Kuipers, bierkruiers, brouwersknechten, kraankinderen (zij bedienden en liepen in het rad van de kraan op de kade om de schepen te laden en te lossen) en de scheepvaart zelf om de bieren naar Holland te vervoeren. Heel belangrijk was ook de werkverschaffing in de turfwinning. De brouwerijen hadden voor het stoken van de ketels veel turf nodig. De turfwinning was voor een groot deel in handen van de brouwers. Deze zorgden voor het kapitaal voor aankoop van de moergronden, het steken zelf en de aanleg van vaarten voor het vervoer naar Breda of andere havens. Een speciale compagnie werd hiervoor opgericht tijdens het 12 jarig bestand. De brouwers waren redelijk tot zeer vermogend. Een aantal van hen koopt buitenplaatsen in de omgeving. Daesdonck, Wolfslaer, Klein-IJpelaar en Honsdonck zijn enkele voorbeelden. Ook Jan Jan van Dunne koopt een grote stede met landerijen in Effen. De stad Breda zelf had ook een hoge bierconsumptie. Het was een vestingstad met een garnizoen en telde vele herbergen. Het is dus niet verwonderlijk dat het de van Dunne’s in Breda voor de wind gaat. Zij hebben brouwerijen en trouwen binnen rijke brouwersfamilies. Over de invloedrijke familie de Wijse heeft Ton Kappelhof 3 uitvoerige artikelen geschreven in de jaarboeken 2002, 2007 en 2009 van de al eerder genoemde Oranjeboom. Gerrit de Wijse, vader van de vrouw van Jan van Dunne, erfde de brouwerij de Brouwketel 72 in de Lange Brugstraat. Hij verkoopt deze in 1659. Vermoedelijk al in 1648 is hij zeepzieder geworden. Deze maakt zeep uit natuurlijke vetten of een mengsel van oliën zoals lijnolie en raapolie. In 1648 heeft Gerrit daartoe van de prins toestemming gekregen om een oliemolen op de vestingwallen te mogen bouwen. Ook hij heeft een grote hoeve buiten de stad. Deze was gelegen onder Kaarschot bij Rijsbergen. Van de 8 kinderen van Jan Jan van Dunne sterven er zes als kind. Er blijven 2 zonen over van wie bekend is dat Jacobus Franciscus voor priester in Leuven studeerde en zijn erfdeel nalaat aan de andere zoon Gerardus Ignatius van Dunne (1665-1720) Ook deze had in Leuven gestudeerd en was advocaat in Breda. In 1705 verkoopt hij brouwerij De Weerelt. Gerardus van Dunne huwt Elisabeth dochter van Johan van Riethoven en Catharina van de Leur. Johan van Riethoven is een zeer gefortuneerde brouwer en gehuwd met Catharina, dochter van brouwer Cornelis van de Leur. Nadat Johan van Riethoven in 1702 is overleden volgt in 1707 de erfdeling. Van zijn 9 kinderen zijn er dan nog 3 in leven. Dochter Elisabeth haar deel bestaat uit; 1) een huis met hof en plein gelegen aan de westzijde van de Visscherstraat, zuid het huis van Gerardus Montens en noord het huis genaamd Mechelen. 2) een huis met bovenkamers gelegen aan de oostzijde van de haven neve het huis genaamd De Drie Nootebomen. 3) een huis aan de westzijde van de Visscherstraat. Zuidw. grenzend aan het huis Mechelen, noord het huis genaamd De Drie Mooren en westw. de mouterij van brouwerij De Witte Handt.
79 Online Touch Home