10

10 De kern van de circulaire economie is waardering “Accountants will save the world,” zei Peter Bakker (ex-CEO TNT) op een klimaatbijeenkomst in 2012 te Rio. Een stevige uitspraak waarvan prof. dr. Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit, anno 2017 zegt: “Waarschijnlijk iets te zwaar getafeld vóór de toespraak.” Wel dicht Jonker de branche een belangrijke rol toe. Door: Chris Wolters Bakker betoogde onder meer dat ‘planet’ en ‘people’ naast ‘profit’ in de jaarrekening moesten worden meegenomen. Jan Jonker constateert vijf jaar later droogjes: “We staan aan het begin.” Jonker meent wel dat ook NOAB-leden een belangrijke rol kunnen vervullen. “Als je nieuwsbrieven rondstuurt met de mededeling dat je de klant op de hoogte houdt van economische ontwikkelingen, dan hoort bijvoorbeeld informatie over de transitie naar de circulaire economie daarbij.” te smalle uitwerking Aanleiding voor het interview is de berichtgeving over de circulaire economie. In september 2016 gaven staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur en Milieu) en minister Kamp (Economische Zaken) aan snel afspraken te gaan maken met het bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke organisaties om in ruim drie decennia tot een honderd procent circulaire economie te komen. ‘Compenseert circulariteit de afnemende groei?’ Het begrip circulaire economie wordt volgens Jonker echter te smal uitgewerkt. “Het blijft beperkt tot de materiekant, de grondstofstromen. Niet verkeerd, maar de economie is veel meer dan dat. De sociale dimensie hoort er ook bij. Er moeten antwoorden komen op vragen als ‘Wat betekent dit voor de werkgelegenheid, de macro-economie, de afbouw van de huidige economie? Ambtenaren praten liever niet over de krimp NOAB van de huidige economie die dat tot gevolg heeft. In ieder geval leidt een circulaire economie tot een andere economie met een ander evenwicht. Belangrijk is ook of die circulariteit de afnemende groei compenseert. Op die vraag blijft het meestal oorverdovend stil. Men heeft geen idee! Maar ook hoe je bijvoorbeeld een circulaire economie op regionaal niveau moet organiseren. Laat staan hoe je de waarde van afvalstoffen bepaalt en de kwaliteit borgt. Vraag verantwoordelijke bestuurders maar eens naar het opzetten van een grondstoffenbank. It does ring a bell, maar wat het is?” hoog knuffelgehalte Jonker is niet zo bezig met definities over de circulaire economie. “Ik klus liever aan de praktische uitwerking, aan hoe zaken georganiseerd kunnen worden.” Hij verdiept zich liever meer in het onderzoeken van concepten waarin ontwerp, gebruik en hergebruik zo op elkaar zijn afgestemd dat materie zo lang mogelijk meegaat: “Het is een naïeve en onjuiste gedachte dat hergebruik onbeperkt mogelijk is. Een krant is 5 tot 8 keer te recyclen, T-shirts zo’n 12 keer. ‘Loss’ zoals slijtage en ‘leakage’ zijn onontkoombaar in de keten van hergebruik. Om tot hetzelfde aanvaardbare kwaliteitsniveau te komen moet je grondstoffen gaan bijmengen. Daarnaast is voldoende volume nodig om circulair organiseren op schaal rendabel te maken. In het ontwerpen van een product moet dus al meegenomen zijn dat de verschillende grondstoffen op een hoogwaardige manier kunnen worden hergebruikt.” Plastic straatpaaltjes persen van een heterogene bak vol kunststof vindt Jonker veel te mager. “Het is van een hoog knuffelgehalte als we duizend T-shirts ophalen met het oog op recycling, maar in de circulaire economie is veel volume en veel energie nodig. De materiaalstromen in de circulaire economie moeten vanaf het begin anders worden ingericht. Het is een mooi initiatief als we oesActiva | Nummer 1 - 2017

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication