89

Doab tot Kanauj” hadden veroverd.14 Latere golven van veroveringen breidden het gebied uit tot de Ganges en verder. Omdat Moslims de Hindoes beschouwden als heidenen, die niet eens aanspraak konden maken op de “bescherming” van de dhimmi-status (met de discriminatie-taks de jizja), werden zij in het bijzonder met brutaliteit behandeld. Sita Ram Goel verklaart dat de Moslimveroveraars in India geen enkel respect toonden voor algemene gebruiken en codes bij het oorlog voeren die in de eeuwen daarvoor gebruikelijk waren: Islamitisch imperialisme kwam met een heel andere code – de Soenna [tradities] van de Profeet. Het vereiste dat zijn krijgers de hulpeloze burgerbevolking aanvielen, nadat een beslissende overwinning behaald was op het slagveld. Het vereiste dat zij de dorpen en steden volledig plan zouden branden, nadat de verdedigers gedood waren in het verdedigen van de stad of gevlucht waren. De koeien, de Brahmins, en de Bhikshus waren speciaal onderwerp van hun aandacht in hun massamoord van de burgerbevolking (niet strijders). De tempels en de kloosters hadden hun bijzondere aandacht in een orgie van plundering en brandstichting. Degenen die zij niet doodden, namen ze gevangen en verkochten hen als slaven. De grootte van de oorlogsbuit, die zij zelfs van de dode lichamen roofden, was een maat voor het succes van hun militaire missie. En zij deden dit allemaal als Moedjahedien (heilige strijders) en gazi’s (doders van ongelovigen of kafirs) in hun dienst aan Allah en zijn Laatste Profeet.15 Wat wilden de Moslims bereiken? Wat was het uiteindelijke doel van deze ogenschijnlijke eindeloze oorlogsvoering? Het is duidelijk van de bevelen in de Koran en de Profeet, die zijn volgelingen vertelde dat Allah hem vertelde “om te vechten tegen de mensen totdat zij getuigen dat niemand het recht heeft op aanbeden te worden dan Allah en dat Mohammed de Boodschapper van Allah is.”16 Geen Islamitische sekte heeft ooit afstand gedaan van deze bewering dat Islamitische wet absoluut in de gehele wereld moet heersen, en dat Moslims onder bepaalde omstandigheden de wapens moeten opnemen om dit doel te verwezenlijken. Zij stopten met het voeren van jihad op grote schaal in 1683, maar niet omdat zij plotseling een hervorming hadden meegemaakt, of de doctrines hadden verworpen die hen zo lang hadden gemotiveerd. Zij stopten eenvoudigweg, vanwege het feit dat Islamitische wereld te zwak was geworden om hiermee door te gaan. De situatie begon in de recente geschiedenis vooral te veranderen na de ontdekking van olie in het Midden-Oosten. De Egyptische Koran commentator en theoreticus van de (inmiddels als terroristische organisatie bestempelde) Moslimbroederschap Sayyid Qutb (1906-1966) benadrukte het heel duidelijk: Het is niet de functie van Islam om compromissen te sluiten met de concepten van de Jahiliyya (de maatschappij van ongelovigen) die zo gangbaar 14 Sita Ram Goel, The Story of Islamic Imperialism in India, Voice of India, revised edition, 1994, 70-71 15 Idem, p.44 16 Bukhari, vol. 1, book 2, nr. 25. Tevens in Bukhari, vol. 1, boek 8, nr. 392; vol.4, boek. 56, nr. 2946; vol. 9, boek 88, nr. 6924, vol. 9, boek 96, nrs 7284-7285, en tevens in andere Hadieth collecties 89

90 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication