van de heer van Lorreinen en Beatrix de Cusance, vrouwe van Geel. In 1648 wordt Cornelis naar Den Haag gezonden om aan de Staten een petitie te overhandigen over de aanspraken van Beatrix op het markiezaat van Bergen op Zoom. De van Cauwegom’s hielden er een adellijke levensstijl op na. Hierbij kwamen zij meerdere malen in conflict met de wapenherauten die erop moesten toezien of een familie wel of niet een getimbreerd wapenschild mocht voeren. Getimbreerd wil zeggen een wapenschild met uiterlijke versierselen, zoals helm, helmkroon, dekkleden en schildhouders. Na diverse processen kregen zij pas in 1718 hun gelijk en mochten zij zich jonker noemen. (zie hiervoor Jaarboek Geel van 2003). De al eerder genoemde zoon Hendrik Maarten van Cauwegom huwt in 1649 met Catharina van Roy, erfgename van Hubert van Roy, heer van Goordonk nabij ’s-Hertogenbosch. Het huwelijkscontract werd op 30 september gesloten op kasteel Bouvigne nabij Breda en het kerkelijk huwelijk volgde in de parochiekerk van Ginneken. Breda Eind 16e eeuw gaan de van Dun(ne)’s zich in Breda vestigen. Zowel uit Chaam als uit Turnhout komen ze naar de stad. Misschien waren de omstandigheden tijdens de 80 jarige oorlog op het platteland en in Turnhout nog slechter dan in de grote vestingstad. Henrick Cornelis van Dunne wordt poorter van Breda op 11 december 1585. Als zijn beroep geeft hij op huijvetter (leerlooier). Borg voor het poorterschap is Cornelis Jan Frayen, deken van het huijvetters en schoenmakersgilde. 70 Vermoedelijk kort tevoren is Henrick van Dunne gehuwd met Adriana Petri Jan Frayen. Deken Cornelis Jan Frayen is haar oom. Haar vader is schoenmaker en woont achter ’t gasthuis aan de wateringe. (achter de Beyerd aan de vest). In 1579 heeft hij samen met Jan Ruijsenaers de 2 windmolens van Breda gepacht voor 650 gld. In 1587 is hij gasthuijsmeester. Adriana haar zus Joanna is gehuwd met de lakenkoper Adrianus Biekens en haar andere zus Cathelijn met Peter Peter van den Broeck, zoon van Peter van den Broeck, schepen en oud burgemeester van Breda Of Henrick het beroep van huijvetter tevoren ook heeft uitgeoefend is niet bekend. Zoals al eerder aangegeven waren de Turnhoutse huiden en leeren befaamd tot in het buitenland. Het zou kunnen zijn dat Henrick vanwege zijn kennis hiervan naar Breda gehaald is. In 1591 is Henrick een van de 13 leden van het huijvetter en schoenmakersgilde dat verklaart de schorsmolen te mogen blijven gebruiken. In 1594 koopt Henrick opt Ghinnekenseijnde een huis met brouwerij die hij het Ossenhooft gaat noemen. Dezelfde naam als het huis in Turnhout waar zijn moeder nog in woont. Zijn vrouw Adriana Frayen overlijdt al in 1604. Misschien had hij plannen om terug te gaan naar Turnhout. Hij koopt daar in 1607, 1608 en 1609 respectievelijk een huis, 2 hofsteden en nog een hofstede te Papenbrugge (deel Turnhout) terwijl hij in 1612 de brouwerij verhuurt. Pas in 1631 hertrouwt hij in Weelde op 65 jarige leeftijd. Vier weken later overlijdt Henrick van Dunne.
77 Online Touch Home