19

bestuur. De geïsoleerdheid van het gebied, zowel in fysieke zin als de doelbewuste afsluiti ng van het gebied voor buitenstaanders en de media, heeft er toe geleid dat misstappen van het leger vaak onopgemerkt en onbestraft zijn gebleven. Daarnaast is het leger zelf verweven geraakt in de grondstofexploitati e van Irian Jaya. De Indonesische regering verzorgt slechts een kwart tot een derde van de legerbegroti ng waardoor het leger genoodzaakt is om via overige acti viteiten haar budget aan te vullen13,15 . Zodoende heeft het leger zelf exploitati eacti viteiten ontplooit in met name de houtkap en probeert zij via het bieden van bescherming aan grote bedrijven zoals mijnbouwer Freeport-McMoRan en oliebedrijven extra inkomsten te genereren. In dit streven naar inkomsten heeft het leger dikwijls haar fysieke macht gebruikt. Het is voorgekomen dat hierbij de lokale bevolking werd gedupeerd en in sommige gevallen heeft het leger zich schuldig gemaakt aan geweldplegingen om haar doelen te bereiken. Ook dit vergroott e de argwaan onder de Papoea’s ten opzichte van de Indonesische regering13 . Om bescherming te kunnen blijven bieden aan bedrijven en haar aanwezigheid in het gebied te legiti meren heeft het leger belang bij het in stand houden van een confl ict in Papua Barat en Papua. Nog in 2002 en 2009 zijn er twee incidenten geweest waarbij medewerkers van Freeport-McMoRan in de provincie Papua zijn neergeschoten. Het leger beschuldigde OPM, maar de incidenten hadden er alle schijn van te zijn opgezet door het leger zelf14,16 . De Indonesische regering heeft onder leiding van Suharto gedurende decennia meer aandacht gehad voor de natuurlijke hulpbronnen van Irian Jaya dan de ontwikkeling van het gebied en het verzorgen van overheidsdiensten voor de Papoea’s. De ontwikkelingsuitdaging die Indonesië voorlag op het moment dat Irian Jaya een Indonesische provincie werd was groot. Uit het feit dat de huidige provincies Papua Barat en Papua nog alti jd een grote ontwikkelingsachterstand kennen ten opzichte van het Indonesisch gemiddelde blijkt dat de pogingen die de Indonesische regering desti jds al dan niet heeft ondernomen om het gebied te ontwikkelen onvoldoende zijn geweest. Dit steekt schril af tegen de aanzienlijke inkomsten die Jakarta heeft verkregen door grondstofexploitati e in het gebied. Tijdens het Suharto-bewind werd een beleid gevoerd van transmigrasi. Dit beleid was er op gericht om hoofdzakelijk boeren van het dichtbevolkte Java te verplaatsen naar andere, minder bevolkte delen van Indonesië. De argumentati e van dit beleid behelsde een verbetering van het lot van de betrokken boeren waarvoor op Java nauwelijks grond meer beschikbaar was, het ontwikkelen van rurale gebieden elders in Indonesië, maar ook het unifi ceren van de Indonesische bevolking door het bewust vervagen van etnische verschillen tussen verschillende delen van het land17 . 17 Ontwikkelingskansen transmigratie is officieel gestopt, maar spontane immigratie vindt op grote schaal plaats Deze migrantenstroom leidde tot spanningen tussen inheemse Papoea’s en immigranten gezien het beslag dat op het land werd gelegd dat voorheen aan inheemse Papoea’s toebehoorde. Inheemse Papoea’s werden niet alti jd voor het afstaan van hun land gecompenseerd en soms met militaire macht gedwongen hun land op te geven17 gebied, een migrati estroom die in omvang de transmigrati estroom overvleugelde18 . Naast deze door de nati onale overheid aangestuurde vorm van migrati e vesti gden zich ook economische migranten op eigen gelegenheid in het . De migrantengroepen behaalden economisch meer succes dan inheemse Papoea’s. De transmigranten kregen overheidssteun en de spontane economische migranten hadden een kennisvoorsprong in de commerciële sectoren waarin zij gingen werken. Transmigrati e naar het gebied is tegenwoordig offi cieel gestopt, maar spontane immigrati e vind nog op grote schaal plaats. Dit heeft er toe geleid dat inheemse Papoea’s recentelijk een minderheid zijn geworden in het gebied en hun aandeel verder zal afnemen19 . Nadat in 1998 het bewind van Suharto eindigde ging Indonesië een periode van reformasi in waarbij democrati sering en decentralisering tot de kernbegrippen behoorden. Democrati sering betekende het vesti gen van een democrati e en daarmee een toename van de macht van de bevolking ten opzichte van het leger. Decentralisering was een antwoord op de toenemende onrust die in delen van Indonesië ontstond waar lokale gemeenschappen meer politi eke zeggenschap eisten. Het toekennen van meer bevoegdheden aan subnati onale overheden was een manier om de rust te laten wederkeren en de eenheid van de Indonesische staat te bewaren. Voor de provincie Irian Jaya resulteerde dit in een tegemoetkoming van de Indonesische regering aan het lokale streven naar zelfstandigheid, door het toekennen van speciale autonomie (otonomi khusus) in het jaar 2001. Vervolgens is in 2003 het westelijke gedeelte van Irian Jaya een zelfstandige provincie geworden welke uiteindelijk de naam Papua Barat heeft aangenomen terwijl de oostelijke provincie Papua is gaan heten. Met de speciale autonomie hebben de twee provincies meer zeggenschap gekregen en is er een aanzienlijke geldstroom vanuit Jakarta op gang gekomen voor de ontwikkeling van het gebied. Het is overigens zeer onwaarschijnlijk dat de Indonesische regering in zou stemmen met volledige onafh ankelijkheid van Papua Barat en Papua. Hoewel de hoogste macht

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication