17

Ab Harrewijnrede Hans Spigt Cliëntenraden moeten meer meebewegen Als iemand zijn sporen heeft verdiend in het sociale domein, is het Hans Spigt wel. Tot 1 maart 2017 is hij aanjager voor de uitvoering van de banenafspraak overheidssector. In zijn huidige functie is hij voorzitter van Jeugdzorg Nederland. Daarvoor wethouder in Utrecht en Dordrecht en voorzitter van de commissie Werk & Inkomen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hij kent het terrein uit en te na. Al in 2011 belichtte hij in ‘zijn’ Ab Harrewijnrede het belang van een omslag voor de cliëntenparticipatie. Méér: ‘er zijn voor de cliënt’ en minder: ‘we denken mee met het beleid’. Dat vindt hij nog steeds, al is er wel een dimensie bijgekomen. ‘Wij doen het voor u! Dat is wat u en andere cliëntenorganisaties terecht zeggen om duidelijk te maken waarom het belangrijk is dat ze bestaan. Het is in uw belang dat wij voor uw rechten opkomen. Toch is het maar de vraag of dit altijd zo is. Ondanks alle goede bedoelingen en de inzet van een ieder, lijkt u eerder de vooruitgeschoven, bevlogen voorhoede die een goede gesprekspartner is voor de directeur van de sociale dienst, UWV, de zorgverzekeraar, de wethouder, het ministerie of de Tweede Kamer. Om zeker te weten of de cliënt goed is gehoord, vragen zij bij ieder voorstel of de cliëntenraad ook heeft geadviseerd. Of de cliënten dan ook echt gehoord zijn, blijft de vraag.’ Dat was de uitermate kritische noot die Hans Spigt in zijn Ab Harrewijnrede van zes jaar geleden had te kraken. Zijn verhaal is nóg kritischer geworden. Verschillende opdracht ‘laat ik voorop stellen dat elke organisatie feedback moet hebben van cliënten. Maar in welke hoedanigheid: dat is de vraag. is dat in de rol van consument, het beschermen van de rechten of als medebestuurder. Elk van die rollen heeft een verschillende opdracht nodig. Zoals ik het nu zie, is cliëntenparticipatie geïnstitutionaliseerd. Ze beweegt niet meer mee. in het hele systeem houden overheid en cliëntenparticipatie elkaar gevangen en dat kan niet.’ Opdraven Spigt gruwt ervan dat cliëntenraden plichtmatig adviezen uitbrengen en op komen draven als instanties dat vragen. Die niet langer hun pure rol vervullen maar worden bevraagd zodat bijvoorbeeld een ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan zeggen: ‘We hebben het advies van de cliëntenraad gevraagd’. ‘Dat ze zich daar vervolgens helemaal niets van aantrekken en hun eigen plan trekken, dát is de uitwas van hoe cliëntenparticipatie nu is georganiseerd. Het moet weg van de manier waarop overheden zijn vormgegeven, maar een eigen pad bewandelen.’ 17 magazine cliëntenparticipatie 2017

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication