0

ExPress 3e jaargang nr. 1 Nieuws voor gepensioneerden van VVG-PGB Mei 2018 Dit is een uitgave van Van de grafische sector naar de kloosterwereld. Hoe Fons Metsaars zich al tijden voorbereidt op zijn komende pensioen

In dit nummer 2 - 3 Prima jaarvergadering, zorgen blijven 4 - 5 Beleggingsbeleid. Interview met Rob Heerkens bestuurslid PGB 6 - 7 Kloostermuseum domein St. Catherinadal 8 - 9 Interview met Pieter Omtzigt 10-11 KNVG en NVOG slaan handen verder ineen 12-13 Ben Kamphuis haalt stof van vergeten instrumenten 14 Interview met Freek Busweiler 15 Column Jochem Dijckmeester, bestuurslid PGB 16-17 Nederland met rekenrente braafste jongetje van de klas en Bismarcklezing 18-19 Albert Emmink, gek op papier en inkt 20-21 Verslag ALV door de secretaris 22-23 PGB goede uitzondering op mannenwereld cOlOFON ExPress is een uitgave van VVGPGB en verschijnt twee maal per jaar. 3e jaargang nummer 1 Redactie: Theo Leoné, Ruud Peys, Tonnie Klein Hemmink en Jos van Rijsingen Eindredactie: Geer Meershoek Vormgeving en layout: Hans Brand Druk: Drukkerij Tesink B.V. Oplage: 13.000 stuks Reacties kunt u sturen naar: redactie@vvgpgb.nl 2 Als voorzitter had ik een dubbele boodschap te brengen. We zijn een financieel gezonde vereniging met een stabiel tot stijgend ledenaantal. Onze belangenorganisatie KNVG is in gesprek met de andere koepel, de NVOG, om de krachten te bundelen. De lobby richting politiek en sociale partners is niet altijd goed zichtbaar, maar ik kan eenieder verzekeren dat deze zeer intensief is. Ik bespeur ook wel enige beweging in de publieke opinie over de toekomst van ons pensioenstelsel. Steeds breder, recent nog door pensioenadviseur Philip Manco, wordt ervoor gewaarschuwd een van de beste pensioenstelsels ter wereld niet volledig overhoop te halen. De kans dat het niet datgene brengt wat wordt gehoopt, is levensgroot. En dat was het tweede deel van mijn boodschap. Pensioendiscussie Het blijft echter de grote vraag welke belangen komende tijd in de pensioendiscussie de doorslag zullen geven. Vakbonden als FNV staan min of meer aan onze zijde omdat ze niet teveel willen morrelen aan de collectieve risicodeling en het door sociale partners gestutte paritair stelsel. Minister van Sociale Zaken Wouter Koolmees (D66) blijft optimistisch dat de sociale partners er binnen niet al te lange tijd uit zullen komen. Als enigszins argwanend waarnemer van de politieke ontwikkelingen vraag ik me dan meteen af waar voor hem de speelruimte zit. Het zou zo maar kunnen zijn dat hij de vakbonden tegemoet komt in hun eis de pensioenleeftijd niet, of minder snel, te verhogen. Dat zou voor met name de FNV een belangrijke overwinning zijn. Maar voor ons gepensioneerden? Als, zorgen blijven Prima jaarvergadering, We kunnen terugkijken op een geslaagde jaarvergadering in Amersfoort, op 11 april. Vooraf gezellig bijpraten met oud-collega’s, een gevarieerde agenda met ruimte voor presentaties door en over ons pensioenfonds en de nodige vragen en suggesties die het bestuur als ‘huiswerk’ meeneemt. De Brabantse cabaretier Mark van de Veerdonk zorgde er in een tjokvolle zaal voor dat het zware onderwerp afgesloten. pensioenen met de nodige relativering kon worden

Bestuursleden Henk v.d. Rijst en Tonnie Klein Hemmink in gesprek over de pensioenquiz waarvoor de Persgroep prijzen beschikbaar had gesteld. Ook waren voor de leden weer kranten beschikbaar voor de terugreis met de trein. bijvoorbeeld, de doorsneepremie (jong en oud betalen even veel premie en bouwen even veel op) sneuvelt, kost dat zoveel geld aan compensatie voor oudere werknemers dat het maar de vraag is of er nog wat over blijft om de pensioenen te indexeren. Indexeren En dat is toch waar onze gerechtvaardigde belangen liggen. Als een iets ruimere, maar altijd nog prudente en verantwoorde rekenrente/rendement mag worden gehanteerd, zouden in het huidige stelsel de meeste “Beste pensioenstelsel ter wereld niet volledig overhoop te halen” pensioenfondsen (óók Pensioenfonds PGB) gewoon kunnen indexeren. Daar hebben gepensioneerden wat aan, maar óók alle actieve, werkende deelnemers die hun pensioentoezegging zien groeien met de prijsontwikkeling. In dat verband hanteer ik altijd de stelling dat de belangen van jongeren en ouderen veel meer gelijk opgaan dan vaak wordt gedacht. Als jonge deelnemers zich ook nog eens realiseren dat hun pensioenpremies NIET worden gebruikt om de uitkeringen van gepensioneerden van nu te betalen, zou er heel veel kou uit de lucht gehaald kunnen worden. Het risico bestaat dus dat dit jaar compromissen worden gesloten die ons gepensioneerden niet vooruit helpen. Eventuele wijzigingen in ons pensioenstelsel kunnen gelukkig niet halsoverkop worden doorgevoerd. Als er desastreuze keuzes worden gemaakt, duurt het nog geruime tijd voordat deze daadwerkelijk ingevoerd kunnen worden. In de politiek betekent dat dan dat er nog volop kansen zijn het proces te beïnvloeden. Door onze koepelorganisatie(s) maar ook door ieder individu bij de verkiezingen. De Provinciale Statenverkiezingen van 2019 zijn bijvoorbeeld ook bepalend voor de samenstelling van de Eerste Kamer. Jos van Rijsingen, voorzitter Kortweg * We hebben Freek Busweiler tijdens de ALV als ‘beoogd bestuurder’ namens de gepensioneerden aan de aanwezigen kunnen voorstellen. Inmiddels is de goedkeuring van De Nederlandsche Bank er. Zie op pagina 14 in deze ExPress een interview met de door de VVG voorgedragen bestuurder. * Freek Busweiler laat een vacature namens de VVG achter in het Verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds PGB. Na een aantal ledenbrede oproepen te hebben geplaatst, is het bestuur van de VVG drukdoende met de selectieprocedure. We hopen snel duidelijkheid te verschaffen. * Tijdens de ALV kwam het verzoek om actuelere informatie over de werkzaamheden van het Verantwoordingsorgaan te produceren en verspreiden. Binnen het Verantwoordingsorgaan blijkt deze wens ook te leven. De commissie communicatie van dit orgaan gaat ermee aan de slag om dit van de grond te tillen. Wordt vervolgd dus. * Veel vragen ontvingen we over wel of niet indexeren. Bij de huidige wettelijke regels komt dat pas aan de orde als de (beleids)dekkingsgraad van ons pensioenfonds boven de 110 procent komt. Begin dit jaar leek dit vanaf 2019 makkelijk haalbaar, de maanden daarna vielen de rendementen terug. Het blijft dus afwachten. Korten is de eerstkomende vijf jaar niet aan de orde. * Een vragenstelster kaartte aan dat in Duitsland en Oostenrijk op kosten van de verzekering heilzame kuurmogelijkheden bestaan. Nederland kent dit niet en er zijn geen signalen dat dit een item is waar de politiek zich sterk voor wil maken. * Een aantal vragen op het gebied van pensioenuitkering of financiële situatie was te persoonlijk om algemeen te beantwoorden. De Infodesk van PGB heeft een aantal mensen tijdens de ALV van adequate uitleg kunnen voorzien. De klantenservice kan nog altijd benaderd worden. Tel. 020-5418200 of via e-mail: ks@pensioenfondspgb.nl. * Vragen over persoonlijke financiële planning (bijvoorbeeld ‘Wanneer is het tijd om mijn huis te verkopen?’) moeten met deskundigen in de eigen omgeving worden besproken. * Vragen over de gevolgen van een nieuw pensioenstelsel kunnen pas beantwoord worden als er duidelijkheid is over de keuzen die, eerst de sociale partners en daarna de politiek gaan maken. 3

Kans op korting veel kleiner maar Rob Heerkens: koopkracht gepensioneerden voorlopig nog niet hersteld er toe leidt dat het rendement omhoog gaat en dat daarmee de kans op indexering misschien toch wat groter wordt. Zoeken naar alternatieve beleggingen Van de ruim 25 miljard euro die het fonds momenteel in beheer heeft, is 45 procent belegd in vastrentende waarden, met name Nederlandse staatsobligaties, en 55 procent in aandelen en andere zakelijke De kans dat Pensioenfonds PGB moet korten op de pensioenen is vorig jaar aanzienlijk kleiner geworden. Door het herstel is indexatie (verhogen van pensioenen) weer in zicht. Het ziet er op dit moment echter niet naar uit dat de pensioenen op korte termijn omhoog kunnen. En als er éénmaal geïndexeerd kan worden, dan is dat voorlopig zo mondjesmaat dat het jaren zal duren voordat de koopkracht van de gepensioneerden weer volledig op peil zal zijn. Dat stelde Rob Heerkens, in het bestuur van het PGB belast met het beleggingsbeleid, tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VVG-PGB op 11 april in Amersfoort. Heerkens maakte zijn opmerkingen in een duidelijk en overzichtelijk betoog over het dynamische beleggingsbeleid dat bij PGB de leidraad vormt voor het beheer van de gelden. PGB heeft daarmee eind vorig jaar ook een internationale onderscheiding behaald. ‘’Dan zult u vragen: hoe kan dat nu, jullie het beste beleggingsbeleid maar onze pensioenen gaan nog altijd niet omhoog? Ons doel is en blijft de koopkracht van gepensioneerden en andere deelnemers op peil te houden en zo 4 snel mogelijk weer te kunnen indexeren. Dat is echter niet zo makkelijk.’’ PGB heeft de afgelopen jaren een aantal nieuwe elementen op het gebied van beleggen geïntroduceerd die daaraan kunnen bijdragen. ‘’Wat we daarbij wel en niet doen, is afhankelijk van wat u ervan vindt. Wilt u meer risico of juist minder risico bij de beleggingen?’’ benadrukt Heerkens. Het pensioenfonds heeft daar, zoals bekend, eerder onderzoek naar gedaan onder zowel de gepensioneerden als de andere deelnemers. Daaruit bleek onder meer dat meer dan 80 procent van de eerste groep best wat meer risicovol wilde beleggen, zoals in aandelen, als dat waarden met een hoger risicoprofiel. Ondanks de lage rentestand in Europa is PGB min of meer verplicht om een groot deel in rentegevende waarden in portefeuille te hebben om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. ‘’U doet dat waarschijnlijk zelf ook, u heeft een deel in kasgeld of op een bankrekening voor grotere of onvoorziene uitgaven en de rest staat wat meer vast.’’ Bij de aandelen is het uitgangspunt een goede spreiding om risico’s binnen het pakket binnen de perken te houden: ‘’We zitten dus bijvoorbeeld in de zeep met Unilever en in de olie met Shell.’’ Maar daarnaast zijn de beleggers van PGB de laatste tijd actief op zoek geweest naar alternatieven zoals private equity of hypotheken die mogelijk nog wat meer rendement op kunnen opleveren, hoewel daar vaak wel hogere kosten tegenover staan. ‘’Afwijken van wat tot nu toe in de pensioenwereld als gemiddeld wordt beschouwd kost veel energie. Als je nieuwe dingen probeert gaat het vaak goed maar het gaat niet altijd goed. Dan staan ook direct de beste stuurlui

volledige indexatie nog ver weg aan wal met hun kritiek,’’ waarschuwt Heerkens daarbij. Het dynamische beleggingsbeleid werpt zijn vruchten af. Zo heeft het fonds hierdoor vorig jaar alleen al 256 miljoen aan extra inkomsten kunnen realiseren. ‘’Dat rendement, daar draait het uiteraard om. Daarmee kunnen we uiteindelijk de dekkingsgraad verhogen en dat leidt ertoe dat we misschien ook weer kunnen gaan indexeren. De laatste jaren voldoen we eigenlijk niet aan de verwachting van de gepensioneerden om hen een waardevast pensioen te geven. In ieder geval is de kans op korten vorig jaar gedaald tot net drie procent terwijl dat eind 2016 toch nog ruim tien procent was. We zijn er al heel blij mee dat dat gevaar grotendeels is geweken maar daarmee zijn we er nog niet. Bovendien: garanderen dat er nooit een korting zal komen, dan kunnen we niet. Beleggen blijft beleggen en de crisis van 2008 heeft laten zien wat er allemaal fout kan gaan.’’ Beleidsdekkingsgraad Indexeren mag pas, zoals vaker gemeld, als Pensioenfonds PGB een beleidsdekkingsgraad (BDG) - dat is de dekkingsgraad over een aaneengesloten periode van 12 maanden - weet te bereiken van minstens 110 procent. Komt die dekkingsgraad vijf jaar lang onder de 105 procent, dan zou Pensioenfonds PGB moeten gaan korten. ‘’Dankzij ons beleggingsbeleid en het rendement dat dat oplevert, is de beleidsdekkingsgraad per eind van het jaar gestegen van 96 procent in 2016 naar 106,1 procent bij de laatste jaarwisseling. In de eerste maand van dit jaar zat de voor indexatie essentiele dekkingsgraad net boven de 110 procent maar vooral door het tegenzittende beursklimaat is die er in februari en maart weer onder gedaald.‘’ De grens van die 110 procent is daarmee helaas weer wat verder uit het zicht verdwenen,’’ geeft Heerkens toe. Overigens mag een pensioenfonds pas bij een BDG van 127 procent volledig gaan indexeren: ‘’Dat betekent dat het, ook als we eindelijk weer mogen gaan indexeren, wel jaren zal duren voordat de achterstand in koopkracht is ingehaald.’’ Ruud Peys Bestuursleden en leden luisteren aandachtig naar de voorzitter 5

Een prachtig kasteeltje uit de 15e eeuw omringd door andere historische gebouwen. Daar omheen een wijngaard van liefst acht hectare, een moestuin, kruidentuin, imkerij en fraaie wandelpaden. Een nieuw gastenverblijf, een winkel vol klooster- en streekproducten waaronder abdijbieren en ambachtelijke kaas en vanaf juni de eigen wijn. Een volledig verbouwde oude boerderij waarin naast een sfeervol restaurant en vergaderruimten ook de wijnmakerij te vinden is. En dat alles rond een kloostergemeenschap die al sinds 1271 onafgebroken bestaat. Je kunt je een slechtere omgeving voorstellen om je voor te bereiden op het leven na je pensioen dan de Norbertinessenpriorij Sint-Catharinadal in Oosterhout. Hier vinden we Fons Metsaars, nog even bedrijfsadviseur bij het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen KVGO maar in september met pensioen. ‘’Dan hoor ik bij de VVG en ik zal ook meteen lid worden.’’ Metsaars heeft tijdens een lange loopbaan, vooral als regionaal bedrijfsadviseur, de grote veranderingen in de grafische industrie van nabij meegemaakt. ‘’De hele sector heeft een enorme omslag door moeten maken waarbij het drukwerk dat vroeger de hoofdrol speelde nu nog maar één van de vele kanalen is naast al het digitale. Het is een interessante tijd geweest, ik heb met heel veel mensen contact gehad en ook veel vrienden gemaakt.’’ Half september neemt Metsaars afscheid en dat doet hij in het Wijnhuis De Blauwe Camer van Sint-Catharinadal. Want Metsaars kent dit klooster en alles eromheen inmiddels meer dan goed. Hij kwam er toevallig voor ’t eerst in 2009, toen nog namens het KVGO. De kloostergemeenschap heeft al sinds 1954 een eigen kunstatelier bij de historische boekbinderij en is vanwege die grafische activiteiten ook lid van het KVGO. ‘’Wij reiken altijd een zilveren speld uit aan directieleden die 25 jaar zijn ingeschreven en daarvoor ben ik destijds ook een keer naar Oosterhout getogen.’’ Vier jaar geleden werd de kennismaking vernieuwd toen Metsaars na een verblijf in Noord-Nederland weer naar ‘zijn’ Brabant was teruggekeerd. ‘’Mijn echtgenote en ik werken nu als vrijwilliger in de winkel. We draaien twee weken op zaterdag en dan één weekend niet. Daarnaast houd ik me ook bezig met de veiligSt-Catharinadal is een belangrijke toeristische attractie geworden. Van de grafische wereld naar een wijnw heid van het hele complex. Ik heb daar kennis van en ervaring in en die zet ik hier graag in. Op dit moment doe ik het naast mijn vaste baan maar ik ga er na mijn pensionering zeker meer tijd insteken. Het is een prachtige instelling met fantastische mensen. Het moet natuurlijk geen fulltimebaan worden, we gaan er ook op uit, maar achter de geraniums zitten is niets voor mij.’’ Ontwikkelingsproject Sint-Catharinadal heeft, net als de grafische sector, de laatste jaren een enorme verandering doorgemaakt. Zuster Maria Magdalena, de gedreven en opmerkelijk zakelijke priorin van de Norbertinessenpriorij, is daarbij de drijvende kracht geweest. Zij legt uit: ‘’Het kunstatelier staat weliswaar overal uitstekend bekend, we hebben er zelfs prijzen mee behaald, maar de inkomsten liepen toch gestaag terug. Op een bepaald moment werd het duidelijk dat het voortbestaan van onze gemeenschap in gevaar dreigde te komen. Sint-Catharinadal kan over een paar jaar haar 750 jarig bestaan vieren; dat is echt uniek. Wij zijn het aan het verleden verplicht om de toekomst veilig te stellen. Daarom zijn we begonnen met ons Ontwikkelingsproject.’’ Zuster Maria Magdalena heeft daar lang over nagedacht en, zegt ze zelf, vele slapeloze nachten gehad. Na een wat aarzelend begin is ze al snel overal gaan pleiten en steun zoeken voor ‘haar’ Catharinadal. Ze ging langs bij de wethouder, bij de gedeputeerde, bij andere instellingen en ook zocht ze een kring mensen om zich heen, vrijwilligers als Metsaars die hun eigen deskundigheid graag inbrengen. ‘’Door al dat werk kwam ik weleens in een spagaat. Ik ben als priorin ook een moeder voor de zusters van onze gemeenschap, dat is en blijft altijd het voornaamste. Maar tegelijk moesten Fons Metsaars helpt samen met zijn vrouw in ‘t weekend in de fraaie winkel 6

winkel in ’t prachtige domein St. Catherinadal toch ook al die zaken geregeld worden.’’ Uiteindelijk lukte het om van de provincie een lening te krijgen die het mogelijk maakte de plannen te realiseren. Ook de gemeente Oosterhout faciliteerde, waar mogelijk. ‘’De belangrijkste vraag was, wat willen we er eigenlijk mee? Daar kwamen best veel ideeën voor maar die waren vaak toch niet geschikt. Zo werd geopperd om hop te gaan telen om ons eigen bier te brouwen. Maar abdijbier is er al zo veel. Op een gegeven moment viel het woord wijngaard. Ik denk dat het van de Heilige Geest kwam….’’ Unanieme steun Het idee krijgen is één, het realiseren is natuurlijk wat anders. De priorin wilde eerst en vooral weten hoe de zusters van het klooster erover dachten. ‘’Alles wat we hier doen moet gedragen worden door onze gemeenschap. Ik heb de zusters uitgebreid geïnformeerd en uiteindelijk hebben we een geheime stemming gehouden waaruit bleek dat ze het er unaniem mee eens waren.’’ Dat betekende dat het werk kon beginnen. De aangrenzende vleugel naast het kasteeltje De Blauwe Camer, dat al sinds 1647 het huis is van de zusters - ‘toen moesten we vanwege de Tachtigjarige Oorlog vluchten uit Breda’ -, werd grondig verbouwd om, met behoud van het historische karakter, ruimte te maken voor gastenkamers, een eetzaal en bijbehorende voorzieningen. De oude boerderij werd omgetoverd tot wijnmakerij met alle benodigde apparatuur met daarnaast een fraai restaurant en vergaderzalen. De acht hectare grond om het kasteel, waar vroeger de koeien graasden, werd omgeploegd en bewerkt om ruimte te maken voor een grote wijngaard. Voor de aanleg daarvan en het wijnmaken is een wijndeskundige uit Zuid-Afrika aangetrokken. Zuster Maria Magdalena: ‘’Als je zoiets doet, moet je het goed doen, daar moet je dus expertise voor in huis halen.’’ De eerste wijnoogst vond plaats in oktober 2017 en nu is het wachten op de wijn die in juni gebotteld moet worden. Het Sint-Catharinadal van nú is naast een religieuze gemeenschap tot een belangrijke toeristische attractie geworden. Je kunt hier overnachten, vier keer per dag een kerkdienst bijwonen, een rondleiding krijgen door de wijngaard, de moestuin en het kasteel, je kunt wijn proeven én kopen of ook een bruiloft, of een bedrijfsbijeenkomst organiseren. Je kunt er ook ambachtelijke kaas kopen door een nieuwe samenwerking met een aangrenzend boerenbedrijf bij de Sint-Paulusabdij. Deze vormt samen met Norbertinessenpriorij Sint-Catharinadal en de Benedictinessen van de Onze Lieve Vrouwe Abdij de Heilige Driehoek van Oosterhout. Een deel van het werk wordt daarbij gedaan door de zusters maar verder blijft de zustergemeenschap strikt gescheiden. Zuster Maria Magdalena: ‘’We hebben echt een prachtige groep vrijwilligers om ons heen. Mensen die zich volop inzetten en vaak ook hun expertise inbrengen. En vergeet ook niet onze medewerkers van de sociale werkvoorziening !GO.’’ De nieuwe elementen zijn ondergebracht in een stichting waarbij de inkomsten ten goede komen aan de Norbetinessenorde. Zuster Maria Magdalena loopt – terecht – trots rond op het prachtige project dat tegenwoordig een belangrijke rol speelt in de plaatselijke en regionale economie. Voor haar doemt echter al weer een volgende veranderslag op: ‘’Onze orde telt momenteel nog 16 zusters. We hebben geen intreders, dat is een punt van zorg. Jonge vrouwen van vandaag willen zich niet meer voor een heel leven vastleggen op het kloosterleven zoals wij dat hebben gedaan. Om de gemeenschap ook na 750 jaar voort te laten bestaan, kunnen we wellicht zoeken naar eigentijds engagement?” Ruud Peys 7

Schuldenberg Europese twee keer de omvang van het bruto nationaal product. Er is fors gespaard. “We hebben de grootste pensioenreserves ter wereld, als je het Noorse oliefonds even niet meetelt. Er is één grote dreiging. Dat de rendementen van staatsobligaties naar nul zijn gegaan. Hetgeen voor een groot deel samenhangt met het beleid van de Europese Centrale Bank.” Tel uit je verlies Omtzigt verdedigt de onafhankelijke positie van de ECB. Invloed van politici moet je niet willen. Die hebben de neiging om telkens vlak voor de verkiezing de rente te verlagen. De economie krijgt dan wel een korte opleving maar betaalt vervolgens de rekening in de vorm van inflatie. Tel uit je verlies. “De ECB bepaalt niet alleen de rentes. Op het lage renteniveau kan ik wel kritiek hebben – maar dat kan. Iets anders geldt voor het opkoopprogramma waarmee de bank begonnen is. Bijna een derde van alle staatsschuld in de eurozone is nu in handen van de centrale bank. En ook nog eens 15 procent van alle obligaties van beursgenoteerde bedrijven. Met die handelswijze heeft de ECB het idee dat we een markteconomie zijn volstrekt verlaten.” Valt gezien de crisis begrip te hebben voor de ECB of is de bank compleet doorgeschoten? Pieter Omtzigt: “In Europa is de centrale bank gekker te keer gegaan dan de Amerikanen.” De hervormingen van het Nederlandse stelsel zijn niet genoeg om alle bedreigingen van de pensioenen te bezweren. Zonder sanering van de schuldenberg bij de Europese centrale Bank staan de rendementen permanent onder grote druk. Aan het woord: kamerlid en pensioenspecialist Pieter Omtzigt van het cDA. “Principieel ben ik van mening dat een centrale bank geen balans moet hebben van 4.500 miljard euro, merendeels staatsleningen. Vierduizend vijfhonderd miljard! Dat heeft de centrale bank van zelfs de Sovjet-Unie nog nooit gehad. De Amerikanen zijn een jaar geleden met dit beleid gestopt. Hun schuld is nog 20 procent van het bruto binnenlands product. In Europa hebben we dubbel zo veel. We zijn gekker te keer gegaan dan de Amerikanen.” Groningen of Florence Twentenaar Pieter Herman Omtzigt (1974) beschouwt de jaren dat hij in Italië en Engeland verbleef als een goede vooropleiding van zijn huidige functie. Hij is voor het CDA woordvoerder Europa, belastingen en pensioenen. Omtzigt had voor zijn promotie in de econometrie de keuze tussen de universiteiten in Groningen en Florence. “Met lood in de schoenen belde ik naar Groningen. Ze moesten erg lachen. Groningen of Florence. Dat werd natuurlijk Italië. Ik heb zware kritiek op de Europese Centrale Bank. Een deel van mijn klasgenoten in Florence werkt nu bij de ECB.” De pensioenreserves in Nederland hebben bijna 8 “De ECB doet dit vanwege het gevaar van deflatie. Ook best wel gevaarlijk. Wellicht leuk voor de gepensioneerden. Je ziet De Europese Centrale Bank in Frankfurt heeft volgens Pieter Omtzigt het idee van een markteconomie volstrekt verlaten. “Bijna een derde van alle staatsschuld in de eurozone is nu in handen van de centrale bank. En ook nog eens 15 procent van alle obligaties van beursgenoteerde bedrijven.” IN tERVIEW

Bank houdt pensioenen in klem bij deflatie ieder jaar de prijzen dalen terwijl je pensioen gelijk blijft. Maar voor bedrijven of mensen met een hypotheek ontstaan enorme problemen. Deflatie moet je dus niet willen.” Zuidelijke landen Andere koek is echter dat (meer dan) het vermoeden bestaat dat niet alleen al voor 2500 miljard staatsobligaties gekocht zijn vanwege een dreigende deflatie maar ook om met name de zuidelijke staten gemakkelijker geld te laten lenen. “Met als gevolg een heel lage rente. Pensioenfondsen maken op staatsobligaties tussen de -0,5 en 2 procent rendement. Bij -0,5 moet je elk jaar bijbetalen. Daar word je niet blij van.” Het opkopen van de obligaties met hun hopeloos lage rendementen is volgens Omtzigt een van de grote systeemrisico’s in ons financiële stelsel. “Formeel gezien zou de ECB de waardepapieren een keer moeten verkopen. Maar ik zie niemand die zegt: doe mij maar een pakket van 400 miljard staatsobligaties van Italië tegen nul rendement. Dat gaat niet gebeuren. Dus ben ik bang dat er grote verliezen geleden worden. Ondertussen is er enorme economische schade. Voor spaarders en gepensioneerden. Maar niet voor hen alleen – dat moeten we wel steeds blijven bedenken. Mensen met een behoorlijk spaarboekje worden er niet blij van. En de deelnemers aan het pensioenfonds ook niet. Er wordt niet of nauwelijks geïndexeerd. Dat treft zowel de gepensioneerden in hun uitkering als de jongeren in hun opbouw.” ‘‘Pas op voor invloed van politici” Duidelijk en solidair Wat het ideale pensioenstelsel van Pieter Omtzigt is? Belangrijk is in ieder geval dat de mensen van tevoren weten welke risico’s ze lopen. Het contract moet duidelijk en compleet zijn. Mensen stellen daar immers een deel van hun financiële planning op af. “Een van de grote problemen van het huidige stelsel is het risico van geen indexatie. Een heleboel gepensioneerden zeggen terecht dat ze niet wisten dat het gevaar onderdeel van het contract vormt. Het was het wel, maar was nooit verteld.” Een tweede gewichtig punt voor Omtzigt: zorg voor een mate van solidariteit. Zodat de pensioenen levenslang gelden. Vergeet ook niet – die dreigen wel eens tussen wal en schip te belanden – de pensioenen voor nabestaanden en arbeidsongeschikten. Punt drie: houd afstand van de politiek. Zodat Den Haag en Brussel niet bij de pensioenpotten kan. “De reden dat de meeste landen geen goed functionerende pensioenfondsen hebben, is de afstand tot de overheid. De pensioenfondsen moeten privaat zijn en van de sociale partners – de werknemers en werkgevers. Als je een staatspensioenstelsel hebt, gaat de politiek zich met van alles bemoeien en blijft van de buffers en fondsen niets over.” theo leoné 9

Organisaties slaan handen verder ineen De koepels van ouderenorganisaties KNVG en NVOG gaan nauwer samenwerken. De beide verbonden willen fuseren om nog beter met één stem namens de ouderen op te kunnen treden. Voor zo’n fusie moeten alleen nog wat administratieve en organisatorische vraagstukken worden opgelost. KNVG is de Koepel van Nederlandse Verenigingen van Gepensioneerden KNVG waar de VVG-PGB bij is aangesloten. NVOG staat voor de Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden die ook landelijke en regionale onafhankelijke verenigingen van ouderen omvat. De organisaties hoorden tot enkele jaren geleden bij elkaar maar door persoonlijke geschillen is toen een splitsing ontstaan. ‘’In de loop der tijd zijn we weer steeds nauwer gaan samenwerken. We sturen samen brieven en petities naar de Tweede Kamer of de regering en pakken ook andere activiteiten gezamenlijk op. Verder hebben KNVG en NVOG ook gezamenlijke commissies voor zorg en financiën. Het is echter toch praktischer om weer tot één verbond voor alle ouderenorganisaties in ons land te komen,’’ zegt bestuurslid van VVG-PGB Thijs Reuder die samen met Henk van der Rijst namens de VVG-PGB betrokken is bij de KNVG en alle vergaderingen bezoekt. ‘’Wij vertegenwoordigen daar een van de grootste verenigingen van gepensioneerden in ons land dus we hebben een belangrijke stem in het geheel.’’ Zowel KNVG als NVOG hebben bijvoorbeeld grote moeite om bestuursleden Niet meer roepende in de woestijn Martin van Rooijen, oud-voorzitter van onze koepelorganisatie KNVG, maakt zich er in de Tweede Kamer sterk voor dat in de zogenoemde rekenrente een bodem van 2 procent mag worden gelegd. Lange tijd leek hij met zijn pleidooien een roepende in de woestijn, maar gaandeweg krijgt hij steeds meer steun, ook van ‘onafhankelijke’ deskundigen. Het lijkt allemaal nog onvoldoende om de Tweede Kamer in meerderheid achter zijn voorstellen te krijgen, maar Van Rooijen kennende houdt hij nooit op. Het zal dus ook invloed hebben bij de discussie over de inrichting van een nieuw pensioenstelsel. Of misschien blijft het wel bij een simpele verbouwing… te vinden. Het KNVG werkt na het vertrek van Martin van Rooijen naar de Kamer zelfs al meer dan een jaar met een interim voorzitter. Reuder: ‘’Dat is ook niet zo vreemd, je wordt er niet voor betaald en het kost je wel drie, vier dagen in de week. Als er een fusie komt, dan heb je maar één voorzitter en ook minder bestuursleden nodig.’’ Mede gezien die tijdsdruk is er tevens behoefte aan professionele ondersteuning, waarover de NVOG momenteel wél beschikt maar de KNVG niet. Dat leidt er wel toe dat de NVOG een flink hogere contributie van de aangesloten organisaties vraagt dan de KNVG. ‘’Dat is ook een van de praktische vraagstukken waar we nog een oplossing voor moeten vinden,’’ zegt Reuder. Het belangrijkste doel van een fusie is om de stem van de gepensioneerden en andere ouderen nog harder en duidelijker te laten klinken. ‘’We worden tegenwoordig als vertegenwoordigers van de ouderen nadrukkePremies zorgv De premies voor de zorgverzekering gaan volgend jaar fors omhoog, voorspellen twee van de vier grote spelers op de zorgmarkt CZ en Zilveren Kruis. Nee, dat is helemaal niet nodig, zegt VGZ waarmee de VVG samen een zorgverzekering voor de leden aanbiedt. De zorgpremie moet volgend jaar mogelijk minstens zes procent omhoog, dubbel zo veel als die over 2018, omdat de reserves waarmee de verzekeraars de laatste jaren de stijging hebben weten te beperken zijn uitgeput. Bedrijven als CZ en Zilveren Kruis waarschuwen dat 10 IN tERVIEW

lijk gehoord, zowel in het parlement als bij de betrokken ministers. We hebben bijvoorbeeld een goede inbreng bij het hele debat over het nieuwe pensioenstelsel. Ook treden we gezamenlijk op waar het gaat om de rekenrente die zo’n obstakel vormt voor de indexatie van onze pensioenen. We steunen wat dat betreft samen de pogingen van Martin van Rooijen, vroeger zelf voorzitter van de KNVG en nu lid van de Tweede Kamer, om daar door een tijdelijke maatregel wat aan te doen. Als je ziet wat er allemaal aan ontwikkelingen zijn die ons rechtstreeks raken, dan is het ook steeds belangrijker dat de ouderen in ons land met één stem spreken. Die fusie van KNVG en NVOG komt er wat ons als VVG-PGB betreft dus zeker.’’ Ruud Peys gverzekering: sterk omhoog of toch niet? daardoor forse premiesprongen onvermijdelijk worden. Achmea, moederbedrijf van Zilveren Kruis, heeft al gewaarschuwd dat ‘het einde van de premiesubsidie nabij is’. CZ gebruikte volgens gegevens van Financieele Dagblad in 2017, 259 miljoen euro van zijn reserves om de premiestijging te dempen, bij Zilveren Kruis was dat 108 miljoen. Die potten zijn echter nu op het minimaal vereiste niveau beland. Volgens de verzekeraars is daarom een inhaalslag nodig om bij een kostendekkende premie in de buurt te komen en tegelijkertijd de stijgende zorgkosten bij te kunnen benen. Maar directeur Tom Kliphuis van VGZ is het daar niet mee eens. Hij erkent dat de buffers op raken maar dat hoeft niet automatisch te leiden tot forse premiestijgingen. ‘’Ik ben daar een stuk optimistischer over dan mijn collega's.’’ Kliphuis verwacht dat de premies door de kostenbesparingen bij de zorginstellingen en bij verzekeraars toch binnen de perken kunnen blijven. Hij verwacht wat dat betreft veel effect van de langetermijn contracten die VGZ heeft gesloten met twaalf zorginstellingen. Daarin staat dat zo’n instelling een deel van de bezuinigingen zelf mag houden wat onder meer de artsen een stimulans geeft om minder kostbare behandelingen voor te schrijven. Voor de zorg én de verzekeraars blijft het grote probleem dat de zorgkosten al maar hoger worden. Volgens het Centraal Planbureau gaan die de komende tijd jaarlijks meer dan drie procent omhoog als de overheid of anderen geen maatregelen nemen om de stijging onder controle te krijgen. Ook het bevriezen van het eigen risico op 385 euro zoals afgesproken in het regeerakkoord leidt tot hogere zorgpremies. Ruud Peys 11

Ben Kamphuis haalt stof Ben Kamphuis: “Van letterzetter naar tandtechniek. Als je iets wilt, kun je het. Klaar.” Nooit van gehoord? Het Mundomotorium uit Hengelo? Laat Ben Kamphuis (1946) aan het woord en je hebt direct een avondvullend programma. Letterzetter was hij, administrateur, tandtechnicus. Een en al onrust. Met een dynamiek die vooral tot uiting kwam als hij met zijn band muziek kon maken. Avond aan avond speelde Kamphuis op zijn basgitaar dansmuziek. Geweldig. Geen wonder dat hij zich ’s ochtends wel eens in de ogen wreef. “Bij de Twentsche Courant was ik een beetje een vreemde eend in de bijt. Oma kwam met het idee om typograaf te worden. Die had het zelfs in de crisisjaren niet slecht gehad. Tot aan de komst van het fotografisch zetten bleef ik bij de krant. Om in september 1976 een toch wel bijzondere stap te maken. Op dertigjarige leeftijd begon ik bij Smithuis als leerling in de tandtechniek. Ik had inmiddels een vrouw en twee kinderen. Van letterzetter naar tandtechniek. Waarom ook niet? Vader zei altijd: als je iets wilt, kun je het. Klaar. Dertig jaar heb ik gewerkt als tandtechnicus.” 12 De muziek kwam op een wat lager pitje. Niet langer vier keer per week op pad - eerder een, misschien twee avonden van huis. Logisch, vrouwlief was niet van plan de kinderen alleen op te voeden. Maar wat te doen met de vrije avonden? “Van niets doen word ik onrustig. Ik heb geen rust in de kont.” Vakmanschap Meesterschap Dankzij de muziek maakte Kamphuis in Enschede kennis met Gerard Brummer. De man van Grolsch succesvolle biercampagne Vakmanschap is Meesterschap, had een huiskamer vol boeiende instrumenten. Een vonk sloeg over. Recht voor zijn raap: “Als je wat kwijt wilt, moet je eerst mij bellen!” Aan enthousiasme heeft Kamphuis nooit een gebrek gehad. “Brummer had met zijn kinderen afgesproken niets weg te doen. Er gingen een paar jaar overheen. Toen kwam hij bij mij thuis met een tasje vol losse onderdelen. Of daar nog iets van te maken was? Ik heb me toen veertien dagen opgesloten. Brummer reageerde verbaasd. Hoe was dat mogelijk? Sindsdien kwam hij iedere keer met wat spullen.” De belangstelling voor oude instrumenten nam bij Ben Kamphuis snel toe. De focus schoof naar de wonderlijke apparaten die vanaf 1863 een eeuw lang zijn gebruikt in het natuurkundig onderwijs. Halverwege de negentiende eeuw kwamen – gedreven door industrialisatie en oplevende handel - nieuwe schooltypen in zwang. De Hogere Burgerschool verscheen, de landbouw- en ambachtsscholen. De Mammoetwet (met Mavo, Havo en VWO) nam rond 1970 het scholenlandschap opnieuw op de schop waardoor oude onderwijsmiddelen overbodig en vergeten raakten. “In de jaren voor de Mammoetwet lag het accent sterker op het aanschouwelijk onderwijs. De leerlingen moesten optisch zien wat er gebeurde”, zegt cultuurwetenschapper en docent Hans van den Broek. Samen met Ben Kamphuis schreef hij voor het tijdschrift voor wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis Studium een artikel over het mundomotorium uit Hengelo. Gebruiksklaar Kamphuis heeft sinds het midden van

van vergeten instrumenten De collectie is uitgegroeid tot een piekfijn verzorgd museum. de jaren tachtig een geweldige collectie opgebouwd van instrumenten die in de periode 1860 – 1940 gebruikt zijn bij het natuurkundig onderwijs. De bovenste verdieping van zijn woning is een heus museum. Alle instrumenten zijn gebruiksklaar en zo nodig minutieus gerenoveerd. Alleen de herinnering (leuke vondst, berg maar op) is technicus Kamphuis niet genoeg. Pronkstuk van de collectie is het mundomotorium, gemaakt door de Groningers Willem Gleuns en Hendrik Deutgen. Het instrument werd in 2000 gevonden op de zolder van scholengemeenschap Bataafse Kamp in Hengelo. De functie van het apparaat: het laten zien van de beweging van hemellichamen. Ah, zelfs aan de zon- en maansverduistering is gedacht. Apentrots zijn de ontwerpers van het toestel. Gepromoveerd onderwijsman Gleuns met zijn 25 jaar ervaring en instrumentenmaker Deutgen van de Academie in Groningen zijn niet de eerste de besten. Om de marktkansen te vergroten schrijven ze in 1854 een brief aan de minister van Binnenlandse Zaken. Of hij het instrument wil laten beoordelen door de geleerde heren van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen. De reactie uit Leiden keert als een boemerang terug in het Groningse. Wetenschapper Frederik Kaiser veegt met het toestel – “dat valsche denkbeelden omtrent het wezen van het zonnestelsel zal oproepen” – de vloer aan. Wat botsen zijn het onderwijskundige en het wetenschappelijke nut, de geleerdheid van bastion Leiden en de kennis van de koude grond uit Groningen. “Uitzonderlijke collectie oude natuurkundelessen” Strijd Groningen – Leiden Van den Broek: “De kloof tussen Groningen en Leiden was onoverbrugbaar. Groningen, waar een docent de beginselen van de wiskundige aardrijkskunde en sterrenkunde moest zien over te brengen op zijn leerlingen. Leiden, waar een van Europa’s grootste astronomen van zijn tijd met tegenzin een didactisch hulpmiddel moest beoordelen waarin hij op voorhand geen vertrouwen had.” Gleuns en Deutgen grijpen elke gelegenheid aan om hun (wellicht wat dure) instrument aan te prijzen. Zonder groot succes. Een handleiding van het toestel is in diverse wetenschappelijke musea te vinden. Tot de vondst in Hengelo in het jaar 2000 was het instrument zelf – waarvan hooguit tien exemplaren gebouwd zijn – in geen velden of wegen te bekennen. theo leoné Het mundomotorium, een zeldzaam instrument gemaakt door de Groningers Willem Gleuns en Hendrik Deutgen. Het toestel werd in 2000 gevonden op de zolder van scholengemeenschap Bataafse Kamp in Hengelo. De functie van het apparaat: het laten zien van de beweging van hemellichamen. 13

Pensioenwereld net als dagbladen: leuk, uitdagend én gecompliceerd ‘’Het grootste deel van mijn loopbaan heb ik gewerkt in de uitgeverij; boeken-, tijdschriften en kranten. Kranten uitgeven is leuk, kranten zijn maatschappelijk van groot belang maar het is ook gecompliceerd. Datzelfde geldt voor pensioenen, het is leuk, het is voor iedereen relevant maar het lijkt ook met de dag gecompliceerder te worden. Daarom trekt die pensioenwereld me aan en ben ik ook graag bereid namens de VVGPGB toe te treden tot het bestuur van Pensioenfonds PGB.’’ Dat zegt Freek Busweiler over zijn benoeming voor die bestuurszetel. Die benoeming werd al aangekondigd tijdens de ALV van de VVG-PGB en is daags daarna ook goedgekeurd door de Nederlandsche Bank als toezichthouder. De afgelopen weken was hij ook al enige tijd als waarnemer bij de bestuursvergaderingen aanwezig. Busweiler werd ‘opeens’ kandidaat toen een andere gegadigde, een FNV-bestuurder, al aftrad voordat ze haar zetel goed en wel had ingenomen. Hij zat sinds anderhalf jaar, ook namens de VVG-PGB, in het Verantwoordingsorgaan maar had al eerder in zijn loopbaan veel met pensioenen te maken gehad. Busweiler is net na de oorlog geboren in Marknesse in de toen nog érg prille Noordoostpolder. ‘’Wij woonden daar in een houten noodwoning. Toen mijn jongere broer werd geboren timmerde mijn vader er een slaapkamertje bij. Tegenover ons stond een stenen huis, daar waren we allemaal erg jaloers op. Omdat mijn vader geen boerderij kreeg toegewezen, zo ging dat in die tijd nog, is hij een loonwerkerij begonnen. In de vakanties hielp ik mee in het bedrijf. Ik ben zelf na mijn rechtenstudie begon14 nen in Human Relations, dat ging dus over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden maar ook over pensioenen. Toen heb ik me daar dus al vaak mee bezig gehouden. Toen ik later directeur werd bij VNU en vervolgens bij Wegener ging dat natuurlijk wat meer op afstand. Maar toen ik na mijn vertrek bij Wegener als adviseur actief werd, ben ik ook enige tijd namens de werkgever bestuurslid geweest van het pensioenfonds van PostNL. Dat heeft me veel ervaring met de huidige materie opgeleverd. Waarom mijn benoeming voor PGB dan toch nog goedgekeurd moet worden? Omdat DNB iedere benoeming moet goedkeuren en bovendien Pensioenfonds PGB wel heel wat anders is dan het fonds van PostNL, het is veel gecompliceerder en aanzienlijk groter.’’ Grensverleggend Busweiler is zonder meer enthousiast over de kans die hij krijgt bij PGB. ‘’Dat fonds is, zoals velen bekend is, begonnen voor de grafische sector. Maar we weten allemaal wel wat er de laatste jaren met die sector is gebeurd, die is als gevolg van de digitalisering veel kleiner geworden en daar lijkt nog steeds geen eind aan gekomen. Pensioenfonds PGB is daarom andere wegen ingeslagen en heeft de afgelopen tien jaar een enorme groei doorgemaakt. Dat is zeker in het belang geweest van de deelnemers en dus ook van de gepensioneerden. Die aanpak getuigt van lef en van ondernemerschap, ze zijn echt grensverleggend bezig geweest en waren daarmee een voorloper in de Nederlandse pensioenwereld. Daar heb ik groot respect voor en ik zou ook graag bij willen dragen aan de verdere ontwikkeling van het fonds.’’ Hij benadrukt dat hij weliswaar een bestuurszetel inneemt op voordracht van de VVG-PGB maar daar dan niet zit om uitsluitend de belangen van de gepensioneerden te behartigen. ‘’Als bestuurder ben je verantwoordelijk voor een evenwichtige belangenbehartiging. Ik ben wel benoemd namens de VVG maar zonder last of ruggenspraak. Als er bepaalde besluiten genomen moeten worden, dan zal het bestuur de belangen van alle groeperingen op een evenwichtige wijze moeten afwegen. Natuurlijk moet ik er wel voor zorgen dat de belangen van de gepensioneerden daarbij niet over het hoofd gezien worden.’’ Busweiler wordt in het bestuur verantwoordelijk voor de communicatie en heeft daar al bepaalde ideeën over. Nadenkend formulerend zegt hij: ‘’Daar zou ik wat over kunnen zeggen maar dan praat ik toch een beetje voor mijn beurt. Nu mijn benoeming eenmaal rond is, dan gaan we het daar zeker over hebben.’’ Ruud Peys

Heeft drie jaar besturen in de pensioensector mij 10 jaar ouder gemaakt? cOluMN cultuur, en mij daarom gedraag als iemand van boven de 40, vroeg ik mijzelf geschrokken af. Een gesprek met een paar collega-bestuurders veroorzaakte laatst bijna een vroege midlifecrisis…. Want al was ik zelf nog in de veronderstelling “jong” te zijn, misschien dacht mijn omgeving daar heel anders over. Was ik ongemerkt “oud” geworden…? Laat ik eerst uitleggen wat er gebeurde. De collega-bestuurders waren te gast geweest bij de jaarlijkse bijeenkomst van onze vereniging van gepensioneerden. Een van de onderdelen was een cabaretier. Dit onderdeel, werd mij geamuseerd verteld, was een groot succes. Ik bleek daarin ook onderwerp van gesprek te zijn geweest. De vraag was of Pensioenfonds PGB jongeren in het bestuur heeft en er was discussie over mijn leeftijd ontstaan. Ik was inmiddels boven de 40 werd in de zaal gedacht. Nee, dat viel mee riep iemand, pas 38… (for the record, ik ben 36). De conclusie van de cabaretier: Jong? Jochem ziet er kennelijk uit als 40-plus en gedraagt zich ook zo. Vooral die laatste conclusie duwde mij richting de genoemde vervroegde midlifecrisis. Onderzoek Recent is onderzocht hoe het staat met de diversiteit in besturen van pensioenfondsen. Hiermee is het nog altijd niet zo best gesteld en een van de bevindingen was dat 60% van de besturen geen leden onder de veertig heeft. Ik merk dit ook als ik congressen bezoek. Vaak ben ik veruit de jongste. Terwijl, laten we eerlijk zijn, 40-min al een rekbaar begrip is als het gaat om de term “jong”. In een interview met NRC over dit thema grapte ik al eens dat ik dit “redelijk mid-career” vind. Zorgt het gebrek aan jongeren in pensioenfondsbesturen er misschien voor dat ik mij inmiddels aanpas aan de bestaande Verscheidenheid Groepsdenken treedt ongemerkt gemakkelijk op in groepen met veel hetzelfde soort mensen. Mede daarom vind ik verscheidenheid aan de bestuurstafel ook zo belangrijk. Dat gaat natuurlijk verder dan een focus op leeftijd. De pensioensector wordt geconfronteerd met ingrijpende veranderingen (zoals het mogelijke nieuwe pensioencontract). Dit vraagt om het vermogen om als team afstand te kunnen nemen, zaken van meerdere kanten te bekijken en misschien nog wel het belangrijkste, om creativiteit. Een team waaraan deze eisen worden gesteld heeft behoefte aan mensen met verschillende karakters, afkomst, sekse, leeftijd, ervaring, expertise en persoonlijkheidskenmerken. Veelzijdig team Als ik kijk naar de samenstelling van het bestuur bij Pensioenfonds PGB zie ik gelukkig een zeer gevarieerde groep. Alle bestuurders brengen expertise in op uiteenlopende onderwerpen. Vanuit diverse achtergronden en kenmerken kijkt iedereen op zijn eigen manier naar de uitdagingen die op ons afkomen. Als team is het vervolgens de uitdaging om die verschillende gezichtspunten voldoende de ruimte te geven en te waarderen. Aan iedereen individueel de opdracht beelden en ideeën ook buiten het bestuur te toetsen om te voorkomen dat er groepsdenken ontstaat. Jochem Dijckmeester In gesprek Daarom bezoek ik bewust niet alleen de standaard congressen en seminars. En ik ben blij met de groep jonge enthousiaste bestuurders die ik heb ontmoet rond de uitverkiezing tot jonge pensioenfondsbestuurder van het jaar 2017. Ik werk samen met PensioenLab. En ik blijf in gesprek gaan met groepen (jonge) deelnemers in ons fonds. Ben jij een jonge deelnemer en vind je het leuk om samen met een groepje (jonge) collega’s samen met mij te spreken over pensioen? Dan doe ik dat heel graag. Daarmee help je mij om jong te blijven denken zodat ik niet bang hoef te zijn dat de cabaretier gelijk krijgt. Dan blijft de midlifecrisis voorlopig nog op afstand. Bij dat laatste helpt gelukkig ook dat ik mij vorige week nog eens moest legitimeren bij het kopen van een fles wijn… Jochem Dijckmeester is vanaf 2016 bestuurslid van Pensioenfonds PGB. Hij is jonge pensioenfondsbestuurder van het jaar 2017. Als columnist gaat hij in op actuele onderwerpen, zoals de toekomst van het pensioenstelsel. Aanmelden ziekenkostenverzekering VGZ Leden die zich via VVG-PGB aanmelden bij ziektekostenverzekering VGZ moeten aantonen dat zij lid zijn van de VVG. Voor het aanvragen van een bewijs van hun lidmaatschap kunnen zij een berichtje sturen naar het e-mailadres ledenadministratie@vvgpgb.nl. Voor overige vragen kunnen zij zich telefonisch wenden tot bestuurslid/ledenservices Thijs Reuder tel. 06 – 52616833 of reuder@upcmail.nl 15

‘’Nederland met rekenrente braafste jongen van de klas’’ In de hele discussie over herziening van het pensioenstelsel wordt weinig gesproken over de rekenrente. Dat is opmerkelijk omdat die rekenrente de belangrijkste oorzaak is van de lage dekkingsgraden en daarmee van de onvrede over dat stelsel. Voor zover er over de rekenrente wordt gesproken is het nogal dogmatisch terwijl er op de huidige systematiek veel valt af te dingen. Nederland rekent zich in internationaal verband als braafste jongen van de klas arm met de laagste rekenrente. Dat stelde drs. Han de Jong, hoofdeconoom van ABN AMRO onlangs in de zogenaamde Bismarcklezing. ‘’Er is behoorlijke onvrede met ons huidige stelsel van aanvullend pensioen en er wordt al jaren gesproken over een herziening van deze tweede pijler. Die onvrede is opmerkelijk omdat we een goed stelsel hebben. We lijken nu af te stevenen op een stelsel van individuele pensioenpotten met collectieve risicodeling. Dat lijkt me een slecht idee.’’ De Jong benadrukt dat onze pensioenfondsen de grootste van de wereld zijn. Het totale pensioenvermogen bedraagt 180 procent van het bruto nationaal product terwijl dat bij de nummer 2 op deze ranglijst, IJsland, 145 procent is. Het totale vermogen van de fondsen is sinds de eeuwwisseling ook fors toegenomen. ‘’Ondanks die spectaculaire stijging en omvang van het totale pensioenvermogen staan de dekkingsgraden al jaren onder druk. Veruit de meeste fondsen hebben een reservetekort en veel fondsen een dekkingstekort of zijn er recent in geslaagd daaraan nipt te ontsnappen. Veel fondsen zijn derhalve 'in herstel'. Indexatie aan de inflatie is voor weinig fondsen weggelegd en kortingen vormen nog altijd een reële, zij het voor de meeste fondsen geen acute, dreiging.’’ De belangrijkste factor bij die daling van de dekkingsgraden is de rente geweest. 16 Drs. Han de Jong Eind 2007 stond de meest geciteerde rentevoet op 4,9%, in oktober vorig jaar was dat 1,5%. Bij een gemiddelde afdekking van 40 procent van het renterisico op de verplichtingen duwt die rentedaling de dekkingsgraad ongeveer veertig punten naar beneden. Stelselherziening Het regeerakkoord somt de redenen voor een stelselherziening nog eens op. De Jong: “Verwachtingen worden onvoldoende waargemaakt...”, luidt het. Laat me het beeld even helder schetsen. We hebben het grootste, best gekapitaliseerde pensioenstelsel in de wereld. Een toonaangevende studie ziet ons stelsel als het op één na beste in de wereld. Nergens in de wereld is de armoede onder ouderen zo laag als bij ons en nergens in de wereld is de daling van inkomen bij pensionering geringer dan bij ons. Maar ‘de verwachtingen worden onvoldoende waargemaakt’. Ambitie is prachtig, maar hier vraag je je toch wel af of die verwachtingen dan misschien niet een tikkeltje te hooggespannen zijn.’’ ‘’We gaan in ons stelsel wel op een opvallende manier om met de rente,’’ benadrukt De Jong. ‘’We maken de toekomstige verplichtingen van pensioenfondsen immers contant door de 'marktrente' als disconteringsvoet te hanteren (met toevoeging van een Ultimate Forward Rate, UFR). Actuarieel is de argumentatie dat wanneer je de activa op marktwaarde waardeert je dat ook met de passiva moet doen en kennelijk denken we dat gebruik van een marktrentetarief dat bewerkstelligt. Hoe lager de rente, des te hoger de contante waarde van de verplichtingen en des te lager de dekkingsgraad van een fonds.’’ ‘’Ik heb de afgelopen jaren met enige regelmaat mijn verbazing uitgesproken over deze systematiek. De marktrente heeft geen enkele feitelijke invloed op de ontwikkeling van de verplichtingen. Alleen als je alle toekomstige kasstromen volledig wilt afdekken, zou de marktrente een redelijke disconteringsvoet zijn. Een pensioenfonds heeft een gespreide beleggingsportefeuille om aan de verplichtingen te voldoen en de indexatie waar te maken. Het lijkt dan logisch om de verplichtingen contant te maken met het verwachte rendement op de beleggingen. Uiteraard met inachtneming van voldoende buffers die mede afhankelijk zouden moeten zijn van de risicograad van de beleggingsportefeuille.’’ Ruud Peys Minister vindt stels

‘Door aanpassing financiële regels is korten op pensioenen voorkomen’ De wet uit 2015 waarmee de financiële regels voor pensioenfondsen zijn aangepast heeft er toe bijgedragen dat pensioenfondsen sindsdien nauwelijks hoeven te korten, ondanks het feit dat veel van die fondsen de afgelopen jaren een dekkingsgraad van onder de 100 procent hadden. Wel blijken fondsen in hun herstelplannen vaak uit te gaan van optimistische rendementsverwachtingen. Als zij dan lagere rendementen realiseren, blijft herstel naar het wettelijk vereiste vermogen langdurig uit. Dat schrijft minister Koolmees van sociale zaken en werkgelegenheid aan de Tweede Kamer. De aanpassingswet werd gezien als een soort onderhoud van het pensioenstelsel en moest een aantal onwenselijkheden, zoals het abrupt korten van pensioenen, tegengaan. Ook moest er meer stabiliteit komen bij de financiële sturing van pensioenfondsen en was er meer behoefte aan duidelijkheid over de risico’s die aan pensioensparen kleven voor de deelnemers. Nieuwe regels over de herstelperiode en dekking moesten zorgen voor meer evenwicht, vat de bewindsman samen. Herstelplannen Met de wet werd voor pensioenfondsen één herstelplan ingevoerd met een doorrollende looptijd van maximaal tien jaar. Dit herstelplan wordt, zolang sprake is van een reservetekort, jaarlijks geactualiseerd met steeds opnieuw een hersteltermijn van (maximaal) tien jaar. Hiermee wordt voorkomen dat schokken tegen het einde van het hersteltermijn tot abrupte maatregelen leiden. Verder moet een fonds dat – na toepassing van andere herstelmaatregelen – naar verwachting niet binnen de looptijd voldoende herstelt onmiddellijk een korting doorvoeren. Om aanhoudende dekkingstekorten tegen te gaan mag een fonds maximaal vijf jaar achtereen een dekkingstekort (een dekkingsgraad < ± 105%) hebben. Vóór de aanpassing was dit maximaal drie jaar. Heeft een fonds vijf jaar achtereen een dekkingstekort dan moet er gekort worden maar dat mag over maximaal tien jaar worden gespreid. De doelstelling om kortingen te voorkomen, is ondanks de lage rente grotendeels gehaald, stelt de minister. Sinds 2015 hebben slechts twee kleine fondsen een bescheiden korting doorgevoerd. Positief is ook dat de pensioenpremies tamelijk stabiel zijn gebleven ten opzichte van het loon. En sinds 2015 verschaffen pensioenfondsen hun deelnemers vooraf meer duidelijkheid over de verdeling van financiële mee- en tegenvallers. Hoge verwachtingen Daar staat tegenover dat de door de pensioenfondsen opgezette herstelplannen om de dekkingsgraad weer op te voeren grotendeels leunen op hoge verwachte rendementen. Een zorgpunt is ook dat de nieuwe pensioenopbouw bij veel fondsen deels uit het vermogen wordt gefinancierd. Als dat te lang doorgaat, is dat nadelig voor pensioengerechtigden. Voor een toekomstbestendig pensioen is meer nodig dan noodzakelijk onderhoud, stelt minister Koolmees tenslotte. Hij refereert daarmee aan de herziening van het pensioenstelsel waar de sociale partners zich al enkele jaren over buigen. Ruud Peys selherziening wel nodig Minister Koolmees stelt in een reactie op de Bismarcklezing dat er wel degelijk reden is voor een stelselherziening. ‘’Veranderingen op de arbeidsmarkt, de stijgende levensverwachting, de financiële crisis en de dalende rente hebben de kwetsbaarheden van ons stelsel bloot gelegd. Verwachtingen worden onvoldoende waargemaakt; er zijn spanningen tussen generaties en het stelsel sluit niet meer aan bij de veranderende arbeidsmarkt.’’ De bewindsman is het eens met de Jong dat de sterk gedaalde rente de oorzaak is voor de lagere dekkingsgraden. Daarnaast zijn ook de verplichtingen van de pensioenfondsen gestegen door de hogere levensverwachting, de toegenomen werkgelegenheid en hogere lonen. Een dalende rente heeft echter wel een positief effect op het vermogen van een fonds door de hogere koersen van bijvoorbeeld obligaties. Koolmees wijst echter de Jongs suggestie af dat we moeten overstappen naar het gebruik van een rekenrente die is gebaseerd op de verwachte rendementen van de beleggingen. ‘’Er zijn meerdere redenen waarom de Pensioenwet marktwaardering als uitgangspunt heeft. In de eerste plaats heeft het rekenen met een hogere rekenrente tot gevolg dat nog te behalen rendementen reeds worden ingeboekt en uitgedeeld. Als sprake is van een collectieve pot waarin gezamenlijk risico’s worden gedeeld leidt dat tot herverdeling tussen generaties.’’ ‘’In de tweede plaats beloven pensioenfondsen pensioen dat met een hoge mate van (nominale) zekerheid wordt waargemaakt. Om te zorgen dat zij aan die hoge zekerheidsmaatstaf kunnen voldoen, moeten ze te allen tijde voldoende geld in kas hebben. In de derde plaats opent het loslaten van marktwaardering de deur naar subjectieve wijzigingen van de rekenrente voor pensioenfondsen, waarbij de financiële belangen van deelgroepen binnen het pensioenstelsel leidend gaan worden. De rekenrente wordt dan een speelbal van conflicterende belangen binnen het pensioenstelsel, waardoor het vertrouwen in het stelsel verder wordt ondermijnd,’’ schrijft Koolmees. 17

Achter de degelpers Albert Emmink: “Tot mijn 38ste heb ik flink doorgeleerd.” Albert Emmink gek op geur van papier en inkt Opschudden die hap! Iedereen wil toch een einde aan de crisis? Nou dan. In Emmeloord vond in 2012 al de Einde crisis Party plaats. Albert Emmink (1942) zit niet graag bij de pakken neer. Een paar keer per week kart hij van Havelte naar zijn drukkerij aan de Zeeasterstraat in het centrum van Emmeloord. Op naar de degelpers, de geur van papier en drukinkt. In topjaar 2008 telde het bedrijf veertien medewerkers. Nu aan de slag in de drukwinkel zijn twee mensen, een stagiaire en – stoppen is geen optie – routinier Albert. In het najaar van 1958 rolde Emmink bij de Noord-Nederlandse Drukkerij in Meppel het grafisch vak binnen. Van de rotatiepers kwamen bladen als Landbode en Arnhemse Koerier. Nog voor zijn diensttijd haalde hij het diploma handzetter, gevolgd door een opleiding tot assistent-calculator. Nieuw-Guinea “Tot mijn 38ste heb ik flink doorgeleerd. Ook tijdens diensttijd. Ik was vrijwilliger voor Nieuw-Guinea. We zouden vertrekken uit Ossendrecht, wisten niet wat te gebeuren stond. Plotseling 18 ging Nieuw-Guinea naar Indonesië. Een kwestie van centen. Geen enkel eergevoel. Ik besloot om daar mijn leven niet voor in de waagschaal te stellen. Vertrok uit het leger.” Emmink pakte de draad weer op bij de handel in grafische machines Ceelen. Hij begon als leerling-vertegenwoordiger en haalde het patroonsdiploma. Je kon maar nooit weten. Maar eerst kwamen het Instituut voor Grafische Techniek te Amsterdam, uitgeverij Pudoc in Wageningen en Crips uit Meppel op zijn pad. Tijdens tien jaar Pudoc zwierf hij heel Europa door om beurzen te bezoeken. In de zijlijn werd tijd gevonden voor cursussen Engels, spreken in het openbaar en snel lezen. Pionierskelder Voldoende elders rondgesnuffeld begon Emmink in 1978 voor zichzelf. Drukte allesbehalve kranten, bouwde vanuit zijn pionierskelder in Emmeloord een voorsprong in techniek op. Verwierf zich daardoor een solide plek in de hoofdplaats van de Noordoostpolder. Na zijn vijftigste liet Emmink de teugels op het grafisch terrein wat los om plaats te maken voor bijzondere initiatieven. “Vanaf 1995 organiseren we een uitwisseling met Japanse scholieren uit Mizumaki. Het ene jaar komen een stuk of tien Japanse jongeren onze kant op, het volgende jaar gaat vanuit Emmeloord een groep naar Azië. Aanvankelijk werd de uitwisseling gefinancierd door de gemeente. Vanaf 2000 is de uitwisseling ondergebracht bij een stichting met zestig sponsors en donateurs. Je wordt in Japan ontvangen als een koning. Zo’n contact laat je toch niet verdwijnen? Wij steken veel op van hun cultuur, zij zijn blij hier een kijkje te nemen. Een ideale mix. Onze stichting bestaat al bijna twintig jaar. Ik geloof in de waarde van de uitwisseling.” Gezant van PUM Als gezant van de stichting PUM trok Emmink vanaf 1998 als senior-expert naar tal van ontwikkelingslanden om met zijn kennis

en contacten lokale grafische bedrijven een handje te helpen. Een paar weken naar de Filipijnen, dan weer naar Kirgizstan, Armenië of Sri Lanka. Drie keer bezocht hij Ghana. PUM is in 1978 opgericht door de Nederlandse werkgeversorganisatie VNO-NCW en wordt ondersteund door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Specialistische oudgedienden -waarom zou je hun kennis verloren laten gaan? – laten zich op vrijwillige basis uitzenden naar projecten waar hun hulp goed gebruikt kan worden. “In het buitenland is de baas vaak echt de baas. De ruimte voor kritiek is dikwijls gering. Daar sta je dan. Alleen, niemand haalt je af. In de Filipijnen dacht de baas van een drukkerij met veertig medewerkers dat ik zijn knechtje was. Mis dus. Ik ging naast hem aan zijn bureau zitten en maakte een plattegrond van zijn bedrijf. Eerst maar eens de routing bekijken. Na drie dagen kreeg hij mijn eerste best kritische verslag. Ik dacht nog: straks sta ik buiten. Veertien dagen was ik bij het bedrijf. Ik heb er nog contact mee. Er is zelfs een kind naar me vernoemd.” Emmink hielp de bedrijven met zijn advies, soms ook met machines die elders overbodig waren geworden. Einde van crisis Een bijzonder initiatief met Albert Emmink in een hoofdrol is de Einde Crisis Party in 2012. Om precies te zijn op 20-12-2012 van 16.45 tot 20.12 uur. De hoofdsponsors: de C1000-winkels van Greidanus en Odink plus Drukwinkel Emmeloord. “De crisis heeft lang genoeg geduurd”, valt te lezen in een speciale uitgave van nieuwsblad Nieuwe Tijd. “We zijn het meer dan beu. Voor ons polderbewoners is een nieuwe tijd aangebroken. Als afsluiting van de crisis vieren we feest!” Een drukte van belang die dag in het centrum van Emmeloord. Met veel muziek, 1200 porties stamppot en 600 belegde broodjes. Weg met de crisis. In iedere geval eventjes. theo leoné “Zo’n uitwisseling met Japan laat je toch niet verdwijnen?” “Niks crisis, we vieren feest” 19

Hans Brader onlosmakelijk verbonden met 11 april Er zijn van die dagen die eeuwig in je geheugen blijven. Woensdag 11 april 2018 is zo’n dag voor veel VVG-PGBers. Zeker voor Hans Brader. Na een bijna “eeuwige” bestuursperiode wordt de Brabander ongewild de ster van de dag. De vicevoorzitter is op de Algemene Ledenvergadering niet meer herkiesbaar en wordt door voorzitter Jos van Rijsingen bij zijn afscheid terecht in het zonnetje gezet. Braders verdienste voor de VVG-PGB is enorm. Niet alleen door zijn grote bestuurlijke ervaring. Maar vooral door de diplomatieke wijze waarop hij orde weet te scheppen in moeilijke vraagstukken. De voorzitter maakte dat duidelijk met: “Jij verwoordde dat zo dat niemand kwaad kon worden. Zelfs niet als iemand op zijn nummer werd gezet.’’ En dat terwijl Hans Brader het liefst een man op de achtergrond is. Dat laatste is “Ze dronken hun glas en deden een plas voorgoed naar de verdoemenis verbannen” bewust door de afsluiter van de dag cabaretier Mark van der Veerdonk weggemoffeld. Zijn provinciegenoot zag in Hans Brader de rode draad in zijn voordracht en de manier waarop dat gebeurde grensde bijna aan het ongelooflijke. De lach galmde door de Eenhoorn en echode nog lang door. Niet alleen door Mark van der Veerdonk is door deze ALV het slechte imago van “ze dronken hun glas en deden een plas” voorgoed naar de verdoemenis verbannen. Voorzitter Jos van Rijsingen is de andere hoofdfiguur. Strak, maar toch joviaal, leidt hij de vergadering. Geen moment verslapte zijn aandacht zodat de discussie nergens ontspoorde. Een toehoorder verwoordde dat met: “Knap zoals de voorzitter als een Frater Venantius de vergadering bespeelde.” Terecht dat iedereen met een goed gevoel en een stralend gezicht naar de nazit afdaalde. En dan te bedenken dat voor circa 250 leden niet louter vreugdevolle en eenvoudige zaken de revue passeerden. Zo is de dekkingsgraad, die in januari hoopvol was voor de toekomst, de laatste maanden iets gedaald. De ouverture, het nieuwste Scheidend vicevoorzitter Hans den Brader werd samen met zijn vrouw Henny in de bloemetjes gezet door Jos van Rijsingen, hetgeen voor Mark v.d. Veerdonk aanleiding was tot hilarische woordspelingen. presentatiefilmpje van ons Pensioenfonds PGB, werd enthousiast ontvangen. De oproep van de voorzitter: wie is de oudste in de zaal (Ter Broeke uit ’s Heerenberg, hij wordt volgende maand 87) in zijn openingsspeech verhoogde de sfeer. Evenals het feit dat onze koepel, de KNVG, bezig is de krachten te bundelen met de NVOG om samen iets te doen aan de absurd lage rekenrente en de pensioenhervorming. De notulen en het jaarverslag van de secretaris waren vervolgens hamerstukken. Penningmeester Piet Rietkerk kreeg het even moeilijk door Regelmatig barsten de leden in schaterlachen uit bij de geweldige afsluiting door cabaretier Mark van der Veerdonk na het informatieve gedeelte van de ALV. de forse groei van het kapitaal en het feit dat er nog geen bestuursbeleid is over het maximum van die groei. De toezegging om daarover in het bestuur 20

de man van de ledenadministratie en nog veel meer, werd herkozen als bestuurslid. Aandacht werd gevraagd voor de vacature lid Verantwoordingsorgaan. De voorkeur gaat uit naar een vrouw en als het kan ook nog jonger dan veertig. Het niet opvullen van de vacature Brader leverde evenmin problemen op. Henk van der Rijst is nu vicevoorzitter. Even werd nog stil gestaan bij de stijging van de bestuurskosten alvorens de voorzitter afscheid nam van Hans Brader en Freek Busweiler voorstelde als (op dat moment nog) beoogd bestuurslid PGB. Na de pauze volgde een geslaagde presentatie van Rob Heerkens, bestuurslid PGB, over het beleggingsbeleid alvorens de enthousiaste Mark v.d Veerdonk de aanwezigen in schaterlachen liet uitbarsten. een besluit te nemen, bracht de goede stemming terug mede door de kascommissie die decharge verleende. Oud-penningmeester Jan Rabelink stelde zich beschikbaar voor de kascommissie. Tonnie Klein Hemmink, Hans van den Berghe Secretaris VVG-PGB Zorgen over achterblijven pensioenen Bij gepensioneerde deelnemers van Pensioenfonds PGB leven zorgen. Zij zien hun pensioen niet meestijgen met de prijzen. Pensioenfonds PGB heeft de pensioenen de afgelopen 10 jaar niet kunnen verhogen. Hoewel de AOW wel is gestegen, merken gepensioneerden dat in hun portemonnee. Toch zijn gepensioneerde deelnemers over de hele linie tevreden en vinden ze dat hun pensioen in goede handen is bij het pensioenfonds. Dat blijkt uit een opiniepeiling onder deelnemers van Pensioenfonds PGB. Uit het onderzoek komt opnieuw een aantal misverstanden over pensioenen naar voren. Zo denken gepensioneerden vaak dat ze recht hebben op een verhoging van hun uitkering (indexatie). Dat is niet zo omdat ze in het verleden geen premie hebben betaald voor een waardevast pensioen. Dat betekent dat pensioenen alleen omhoog kunnen als de buffer hoog genoeg is. Hiervoor moet de dekkingsgraad minimaal 110 procent zijn. Vanaf dat moment kunnen de opgebouwde pensioenen en de pensioenuitkeringen gedeeltelijk omhoog. Per eind februari dit jaar was de dekkingsgraad ‘pas’ 107,4 procent. Ook driekwart van de mensen die pensioen opbouwen, maakt zich enige zorgen over hun pensioen. Tegelijkertijd blijkt dat veel mensen slecht zicht hebben op hun eigen pensioensituatie. Maar iets meer dan de helft weet hoeveel pensioen hij of zij later ongeveer zal krijgen. Nog niet de helft weet of dat genoeg is om na pensionering van te kunnen leven. Veel werknemers denken ook nog altijd dat ze premie betalen voor de uitkering van de gepensioneerden van nu, zoals bij de AOW. Dat is niet het geval. De premie is bestemd voor de opbouw van het eigen pensioen, ook al zit er wel onderlinge solidariteit in de regeling. Onderzoeksbureau Motivaction peilde in november 2017 in opdracht van Pensioenfonds PGB de kennis en mening over het pensioen van (gepensioneerde) deelnemers. Er werden 7.877 vragenlijsten ingevuld van de uitgezette 55.669. Er is ook gevraagd naar de waardering voor Pensioenfonds PGB. Deelnemers gaven een 6,9 en gepensioneerden een 7,7. Ruud Peys 21

PGB goede uitzondering op mannenwereld pensioenfondsen Pensioenfondsen slagen er niet of nauwelijks in om meer jonge of vrouwelijke bestuurders aan te trekken, hoewel ze dat wel hadden toegezegd. Pensioenfonds PGB is echter een gunstige uitzondering want het heeft twee vrouwen en een jongere in het bestuur. Vijf jaar geleden sprak de sector in de Code Pensioenfondsen af dat in besturen minimaal één vrouw en één jongere onder de veertig jaar moesten zitten. Er kwamen handleidingen diversiteit, een Pensioenlab waar twintigers en dertigers kennis kunnen maken met de sector en ook wordt jaarlijks de beste jonge Pensioenfondsbestuurder gekozen. Maar die afspraken worden bij de meeste fondsbesturen lang niet gehaald. Twee derde van de fondsen heeft nog geen enkele bestuurder van onder de veertig en bijna 40 procent heeft geen vrouw in het bestuur. ‘’Bij sommige pensioenbesturen is er ‘te weinig urgentie om te veranderen’,’’ zegt Margot Scheltema, voorzitter van de monitoringscommissie van de Code Pensioenfondsen. ‘’Ik denk dat dit niet terecht is. Veel academisch onderzoek onderstreept de waarde van diversiteit voor een goede besluitvorming.’’ ‘‘Vooropgesteld: wij vinden dat de besturen diverser moeten’’, reageert directeur Gerard Riemen van de Pensioenfederatie in het Financieele Dagblad. ‘’Dat hebben we niet alleen afgesproken, een bestuur gaat er daardoor op vooruit; afwegingen worden beter als er vanuit verschillende achtergronden wordt gekeken. En je wilt dat deelnemers zich enigszins herkennen in het bestuur. Maar je moet die nieuwe bestuurders wel vinden. En wat als dat niet lukt? Wie leg je dan een sanctie op? Toch niet het pensioenfonds en daarmee de deelnemers?’’ Volgens Riemen moeten de organisaties van werkgevers, werknemers en gepensioneerden die de kandidaten voor pensioenbesturen leveren ‘beter hun best doen’. Minister Koolmees van SZW heeft op aandringen van de Tweede Kamer nu toegezegd dat hij de fondsen en hun besturen hierop gaat aanspreken. Ruud Peys Wat vinden Nederlanders belangrijke aspecten van palliatieve zorg? Omdat na het door ons versturen van deze enquête meer ouderen de vragenlijsten hebben ingevuld publiceren wij onderstaand bericht. In Nederland is er sinds een aantal jaar extra aandacht voor palliatieve zorg. Dit is zorg voor mensen bij wie genezing niet meer mogelijk is. Om te achterhalen wat voor Nederlanders belangrijke aspecten van palliatieve zorg zijn, is er een online vragenlijst ontwikkeld. Gedurende de periode mei tot augustus 2017 hebben meer dan 2400 mensen deze vragenlijst ingevuld. Er werd hen gevraagd de acht belangrijkste items te kiezen voor als zij nog maar een paar weken te leven zouden hebben en daarna werd hen 22 In juli 2017 is onze vereniging benaderd door Mevr. Annette v.d. Velden, als internist werkzaam bij het UMC Groningen en het Martini Ziekenhuis. Zij had een enquête opgesteld om goed inzicht te krijgen in de wensen en behoeften in de zorg van mensen voor wie het einde van het leven dichterbij komt. Deze enquête hebben wij aan onze ;leden voorgelegd. nog een keer gevraagd om acht items te selecteren die voor hen het belangrijkst zijn in hun laatste levensjaar. Van de mensen die de vragenlijst hebben ingevuld, was bijna 70% vrouw. De leeftijdsverdeling was divers: de helft van de mensen was tussen de 46 en 67 jaar, maar ook door ouderen is deze vragenlijst goed ingevuld. Zeventien procent was 68-75 jaar en 7% ouder dan 75 jaar. In Nederland zijn een aantal items het meest belangrijk: geen pijn hebben, eigen regie voeren, aandacht krijgen voor persoonlijke wensen en betekenisvol leven. Het maakt geen groot verschil of het om de laatste weken van het leven gaat of het laatste levensjaar. Wel lijkt het zo te zijn dat Nederlanders in de laatste weken van het leven niet willen lijden en in het laatste levensjaar eigen regie voeren en betekenisvol leven belangrijker zijn. Met de resultaten van deze vragenlijst, wordt met alle betrokken partijen bij palliatieve zorg in Nederland, een selectie gemaakt van wat er in de zorg geregistreerd zou kunnen gaan worden om de kwaliteit van palliatieve zorg inzichtelijker te gaan maken. Mevrouw Annette van der Velden, Internist en kaderarts palliatieve zorg

‘Gepensioneerden profiteurs’ De huidige generatie gepensioneerden heeft buitengemeen geprofiteerd van de solidariteit. Ze hebben al enorm veel geluk gehad, laten we die niet nog meer geluk geven. Voor huidige werknemers blijft veel minder pensioen over dan de 70 procent van het middelloon die vorige generaties wel kregen. Die uitspraken zijn van Martin Pikaart (49), pensioendeskundige, schrijver van De Pensioenmythe en voorman van Alternatief voor Vakbond AVV. Pikaart vindt het onterecht er op te wijzen dat de pensioenpotten met 1.300 miljard euro nog nooit zo vol geweest zouden zijn. De verplichtingen zijn ook nog nooit zo hoog geweest, zegt hij. ‘’Als het woord solidariteit echt iets betekent voor de polder én we constateren dat de huidige generatie gepensioneerden daar buitengemeen van heeft geprofiteerd én je wilt pech- en geluksgeneraties voorkomen, dan moet je daar naar handelen.’’ Pikaart denkt ook dat de strijd voor een hogere rekenrente een achterhoedegevecht is. ‘’Nu gaan indexeren terwijl er niet meer geld in de pensioenpot komt, blijft potverteren. Dat is generatieverschuiving, c.q. diefstal. En dat moet je niet doen in een systeem dat toch al de huidige generatie ouderen behoorlijk heeft gematst.’’ VVG-PGB Bestuur Voorzitter: Jos van Rijsingen, tel. 073-6214378 josvanrijsingen@hotmail.com tweede voorzitter: Henk van der Rijst, tel 030 – 6352441 Henk.van.der.rijst@planet.nl Secretaris: Hans van den Berghe, tel. 053-5728313 hansvandenberghe@kpnmail.nl Postadres secretariaat: Hondelink 25, 7482 KJ Haaksbergen Penningmeester: Piet Rietkerk, tel 06- 23340815, p.rietkerk@kpnmail.nl Bestuurslid/ledenadministratie Tonnie Klein Hemmink, tel 06 – 51605411 kleinhemmnink@home.nl Bestuurslid/communicatie: Geer Meershoek, tel. 06 - 13199587 gmeershoek@planet.nl Bestuurslid/ledenservices: Thijs Reuder, tel. 06 - 52616833 reuder@upcmail.nl ledenadministratie: Mailadres: ledenadministratie@vvgpgb.nl Postadres: Hunzestraat 18, 7555 WB Hengelo Telefoon: 06 51605411 Website: www.vvgpgb.nl Algemeen mailadres: info@vvgpgb.nl Mailadres redactie: redactie@vvgpgb.nl Mailadres secretariaat: hansvandenberghe@kpnmail.nl 23

24

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
Home


You need flash player to view this online publication