11

Verder mogen we het vreemde gedrag van Martinus Zoeren niet vergeten. Op 5 juni 1838 verbleef hij, zeer gespannen, op de Tulderhoeve. Voor ons is het geen suspecte figuur meer: hij was de gevluchte moordenaar van de 15 jarige Italiaanse jongen Giovanni Castione aan de Oude Grintweg in Oirschot. Een levend akkers was de schade enorm door het affmaijen ende verdestrueren van alle de vruchten. Echt onderdak moest men in 1683 op de Tulderhoeve aanbieden aan een aantal ingekwartierde militairen. Terwijl op de verdwenen 'boerderij Wilborts' onderdak geboden werd aen een capitein met peert en op de Hertganghoeve ses soldaeten, moest Gijsbrecht Janssen van Dun op Tulder een vendrigh en ses soldaeten huisvesten. In augustus 1794 wisten de binnentrekkende Fransen Tulder opnieuw te vinden. Bij Adriaen van de Wijngaarde, de abdij van Averbode was geen eigenaar meer van de hoeve, nam men voor f 128-16-5 aan spullen mee, waaronder winkelwaaren en kalfs en schaapen huyden bereid als trommelsvellen! In het najaar van 1748 werd een rare sinjeur gevonden. Iemand die op weg was naar Tulder, was bevangen door de kou of hij was door een hartfanght gestorven. Althans vroedde chirurgijn Hanegraef, dat die behet lichaam in de Beekse toren onderzocht, omdat er geene quetsuur bevonden werd. Zijn kleding was wel opvallend te noemen: een blauwe montuur met roode kleine opslagen en witte tinnen knopen, een hoed met een grof silvere boort met geweer en bonte neusdoek. moordlied en een kruis in het Kinderbos is al wat resteert. Tot slot struinen ook nu regelmatig Esbeekse figuren rond op Tulder: maar dat zijn betrouwbare leden van Werkgroep Heemkunde Esbeek die in 2004 extra aan de weg timmerden! INKWARTIERING Inkwartiering bij 'den Bok' in 1751 liep uit de hand. Op vrijdagmiddag 10 september 1683 streek het Regiment Infanterie van de Grave van Weijell in Esbeek neer. Om zes uur kwam via de Lange Gracht, de Dunse Dijk was nog niet aangelegd, een groep soldaten kwartier maken op het gehucht Dun. Op 15 september zouden ze weer vertrekken. Peter Jaspers, Adriaen Jan Schellekens, Peter van Spaendonck, Peter Verbanit, Andries Heesters en Marcelis Aerts hadden elk vier soldaten in huis waarvoor zij acht gulden beurden. Cornelis Peters op de Coevoort moest er zes huisvesten. Juist voorbij de brug links stond de herberg van Gijsbrecht Jansse van Dun. Bij hem logeerden: een capitein met een peert en een vendrich. Een dag later kwamen daar nog twee soldaten bij. Peter Aert Peters, nu den Bockenreijder, moest er zeven huisvesten. We zien hier overigens dat het gehuchtje Dun toen met de 11

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication