378

Januari 1657 is hij gaan wonen bij notaris Jan Vos in de Molenstraat in ’s-Gravenhage. Hij is daar gebleven tot 4 april 1657 en toen naar Leuven gegaan om zijn studie te voltooien. Pieter Stoffels, voerman uit Oosterhout heeft hem en zijn koffer van Breda naar Leuven gebracht voor 8 rgld. Zoon JAN is bij zijn tante Jenneke Cornelis van Putte opgevoed tot 4 april 1650. Aan mondkost hiervoor betaald 100 gld. Daarna is hij evenals zijn oudste broer Franchois in de kost gegaan bij zijn oom Heer Peter van Dun, pastoor in Rethy. In 1654 zit hij ook in Antwerpen op school. Hij is in de kost bij Johannes Cocx wonend ’t clapdorp opten Dries. In 1656 moet hij behoorlijk ziek zijn geweest omdat Jan Wils, apothecaris in Breda diverse medicamenten voor hem heeft gemaakt. Nu ( 1660) woont Jan bij Magdalena van Dijck in Antwerpen in huis den Gulden Appel op de Steenhouwersveste. Dochter CATHELIJNE is ingetreden in het klooster van Mal in Antwerpen. Tot 1550 moest hier 144 gld. per jaar voor betaald worden. Met Pinksteren 1650 is zij naar Breda gekomen voor de kermis. Op 20 juni weer teruggekeerd naar haar school in het klooster. SAB Toegang 0013 Afd. II-1 1535-1810 Nr. 708 Rekeningen betreffende de kinderen van wijlen Cornelis van Bernagie en wijlen Maeijke Henrick van Dun. 372 Wijnant van Bernagie, vaderlijke oom en voogd, Henrick van Dun, grootvader, Peeter van Bernagie en Jan van Dun, respectievelijk vaderlijk en moederlijk oom en toesiender van de 2 dochterken wijlen Cornelis van Bernagie, brouwer in het Fortuijn opte Haeghdijck en Maeijke Henrick van Dun. Nadat Maeijke is overleden op 18 augustus 1624 is haar man Cornelis in het volle bezit gekomen van haar goederen samen met Lijsbeth , zijn zuster. Als op 12 april 1625 ook Cornelis komt te overlijden , beheert Lijsbeth de goederen tot de reductie (verovering) deser stadt. Hierna laat de rendant het sterfhuis openbreken. (inventaris gaan opmaken). Opsomming van de bezittingen, vorderingen en schulden; Op 4, 5 en 6 augustus 1625 zijn al verkocht door stockhouder (veilinghuis) Jan van Poppel ten huize van Wijnant van Bernagie de meubelen die zich bevonden in het sterfhuis benevens wat linnen, ijzer, cooper en houtwerk voor 728 gld. 18 st. en 1 oort. Op 9 december bij stockhouder Pauwel van Veltwijck de overgebleven meubelen in den coopdag van Adriaentke Goossens, de kinderen grootmoeder. 45 gld. Overmits het beleg van Breda was reeds een kist naar ’s-Gravenhage gebracht die in Rotterdam bij een stockhouder zijn verkocht voor 389 gld. en 14 st. Hiervan resteert nog een bedrag van 43 gld. die Jan Geerits, biersteecker (tussenverkoper/groothandelaar) in ’sGravenhage nog moet betalen De voogden hebben nog in 3 partijen meubels verkocht voor 68 gld. Te Rotterdam nog buiten de stockhouder verkocht enig lijnwaet 40 gld. In het sterfhuis nog bevonden zilverwerk dat te Rotterdam is verkocht voor 44 gld. Een rond soutvat heeft opgebracht 20 gld. en een driecant soutvat, verkocht aan Wijnant van Bernagie voor 27 gld. De brouwerij het Fortuijn is verhuurd aan Joachim de la Heije, die ook een partij hop heeft overgenomen. Nogmaals meubels te Rotterdam verkocht voor 40 gld.

379 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication