4

6 | HET GROTE TEKORT Veel te weinig plaatsen in de kinderopvang 11 van de 19 gemeenten in de Vlaamse Rand hebben minder opvangplaatsen voor kinderen van 0 tot 3 jaar dan het Vlaamse gemiddelde. In sommige gemeenten loopt dat tekort hoog op. En het ziet er niet naar uit dat dit de komende jaren snel zal veranderen. TEKST Anne Peeters • FOTO Filip Claessens K leintje op komst? Wees er snel bij. Herkenbaar? Jazeker. In zowat elke familie kan je een verhaal horen van jonge ouders die dikwijls al voor de geboorte een betaalbare plek zoeken in een crèche of bij een onthaalouder. Ook in de Vlaamse Rand is het tekort aan plaatsen in de opvang voor kinderen van 0 tot 3 jaar nijpend. In het Vlaamse Gewest zijn er gemiddeld 44,9 opvangplaatsen per 100 kinderen beschikbaar, in de Vlaamse Rand ligt dat lager: gemiddeld 41,8 plaatsen. Uitschieters zijn Beersel met 26,68 plaatsen, Sint-Pieters-Leeuw met 28,68 en Dilbeek met 31,23 (cijfers Kind en Gezin voor 2019). Het aantal plaatsen in het Vlaams Gewest nam de afgelopen jaren wel toe, al blijven de cijfers voor de Vlaamse Rand nog steeds onder het gemiddelde voor heel Vlaanderen liggen. Van waar die achterstand? ‘Een eenduidige verklaring hebben we niet’, zegt Nele Wouters, woordvoerder van Kind en Gezin. ‘De grootstedelijke context zal hier uiteraard een rol spelen. Om vergunde opvang te organiseren is er ook een taalvereiste: zowel de verantwoordelijke als één kinderbegeleider moeten voldoende kennis van het Nederlands hebben. Als een organisator subsidies wil, moeten alle kinderbegeleiders kennis van het Nederlands hebben. Dat kan in de Vlaamse Rand een drempel zijn. Bovendien zijn in deze regio de investeringen voor de aankoop of het bouwen van een pand veel hoger dan in de rest van Vlaanderen. Misschien kan Vlabinvest, een investeringsfonds voor infrastructuur in zorg- en welzijnsvoorzieningen soelaas bieden?’ Volgens Pieter-Jan De Geest, kabinetsmedewerker voor de Vlaamse Rand bij Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) spelen er nog een aantal andere ele4 RANDKRANT menten mee. ‘Het laatste decennium hebben we een enorme demografische boom gekend en is er een uitstroom van Brussel naar de Vlaamse Rand. Een andere factor is de splitsing van de provincie Brabant. Daarvoor werd er in Brussel ook aanbod voorzien voor kindjes uit de Vlaamse Rand. Brussel speelde toen nog meer een centrumfunctie. Door het feit dat er aparte politieke verantwoordelijk heden zijn gekomen, is Brussel minder een trekpleister voor kinderen uit de Vlaamse Rand en de rest van Vlaanderen, terwijl de omgekeerde pendel stijgt. Bij een hoofdstad zou je normaal gezien verwachten dat die tendens in de omgekeerde richting gaat. Die tanende aantrekkingskracht van Brussel zorgt dus ook voor een grotere vraag naar kinderopvang in de Rand.’ Significant verschil Het gaat dus om een historische achterstand die moeilijk is weg te werken. Hoe relevant is het verschil? Michel Vandenbroeck, voorzitter van het expertisecentrum voor opvoeding en kinderopvang (VBJK) en professor aan de vakgroep Sociaal werk en So ciale pedagogiek van UGent: ‘Ik schrik vooral van de discrepantie tussen de verschillende gemeenten. Samen met Wim Van Lancker van de KULeuven heb ik een studie gemaakt over de toewijzing van het aantal nieuwe plaatsen over de laatste vijf jaar voor heel Vlaanderen. Wij zijn nagegaan wat de toewijzing van nieuwe plaatsen beïnvloedt. Of er een verband is met het aantal geboorten? Dat is niet zo. Dan hebben we gekeken naar indicatoren van kansarmoede. Zorgen die voor meer plaatsen als de kansarmoede stijgt? Stijgt dan het aantal inkomensgerelateerde plaatsen in de kinderopvang ook? Dat is niet zo. Het enige statistische verband dat we hebben gevonden, is vrouwelijke tewerkstelling. Het aantal plaatsen stijgt met het aantal tweeverdieners. Het antwoord op de vraag waarom het tekort aan

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication