3

Verandering op komst, of toch niet? Bij alle drukke en belangrijke activiteiten die een mens bezig houden, kun je plotseling geconfronteerd worden met de betrekkelijkheid van al dat druk geren. Onze gedreven roerganger Victor Doorn moest zich 26 september overgeven aan een andere realiteit. De oud-voorzitter zal door ons nog lang herinnerd worden door de tomeloze energie die hij in zijn goede dagen bezat. Foto: Cheeseworks Discussie over het wel en wee van onze pensioenen lijkt in dit perspectief een enigszins marginale kwestie. Toch zou Victor niet anders gewild hebben dan dat wij de trom blijven roeren in het belang van onze leden, de gepensioneerden. Volgens theoretische berekeningen van het kabinet zou onze achterban er komend jaar flink (!) op vooruit gaan, met zo’n 1,4 procent. Opmerkelijk dat bijna niemand hier geloof aan hecht? Ik denk het niet, als zelfs het Centraal Plan Bureau, dat deze berekeningen bijna tegen zijn zin moet maken, er kanttekeningen bij plaatst. Pensioenakkoord Ik was voorzichtig optimistisch voor de iets langere termijn, zeg vanaf 2020. Op de een of andere manier hing er iets in de lucht dat op een pensioenakkoord lijkt. Het had publiek kunnen gaan voordat ik deze bijdrage moest afsluiten. Uit wat er tot nu toe naar buiten kwam, leek het erop dat de verbouwing van het stelsel niet zo ingrijpend wordt als we lange tijd hebben moeten vrezen. Het solidariteitsbeginsel blijft intact, geen superindividuele potjes, waarschijnlijk een gematigder verhoging van de AOW-leeftijd. Alleen de in te leggen premie zou nog een probleem kunnen zijn. Het was de bedoeling een vaste (doorsnee)premie voor iedereen te handhaven. Jongere deelnemers zouden hierop echter een hogere toezegging ontvangen (want langere looptijd) dan 45-plussers. Die laatste groep bouwt dan minder op en moet voor dat nadeel gecompenseerd worden. Dat gaat goudgeld kosten. Hoe dat zou moeten worden opgelost, was nog niet duidelijk. Politieke noodzaak Waarom ik zo optimistisch was dat er iets zit aan te komen? Dat is de puur politieke noodzaak. Het is niet te verkopen dat enkele van de grootste pensioenfondsen met miljoenen deelnemers in deze tijd van economische welvaart gedwongen zouden worden de uitkeringen en toezeggingen te korten. En dat terwijl er nog nooit zoveel vermogen in de pensioenpotten heeft gezeten. Er moet daarvoor dus een oplossing komen. Waarschijnlijk wordt de toch al niet keiharde toezegging voor een uitkering nog iets minder hard. Dan kan de rekenrente omhoog en stijgt de dekkingsgraad. Jammer genoeg dreigen Klaas Knot van De Nederlandsche Bank en minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken op dit gebied toch weer roet in het eten te gooien. Zolang er enige vorm van toezegging blijft, zou de rekenrente niet extra omhoog kunnen. En dat terwijl diverse bestuurders van pensioenfondsen en andere serieuze betrokkenen er vanuit gingen dat dat wel zou kunnen. Ik denk dat de gemiddelde burger hier geen chocola van kan maken. Minder grote reserves aanhouden Er is nog een kleine opening. Bij een minder harde toezegging is het wel toegestaan minder grote reserves aan te houden. Nu kan PGB pas indexeren bij een dekkingsgraad boven de 110 procent. Dan zou dat al bij een lagere dekkingsgraad kunnen. Voor de grootste fondsen betekent dit dat de kans op korten toch iets kleiner wordt. Fondsen als het onze, die op de grens van wel/niet indexeren verkeren, krijgen dan eerder ruimte om de uitkeringen voor gepensioneerden en de toezeggingen voor de werkenden te verhogen. Het is goed als er een systeem ontstaat dat meer aansluit bij de economische conjunctuurgolf. Indexeren als het goed gaat en eens een keer korten bij economische tegenwind. Dat is ook voor gewone mensen te snappen. Het zou goed zijn als zo’n systeem er komt. Of dat er snel gebeurt, blijft dus helaas nog onzeker. Het wordt tijd dat maatschappelijke organisaties en de vakbonden de krachten bundelen om de politiek verder onder druk te zetten. Jos van Rijsingen, voorzitter VVG-PGB 3

4 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication