24

mej. Asselberghs laten weten. Het was in de ledenvergadering in 1999 in Rotterdam dat ik bestuurslid ben geworden en meteen door de toenmalig voorzitter, Henk Koning, aangekondigd als opvolger van mej. Asselberghs die in diezelfde vergadering aftrad als secretaris. Ze bleef nog wel bestuurslid trouwens. Adriaan bekijkt het schilderij bij hem thuis aan de wand. Het is gemaakt door Hans Kaas van een foto van J. Quanjer van station Hilversum. Aan de overdracht zat ook de verhuizing van de vele dozen administratie vast, het archief van de secretaris. Dat moest ik in mijn bezit zien te krijgen. Alles was nog ‘fysiek’ door mej. Asselberghs heel nauwkeurig bijgehouden. Ik heb alles bij haar thuis opgehaald en mijn bescheiden auto vol geladen. Het huis van mej. Asselberghs was trouwens ook vol geladen, maar alles was snel en met gemak terug te vinden, zo bezwoer zij mij”. Dat het veel mappen en dozen waren kan ik bevestigen: ik kreeg bij mijn aantreden als secretaris dezelfde hoeveelheid door Adriaan thuis bezorgd. Gevraagd naar specifieke herinneringen: “Ja, wat zal ik zeggen. Ik heb de tijd meegemaakt van de decentralisatie en de markttoetreding van de nieuwe spoorbedrijven. De versplintering zag je helaas ook terug bij de afname van het aantal sponsoren. Connexxion of hoe ze allemaal mogen heten, haakten langzamerhand wel af. Ook het ledenaantal liep terug. Daarom besloten we in 2000 om een ledenwerfactie te starten”. Voor die ledenwerving werd een plan gemaakt. Er werden offertes voor gevraagd. Het was niet mis hoor: 50.000 folders kostten toen zo’n 9300 gulden aan drukkosten. En daarna moest je het nog zien 24 te verzenden. Er was een bestuurslid dat vond dat dat geld maar aan andere dingen moest worden besteed. Maar die is overstemd. Zo zijn er dus 50.000 besteld, maar waarvan er meteen 40.000 naar de Koppeling gingen. Dat was toen het personeelsblad van NS. Kwamen er weer extra verzendkosten bij want de Koppeling werd zwaarder. Die verzendkosten waren alleen al 6600 gulden. Dus kostte het werven van nieuwe leden ruim 15.000 gulden. Ik herinner mij dat we er wel zo’n 450 leden bij kregen. Toen kon je van de toetreders al zeggen dat de gemiddelde leeftijd vrij hoog was. Later dat jaar hebben we ook de hobbybladen benaderd. Op aanbeveling van mej. Asselberghs werden de folders toen ook meegestuurd met het blad ‘Oud Utrecht’. Zij dacht dat daar misschien ook nog wel een markt voor nieuwe Vrienden was. Dat viel tegen ten opzichte van de Koppeling. Adriaan herinnert zich de Vriendendag 2001 om twee redenen goed: “Die ledenwerfactie had effect op die Vriendendag. We zouden naar Limburg met gaan met drie blokkendozen van het Museum, de motorwagen was toen in onderhoud en zou hopelijk op tijd klaar zijn. Het aantal deelnemers was zo groot dat we de Jaap van de Haarlemse werkgroep moesten ‘lenen’. Achteraf was dat alleen maar goed want de motorwagen van het museummaterieel was defect. De Jaap moest toen de tractie leveren. We zijn naar het Industrion in Kerkrade gegaan en daarna door naar de ZLSM. Het was trouwens aardig improviseren. Tot dan toe hadden we bij de Vriendendag niet meer dan zo’n 100 belangstellenden. Dat kwam mooi uit, want in het Industrion hadden we een zaal gehuurd voor 104 bezoekers. Maar er waren er nu veel meer, ruim 200. We moesten zelfs inschrijvingen weigeren, bijvoorbeeld partners en andere introducees. De trein had maar 220 zitplaatsen, geen staanplaatsen. We hebben er toen zaalruimte bij gehuurd”. Met gevoel voor understatement meldt Adriaan: “Ja, was wel een aardig succes geloof ik.” Hij herinnert zich dat dankzij de goede contacten met zijn werkgever het dat jaar lukte om NS alle ‘rijkosten’ van deze Vriendendag voor haar rekening te laten nemen.

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication