10

VOORNAMEN Geheel onafhankelijk van elkaar schrijft onze voorzitter een stukje over zeldzaam voorkomende namen en vindt onze penningmeester een stukje over hoe men in 1946 dacht over het toedelen der namen. Beide zeer onderwerpen interessante met stof om over na te denken over de wijze waarop onze huidige kinderen en/ of kleinkinderen hun naam krijgen! Wat ook interessant is, de vergelijking met andere landen. DE TRADITIE DER VOORNAMEN. In 1946 verscheen van Klaes Sierksma een boekje, getiteld: "De traditie der voornamen", geschreven naar aanleiding van een enquête naar het hieromtrent gebruikelijke'. Dit onderzoek had ten doel een studie te maken van de gronden, waarop de Nederlandse ouders aan hunne kinderen de voornamen geven. Hieruit bleek, dat velen een opvatting van deze plicht der ouders hebben, die van een zo grote ondoordachtheid en onbegrip getuigt, dat het goed en nuttig is hierop als op een der kwalen van dezen tijd te wijzen. Ik weet wel, dat tegenover deze plicht van benoeming een recht staat en dat de keuze van de voornaam zelfs het aangenaam voorrecht der ouders is. Maar wat heeft men aan deze ontboezeming, als de zin en betekenis van dit alles, als de juiste verhouding tussen plicht en recht uit het oog verloren wordt? Het benoemen der kinderen behoort tot het familierecht. Weten, hoe het met het begrip familie in deze tijd van verbreking der gestelde grenzen en banden en van verwarring tussen hetgeen past en niet past, gesteld is, behoeft men zich over het misverstand ten aanzien der benoeming niet te verbazen. Deze verwarring wordt voor ogen gesteld door een antwoord, dat de schrijver bij zijn 12 enquête gegeven werd. Men merkte namelijk op, dat het vernoemen der kinderen „familiezaak" is en wilde daarmede zeggen, dat de schrijver of iemand vreemds niets daarmede te maken heeft. Men beperkte tegelijk de wel familie tot de ouders. Men wilde het familierecht uitoefenen, maar op zijne wijze en onttrok zich aan zijn plicht tegenover zijne familie. De verhouding tot hunne familie is het, die aan de ouders zekere rechten en gen ten aanzien van de' De traditie een verplichtinder voornamen. Een populair-wetenschappelijke studie op grond van enquêtemateriaal, verzamelt en beschreven door Klaes Sierksma. (Nederlandsche namenkunde). N. V. Uitgevers Mij. A.Rutgers, Naarden 1946. naamgeving der kinderen oplegt. Men kan zich van deze verhouding, die in de natuur der dingen ligt, niet afmaken door te zeggen, dat men zijne kinderen de namen geeft, die men zelf „leuk" vindt. Als verontschuldiging wordt daaraan toegevoegd, dat er „zeer zelden enige richtlijnen" bestaan. Dit laatste blijkt niet het geval te zijn.' Er zijn wel degelijk richtlijnen, weliswaar nergens geschreven of gedrukt te vinden, maar uit het standvastige gebruik, voor zover de deelnemers. aan de enquête zich herinnerden, af te leiden. Het gebruik geldt niet alleen in de naaste gevallen, maar ook in zijn uiterste toepassingen. Het moet nog onderzocht worden. in hoeverre de toepassing reeds eeuwen oud is en mogelijk met de afkomst der bevolkingsgroepen samenhangt. Uit deze enquête bleek, wat Noord-Brabant betreft en afgezien van het sedert anderhalve eeuw daaraan toegevoegde deel van Holland, het volgende. Dat kunnen we helaas pas de volgende aflevering lezen. wordt vervolgd

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication