20

1 | NA DE STORM CORONA De coronacrisis toont ons hoe verwoestend een virus kan zijn. Maar ze onthult ook de stille kracht van mensen in de zorg. Terwijl de storm hevig woedt, doen zij wat ze kunnen om het schip overeind te houden. Hoe voelt dat? Annick Lacroix (52) Verpleegkundige – UZ Brussel Asse samenhorigheidsgevoel. In mijn ogen verdient het UZ Brussel een pluim. Tijdens de crisis heb ik kunnen vaststellen dat ons ziekenhuis geleid wordt door mensen met een warm hart. Zoiets vergeet je niet.’ Wereldvreemd Ze zal niet snel vergeten hoe het voelde om ’s avonds thuis te komen in een leeg appartement. Zes weken heeft ze in de woning van haar dochter doorgebracht. Die beslissing nam ze, samen met haar gezin, omdat haar man een risicopatiënt is. ‘Ik herinner me nog dat wereldvreemde gevoel als ik na mijn shift naar huis fietste. Je hebt net je beschermingspak uitgedaan, je voelt de striemen van het masker nog op je gezicht, je bent nog aan het bekomen van alles wat je gezien hebt die dag en dan kom je plots in de ‘normale wereld’. Je ziet En ze sprong Op 18 maart kreeg Annick Lacroix een telefoontje. Of ze de volgende dag kon inspringen op de afdeling Covid-intensieve zorg? ‘Ik heb geen seconde getwijfeld.’ N 20 atuurlijk wou ik dat. Er kwam een storm op ons af. Dan wil je toch niet aan de zijlijn staan kijken. Dan wil je helpen waar de nood hoog is. Dan spring je.’ De volgende dag begon Annick op intensieve als buddy van een ervaren collega. Ja, ze was bezorgd dat ze fouten zou maken. Dit was een nieuwe afdeling voor haar. Maar de adrenaline die ze voelde stromen, was sterker dan de twijfel. ‘Men kijkt naar ons als helden, maar wij hebben voor de job van verpleegkundige gekozen omdat we voor anderen willen zorgen. Hoewel ik allergisch ben voor het woord roeping, vind ik niet meteen een betere omschrijving voor wat ons drijft. Dat verlangen om voor de anderen te zorgen zit in ons DNA.’ RANDKRANT TEKST Nathalie Dirix • FOTO Filip Claessens Een pluim voor UZ Brussel Hoe kijkt ze terug op de zes weken die ze op de intensieve Covid-afdeling werkte? ‘We werden met open armen ontvangen. De sfeer was intens en warm. Je voelde je ondersteund. Samen zouden we dit virus overwinnen. Kan je geloven dat humor ons geholpen heeft om de moed niet te verliezen?’ Lacroix benadrukt dat het UZ Brussel niet alleen voor zijn patiënten, maar ook voor zijn medewerkers goed heeft gezorgd. ‘Onze cafetaria was omgevormd tot een superette waar we boodschappen konden doen. Er werd voor ons gekookt. Er was zelfs een strijkatelier waar we onze kledij konden laten strijken. Elke dag kregen we een briefing. Dat versterkte het ‘Meer dan ooit besef ik wat essentieel is in dit leven.’ de zon, hoort de vogels, ziet mensen wandelen en fietsen. Da’s wennen. Soms zag ik mensen die de veiligheidsmaatregelen naast zich neerlegden. Dan had ik zoiets van Komaan, beseffen jullie dan niet dat wij ons leven op het spel zetten voor jullie?’ Als we die Covid-boetes nu eens vervangen door mensen een paar dagen op een Covid-afdeling te laten doorbrengen, zou dat niet helpen? Als je oog in oog met het virus staat, zal je snel begrijpen dat het opvolgen van de maatregelen het minste is wat je kan doen.’ Zorg ook goed voor jezelf Wat heeft ze het meest gemist in die weken dat ze alleen leefde? ‘Dat ik mijn gezin niet kon zien en niet voor hen kon zorgen, woog heel zwaar. We hebben dat gecompenseerd met beeldbellen, maar dat is niet hetzelfde. Ik had echt last van huidhonger. Het verlangen om de mensen om wie ik geef eens goed te knuffelen, was heel sterk. Mocht er zich een tweede golf voordoen, dan zou ik niet meer apart gaan wonen, maar mij afzonderen in een kamer in ons huis.’ En hoe voelde het om, dag in dag uit, met zoveel menselijk leed geconfronteerd te worden? ‘Tijdens de vijfde week kreeg ik het moeilijk. Ik ben toen

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication