123

werd tot de (discriminerende) Dhimmi-status, verkleind in aantal, en cultureel verstikt – ongeacht hoe groot hun aantal was of hoe groot hun prestaties waren voor de verovering door de Moslims. Echter, er zijn een klein aantal volkeren die het lot van de Dhimmi-status zijn ontsnapt. Dit zijn juist de volkeren die succesvol waren in hun verzet tegen de Islamitische jihad, namelijk de Christenen van Europa en de Hindoes van India. De anderen waren niet zo fortuinlijk. Casestudy: De Zoroastrianen Zou het echt zo slecht zijn geweest als de Moslims Europa hadden veroverd? Per slot van rekening zouden de Christenen nog steeds in staat gesteld zijn geweest om hun religie te praktiseren. Ze zouden alleen een klein beetje discriminatie hebben moeten verdragen. Niet? Alhoewel “een beetje discriminatie” alles is wat Islamitische apologeten zouden zeggen over de dhimmi-status van de onderhorigen, de lange termijn effecten van de dhimma-gemeenschap zouden uiteindelijk heel desastreus zijn voor de niet-Moslims. Zelfs eeuwen na de verovering van Egypte door de Moslims, bleven de koptische Christenen daar een overweldigende meerderheid. Maar vandaag de dag maken de Kopten slechts 10 procent van de Egyptische bevolking uit. Het is telkens hetzelfde verhaal wat betreft elke niet-Moslim groep die onder Islamitische heerschappij is komen te staan. De Zoroastrianen, of de Parsi, zijn volgelingen van een Perzische priester en profeet Zoroaster, of Zarathrustra (628-551 v.Chr.). Voor de komst van Islam was Zoroastrianisme voor lange tijd de officiële religie van Perzië (het hedendaagse Iran), en was het de dominante religie toen het Perzisch Rijk een gebied bestreek van de Egeïsche zee tot de Indus Rivier (hedendaags Pakistan). Zoroastrianen werden algemeen gevonden in gebieden van Perzië tot China. Maar na de verovering van Perzië door de Moslims werden de Zoroastrianen de dhimmi-status toebedeeld en werden zij onderworpen aan wrede vervolgingen, die vaak ook gedwongen bekeringen inhielden. Velen vluchtten naar India om de Moslimheerschappij te ontvluchten, om vervolgens in latere tijd ten prooi te vallen aan de jihadisten, toen de Moslims verder oprukten naar India. Het lijden van ze Zoroastrianen onder Islam opvallend vergelijkbaar met die van de Christenen en Joden onder Islam verder naar het Westen toe, en het duurde voort tot in de moderne tijd (zelfs tot het heden onder de Iraanse theocratie van de mullahs). In 1905 publiceerde een missionaris met de naam Napier Malcolm een boek, waarin hij de avonturen beschreef met de Zoroastrianen in de Perzische stad Yezd: Tot het jaar 1895 werd het geen Parso (Zoroastriaan) toegestaan een paraplu te dragen. Zelfs in de tijd dat ik in Yezd was, konden zij geen een dragen in de stad. Tot 1895 was er een streng verbod op het dragen van een bril en versterkte glazen; tot 1885 werd het hun verboden om ringen te dragen; hun gordels en riemen moesten van ruw canvas gemaakt worden, maar na 1885 was elk wit materiaal toegestaan. Tot 1896 waren de Parsi’s verplicht om hun tulbans te draaien in plaats deze te vouwen. Tot 1898 waren alleen bruine, gele en grijze toegestaan voor de buitenste kleding (qaba) of onderkleding (arkhaluq), maar daarna waren alle kleuren toegestaan, behalve blauw, lichtrood of groen. Er was ook een verbod op witte kousen, en tot 1880 moesten de Parsi’s een speciale afzichtelijke 123

124 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication