37

Opbouwen We onderscheiden twee soorten opbouwen. We kennen een opbouwmogelijkheid via de doelman en de opbouwmogelijkheid die wordt geïnitieerd door de zogenaamde laatste lijn als zij balbezit hebben. Opbouwen bij balbezit doelman Als de doelman in balbezit komt moet hij altijd zo snel mogelijk handelen en de onderstaande volgorde hierbij in acht nemen. Uitwerpen over de aanvallers van de tegenpartij naar een zich aanbiedende middenvelder ten op zichtte van de terugtrekkende spits. Nooit naar een speler met een man in de rug. ls deze snelle omschakeling niet mogelijk is (alles staat bijvoorbeeld gedekt) dan uitwerpen naar de meest vrijstaande verdediger de volgende veldbezetting; opbouw van achteruit De centrale verdedigers (3 en 4) kiezen positie breed en ver van elkaar ter hoogte van de punt 16 meter terwijl vleugelverdedigers (2 en 5) aan de zijlijn door naar voren schuiven Met een lange uittrap de spitsen aanspelen wanneer deze zich in een 1 tegen 1 situatie bevinden. Middenvelders (6 en8) aansluiten voor de afvallende bal. Opbouwen bij balbezit in de laatste lijn In eerste instantie proberen de spitsen aan te spelen, hierbij is het belangrijk dat de middenvelders de baan naar de spitsen vrij laten. Spitsen moeten bewegen en positie kiezen zodat ze aangespeeld kunnen worden. Kan dit niet dan via verzorgd positiespel en snelle balcirculatie via de middenvelders en/of een doorschuivende verdediger opbouwen. Er moet steeds geprobeerd worden om via een man-meer situatie in de laatste lijn (4 tegen 3 en met de keeper 5 tegen 3) te komen tot een man-meer situatie op het middenveld om vervolgens de spitsen in een 1:1 situatie te brengen. SC Bolsward | Voetbaltechnisch Beleidsplan | Augustus 2016

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication