21

Midalgan! Zo, het hoge woord is er uit. Ontkennen kan niet langer, hoeft niet langer. Het M-woord is gesproken. Waterzak en Stimorol. Ja, ook; dat had iedereen. Maar in de zak van onze verzorger zat de rode tube. En in de goed afgeschermde geborgenheid van de kleedkamer kneep hij daar royaal de witte stinkende wonderzalf uit. Niet gehinderd door de beknellingen van enig medisch onderzoek: hup op de dijen, kuiten, en welke harde en weke delen ook. Knalrood kleurden die, van pure dankbaarheid, en met passend indianengebrul stortten wij ons, via het rijtje en de middencirkel, op onze kansloze tegenstanders. Zelfs toen een keer mijn elleboog uit de kom schoot werd die ruimhartig met M. bekneed. De betweters in het geconsulteerde hospitaal ten spijt kon ik die avond toch maar mooi het bier naar binnen hijsen. Midalgan dus; wondermiddel; van de vierde naar de tweede klasse. Zo was het. Zo is het. Nou bedankt; mag ik je nog eens bellen? Ja goed. Over een jaar of vijftig maar weer dan? Oké. De groeten aan iedereen daar. De nacht moet ik keepen. Ik strompel tot knalrode kniehoogte door de modder, in zo’n idioot rijtje, met een kind aan m’n hand. Niet eens m’n eigen kleinzoon. Waar laat je zo’n jong, anderhalf uur lang, denk ik nog, maar ik ben al op de middenstip. Zwaai mijn loodzware arm. Mijn moeder zwaait terug. Als enige. Koos Donné 19

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication