8

der ook geld insteekt. Gròrdje was een harde werker en ’n pronte mens herinneren oudere zich. Een doorzetter, die een Sjef van Dun. BROEK houdt zijn poot stijf en ontslaat zonder pardon alle wevers en gooit de poort dicht. Andere Textielfabrikanten in Goirle weigeren de ontslagenen in dienst te nemen. Met een uitzondering: Jan van BESOUW, een bedrijf dat toen al een voorloper van de CAO had. Er is in dit bedrijf nooit gestaakt. Van BESOUW neemt verschillende ontslagenen in dienst, maar de meesten zochten elders hun heil. Gerard van DUN is een van hen. “Gròrdje” dun wordt hij in de volksmond genoemd, is een echte Goirlenaar. Zijn stamboom gaat terug tot 1400 en hij behoort tot de Grootste tak van de Van DUN’s. Hij heeft de weefschool in Tilburg gevolgd en had zelfs nog privé lessen bij directeur HANDELS. Hij is inmiddels 30 jaar en begint een eigen bedrijfje even buiten de grens van Goirle, aan de oude Goirlese weg. Het nieuwsblad van het Zuiden meldt in 1918 dat ene G. van DUN samen met een compagnon, in 1915 “een elektrisch gedreven loonwollenstoffenweverij “ begint. Een derde firmant, leerlooier BAETEN uit Alphen, steekt ook geld in de E.G.W., de Eerste Goirlesche Wollenstoffenfabriek. Gròrd huurt een oud “febriekske”, de jutespinnerij van Jan RENS, de latere burgemeester, die er als aandeelhou10 le ven s vatbaar eige n “zòkske” weet op te zetten. Na de oorlog is de E.W.G. ook lussenweefsel, badstof, gaan maken. Maar het boter niet tussen de firmanten en Gròrd besluit met zoon Sjef opnieuw te beginnen tussen de Nieuwkerksedijk en de Zandschelstraat. Het gebouwtje dat hij laat zetten heeft later nog lange tijd de Technische Dienst van de TSO gehuisvest. Het bedrijfje floreert en, kenmerkend voor Gerard, hij betaald tot de laatste cent alle schulden af van zijn vorige bedrijf. Sjef is een intelligente, zachtaardige man. Op het Odulphus-lyceum zorgt hij vaak voor hilariteit als hij weer eens een salamander, kikker of muis mee de klas inbrengt. Maar hij is ook een begaafd technicus. Na de dood van zijn vader in 1959 komt de verantwoordelijkheid voor het bedrijf met bijna twintig personeelsleden op zijn schouders te rusten. Dat valt niet mee voor deze zachtaardige en anti-autoritaire natuurliefhebber, navolgend voorval is tekenend voor hem. Op een dag, hartje zomer, het is warm weer. Sjef besluit met heel zijn voornamelijk vrouwelijk personeel te gaan zwemmen in het zwembad tegenover de fabriek. De fabriek gaat op slot. Briefje op de deur: “we zijn even zwemmen”. De familie ziet aankomen dat Sjef zakelijk onvermijdelijk op de ondergang aankoerst. Ze besluiten in 1963 om het bedrijf te verkopen. Sjef is in zijn element op de boerderij die hij met zijn erfdeel in Vessem koopt. Weldra heeft hij veertien apen om zich heen. “Aope waaren in dieje tèèd un raazje” vertelt hij in een interview. Ïederêen moes unnen aop hèbbe. Dè is èfkes schôon en dan wille ze der vanaaf. Dan kwaame ze hier òf ik em nie wou ooverneemen.” Dat bezorgt hem de bijnaam “den aopeGoirlenaren

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication