15

STARRT-methode toepassen op leerdoelen Starrt staat voor : Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie en Transfer. Bij elk punt in het stappenplan staan vragen. Die vragen ga ik in dit hoofdstuk behandelen en uitwerken. 1. Situatie Zelfvertrouwen krijgen: Beschrijf de situatie: Ik wilde meer zelfvertrouwen krijgen in mijn werk, zodat ik ook zelf met ideeën kan komen Wie waren er betrokken: iedereen in mijn team, vooral mijn stagebegeleider waar speelde het zich af: tijdens het werk Opdracht goed afronden Beschrijf de situatie: ik wilde van het begin tot het einde een opdracht goed maken. Betrokkenen: iedereen, binnen & buiten het bedrijf. Waar speelde het zich af: tijdens werk Verzamelen en controleren bestand en content Beschrijf de situatie: ik verzamel al mijn spullen voordat ik begin en ik controleer het zelf. Betrokkenen: ikzelf Waar speelde het zich af: tijdens werk Bewerken en maken van bestanden en content Opmaken van de media uiting Beschrijf de situatie: Ik maak een opdracht, ik maak die zoals mijn collega's dat willen. Betrokkenen: Het hele team Waar speelde het zich af: Als ik een nieuwe opdracht ging maken. Bewerken & maken bestand + content Beschrijf de situatie: Ik overleg tijdens het maken van nieuwe acties/beelden Betrokkenen: ikzelf, en het hele team. Waar speelde het zich af: tijdens werk, elke dag moest ik overleggen als er iets nieuws was wat ik nog niet kende. 2. Taak Zelfvertrouwen krijgen Mijn taak: Ik moest nu bewust ervan zijn dat het goed is om niet alles goed te kunnen doen, in de vormgeving wereld is er altijd iets aan te passen, dit moest ik dus vooral in mijn hoofd oplossen. De verwachting: Dat ik mijn opdrachten gewoon maakte en hier en daar kon aangeven als ik het anders zou doen Mijn voornemen: Laten zien hoe ik het zou doen. Opdracht goed afronden Mijn taak : ik ging een opdracht van het begin tot het eind maken. De verwachting: Er werd verwacht dat ik mijn opdracht helemaal goed maakte. Mijn voornemen: een opdracht goed uitvoeren: Verzamelen en controleren bestand en content Mijn taak: Mijn spullen verzamelen & het zelf controleren De verwachting: Ik verwacht van mezelf dat ik het goed kan verzamelen en controleren Mijn voornemen: ik ga dit goed doen. Opmaken van de media uiting Mijn taak: ik maak de media uiting op zoals mij wordt gevraagd. De verwachting: ik verwacht dat ik het goed op kan maken zoals ze het willen. Mijn voornemen: ik ga het goed opmaken. Bewerken & maken bestand + content Mijn taak: Het goed overleggen van mijn opdracht. De verwachting: Ik verwacht dat ik alles goed overleg tijdens een opdracht. Mijn voornemen: Ik ga goed overleggen , en alles goed opmaken. 12

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication