29

De overheid is ook partij als het gaat om cliëntenparticipatie. In die hoedanigheid krijgt staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (in die functie totdat er na de verkiezingen van 15 maart 2017 een nieuw kabinet is gevormd) vaak met de Landelijke Cliëntenraad te maken. Over de rol die de LCR inneemt is ze uitermate positief. De omslag naar meer burgerparticipatie juicht ze niet toe. Jetta Klijnsma is bij het verschijnen van dit nummer twee keer staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geweest. in beide regeerperiodes is ze in aanraking gekomen met de lCr. ‘Het mag heel helder zijn dat mensen die te maken krijgen met de gemeente als het gaat om Wmo en participatiewet of met UWV als ze werkloos of (tijdelijk) arbeidsongeschikt zijn, in kwetsbare posities zitten. Ze ondergaan veel. Dan is het belangrijk dat er cliënten zijn die meedenken over beleid en de uitvoering daarvan. Op landelijk niveau doet de lCr dit. ik weet dat dit een kleine organisatie is, maar er wordt ontzettend veel werk verzet. Ze zijn de luis in de pels voor de landelijke overheid. En ze motiveren plaatselijke cliëntenraden. Dat vind ik erg positief. De mensen van de lCr laten zich vaak zien en ik kom hen vaak tegen. Wat ik goed vind, is dat ze het beleid altijd kritisch volgen. Op het ministerie proberen we hen zo vroeg mogelijk bij de vaststelling van het beleid te betrekken. Een aantal zaken komt terug in het periodiek overleg van het beleid. En uiteraard trekt de lCr zelf ook aan de bel. laatst nog bij nieuwe regelgeving over beschut werken. ik hecht veel waarde aan de mening vanuit cliënten.’ Continuïteit Hoewel ze lovend is over de lCr ziet ze in het land soms zaken ook goed én minder goed verlopen. ‘Er zijn regio’s of gemeenten die hun zaakjes prima op orde hebben. Zij verversen regelmatig hun raad. Maar je ziet ook dat sommige mensen erg lang blijven zitten. Het is lastig voor cliëntenraden want je moet aan de ene kant continuïteit nastreven en aan de andere kant zijn er steeds weer nieuwe mensen nodig als cliëntenraadsleden een baan vinden. ik denk ook echt dat de huidige cliëntenraden behoorlijk wat te verhapstukken hebben.’ Tegenwoordig kiezen veel gemeenten ervoor om een brede raad in te richten die de belangen van álle burgers binnen de gemeentegrenzen kan behartigen. Burgerraden buigen zich op sommige plekken ook over zaken waar zij niet dag in dag uit mee te maken hebben. Dat kan frictie veroorzaken. ‘ik kan me voorstellen dat cliëntenraden zelf het een verademing vinden als er ook anderen in de raad zitting hebben’, zegt Klijnsma. ‘Het kan een meerwaarde hebben om breed te blijven kijken naar het hele sociale beleid in de gemeente. Maar het is niet voor niets dat cliëntenparticipatie in de participatiewet is opgenomen. 29 magazine cliëntenparticipatie 2017

30 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication