. Dan hou je voeling met het veld. Er moet wel een lijn in zitten en je moet geen hap-snap-beleid willen. Dat werkt niet.’ Al met al is hij blij met de gang van zaken in Amsterdam. ‘ik wens iedere wethouder zo’n actieve cliëntenparticipatie toe. Zij helpen mij echt bij het maken van beleid. ik vind zelfs dat ze mij nog wel iets dichter op de huid mogen zitten. Zo van: ‘leuk bedacht hoor, sympathiek voorstel, maar heb je wel gedacht aan de gevolgen?’ ik hou wel van zo’n spanningsveld en met mij veel meer collega’s. Wethouders bijten niet. ik denk dat ze dat in Amsterdam wel door hebben en ik tel mijn zegeningen.’ 13 magazine cliëntenparticipatie 2017

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication