10

PATIËNT VERTELT Marion van Rooij werd opgenomen met het coronavirus ‘Je moet als coronapatiënt heel veel geduld hebben’ Op 3 april van dit jaar belandde Marion van Rooij op onze coronaverpleegafdeling. Op 5 april kreeg ze te horen dat ze zou gaan sterven. Maar ze is er nog. Het coronavirus heeft zijn sporen nagelaten, mogelijk permanent. Toch ziet Marion de toekomst met vertrouwen tegemoet. “Ik ben een optimistisch mens. Dat heeft me geholpen.” Begin april kreeg Marion (61) een griepje. Ze ging hard achteruit. Diarree, overgeven, hoge koorts en benauwdheid. Vermoedelijk COVID-19. Met de ambulance werd ze vervoerd naar Reinier de Graaf. De test bleek positief. Hoewel ze zuurstof kreeg toegediend, knapte ze maar niet op. Ze kreeg er zelfs nog een longontsteking bij. Op 5 april vertelde de arts haar dat ze waarschijnlijk dood zou gaan als ze niet op de Intensive Care zou worden opgenomen. “Maar dat wilde ik absoluut niet”, vertelt Marion. “Ik heb mijn zusje in coma zien liggen. Verschrikkelijk. Je weet ook niet hoe je eruit komt na zo’n IC-opname. Vooral omdat ik al fl ink wat kwalen had: hartfalen, slechte nieren, ernstige gewrichtsslijtage en een paar jaar geleden een TIA.” HAAR MAN EN KINDEREN KWAMEN EEN VOOR EEN AFSCHEID VAN MARION NEMEN Haar man Jaap en haar kinderen kwamen een voor een afscheid van haar nemen. Marion: “Ik voelde eigenlijk niks. Ik was zó ziek. Achteraf staat het wel in mijn geheugen gegrift. In een helder moment 10 heb ik aan iedereen een korte boodschap geschreven. Om ze te bedanken, te vertellen dat ik van ze hou. Die briefjes heb ik bewaard. Ik knutsel graag en van de winter denk ik dat ik er iets moois van ga maken.” Vanwege besmettingsgevaar kunnen coronapatiënten geen bezoek ontvangen. Dat was erg moeilijk voor Marion. “Op het moment dat je je man en kinderen heel hard nodig hebt, mogen ze niet bij je zijn”, vertelt ze. “Mijn man en ik spraken elkaar elke avond. Ik belde en zwaaide naar de kleinkinderen die buiten voor het ziekenhuis stonden met hun telefoon. Dat zijn de mooie momenten. Ik ben iedereen in én buiten het ziekenhuis die me gesteund heeft, erg dankbaar!” Dat Marion weigerde om naar de IC te gaan, was bijzonder voor de artsen en verpleegkundigen. “Ik hoor dat de verpleegkundigen me een echte vechter vinden”, vertelt Marion. “De eerste periode was ik daar zelf niet mee bezig. Je geeft je eraan over. Maar ik ben kennelijk toch een sterk mens. Ik wilde wel dóór. Ik heb bijvoorbeeld toen ik in het ziekenhuis lag zelf om fysiotherapie gevraagd. Anders lig je maar stil in je bed. Je moet ergens beginnen.” DAT ZE HET CORONAVIRUS HEEFT OPGELOPEN, VINDT MARION ‘DIKKE PECH’

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication