488

waar Hendrik VIII indertijd zijn jachtpartijen hield, en het huidige Buckingham Palace. Op 30 juni 1572 kreeg hij toelating om aldaar twee groepen armenhuizen te bouwen. Eén daarvan werd gebouwd op het zuidwestelijk uiteinde van Petty France, op de plaats waar zich nu de VANDON Street bevindt. Deze huizen werden "The Petty France Almshouses" genoemd, of ook "The Red Lion Almshouses", zoals in de tekst wordt vermeld: genoemd naar het wapenschild, met de rode Leeuw, van Cornelius.(9) In deze huizen woonden telkens 2 arme weduwen, die daartoe werden aangeduid door de Deken van Westminster, de kapelaan van de parochie en twee kerkmeesters. Volgens een tekening uit 1852 werden zij opgetrokken in vakwerkstijl en met klaarblijkelijk lemen muren. Iets verderop, bij St. Ermin's Hill, liet Cornelius later nog een reeks armenhuizen bouwen en wel in Caxton Street. Opvallend is de totaal andere bouwstijl. Deze huizen waren tevens opgetrokken in baksteen, een luxe, die alleen zeer rijke personen zich toen konden veroorloven. De hovingen voor deze huizen dienden daarbij om te voorzien in de voedselbehoeften van de bewoonsters. De bouw van deze armenhuizen ging gepaard met de oprichting van een Fonds dat opgericht werd voor 99 jaar en waarvan de gelden zowel moesten dienen voor de voorziening in het levensonderhoud van de bewoonsters als herstellingswerken. De meesten van deze bewoonsters werden daarbij als huisbewaarsters tewerkgesteld. De Deken en het Kapittel vernieuwden dit initiatief tot en met 28 maart 1805. Bij het overlijden van de toenmalige bewoonsters zou het Fonds dan automatisch uitdoven. Mettertijd geraakten de huizen in verval, en op 11 april 1859 werd de opdracht gegeven de nog resterende armenhuizen op St. Ermin's Hill te slopen. Op dit ogenblik bevindt zich daar een luxueus hotel (in Caxton Street). Het voorbeeld van Cornelius werd 23 jaar later gevolgd door Anne, Lady Dacre, die bij haar overlijden in 1595 bij testamentaire beschikking het Emmanuel Hospital liet bouwen op 482 Tothill Fields. Op de plaats van de armenhuizen van Lady Dacre staat nu de St. James Court Building.(10) In de 17de eeuw volgden ook nog andere lokale weldoeners het voorbeeld van Cornelius. Het kan niet genoeg benadrukt worden dat Cornelius in Engeland de voorloper was van gestructureerde liefdadigheid, wat bij ons de Openbare Onderstand heette. De kloosters legden aldaar immers geen initiatieven op dit gebied aan de dag, zoals dit bij ons wel het geval was. De zo geroemde gastvrijheid van de kloosters gold uitsluitend voor personen van adel en van aanzien. Door de bouw van armenhuizen, met het daaraan verbonden fonds voor de ondersteuning van arme weduwen, was Cornelius wellicht de eerste niet-vorstelijke persoon die zulks deed. Alleen Hendrik VII, diens moeder, Margaret, en Hendrik VIII hadden tot dan toe, zij het telkens eenmalig, een armenhuis opgericht. POSTUUM Naar Cornelius van Dun, wiens naam nog tijdens zijn leven verengelst werd in VANDON, werd de straat waar zijn armenhuizen stonden later de VANDON Street(11) genoemd. De aanpalende passage kreeg de naam VANDON Passage. Hierin ligt het VANDON Court, waarvan de hoofdingang zich bevindt in Petty France, recht over de achteringang van de Wellington Barracks, het gewezen hoofdkwartier van vijf Guards-regimenten. Het VANDON House bevindt zich vooraan in de VANDON Street. Voor, tijdens en onmiddellijk na de tweede wereldoorlog was er het administratief en onderwijsgedeelte ondergebracht van de afdeling "Oosterse en Afrikaanse studies" van de London University. Daarna werd het omgebouwd tot het VANDON House Hotel en geregistreerd als een liefdadigheidsinstelling. Het behoort nu tot een reeks hotels die door The Salvation Army (Het Leger des Heils) wordt uitgebaat. Hierdoor komt het dat dit hotel in geen enkele toeristische gids wordt vermeld. In dit hotel, dat 35 kamers telt, mag er niet gerookt worden, ook niet op de kamers, en is het verboden alcohol te verbruiken of mee te brengen. voor de noodzakelijke

489 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication