4) het huis eertijds genaamd Hooghstraten en nu De Engel, gelegen op het einde van het Ginnekenseijnde omtrent de stadspoort. West het huis Meerle. 5) het huis Meerle 6) een huis omtrent de Haaghdijck, achter comend aan de Donckvaert. 7) een aenstede met huis genaamd De Orange Appelen met de grond waarop de RK kerk en pastoorswooning van Zundert zijn gebouwd. 8) een huis met schuren en stallingen tot Rijsbergen gelegen omtrent de turfvaert 9) nog 13 verschillende percelen land 10) schuldbrieven ter waarde van 1400 gld. Zoon Johan krijgt de brouwerij De Witte Handt aan de oostz. van de haven, 2 huizen genaamd De Witte Sluijer in de Halstraat, 2 huiskens met schuur en stalling over de pekbrug bij de Gasthuisvelden, huis De Drie Nootebomen aan de haven, een bloemhof met zomerhuis omtrent de Haaghdijck en moergronden onder Zundert. Aan schuldbrieven een bedrag van 900 gld. Zoon Cornelis, advocaat, krijgt het huis Prince van Orangen aan de oostz. van de Nieuwe Haaghdijck, een huis aan de zuidz. van de Gasthuisstraat, het huis Mechelen in de Visscherstraat, schuur en pakhuis bij de Pekbrug en de grote hoeve op de Rith bij Effen genaamd Vogelsanck en nu Meervliet. Daarnaast nog 11 verschillende percelen land en aan schuldbrieven een bedrag van 4450 gld. Gerardus heeft door deze erfenis van zijn vrouw en het kapitaal dat hij zelf al had een meer dan welvarend leven. Bovendien was hij in het testament van Johan de Wijse (broer van zijn moeder) in 1714 benoemd tot zijn erfgenaam voor een helft. De kunstenaar en roddeljournalist Jacob Campo Weyerman schreef in 1720 in het blaadje De Rotterdamsche Hermus dat Johan wel een half miljoen gulden aan contanten bezat. Voor de gehele afhandeling van de erfenis zie weer Ton Kappelhof in De Oranjeboom 2007. Het echtpaar heeft 14 kinderen, 6 dochters en 8 zonen. Van deze zonen zijn er 2 op jonge leeftijd overleden. De 6 overige hebben allemaal aan de universiteit gestudeerd.! Johannes, Hubertus, Cornelis, Franciscus en Henricus in Leuven. Gerardus zelfs in Dowai. Deze universiteit was door Philips II gesticht en lag 50 km. ten zuiden van Kortrijk. Johannes werd pastoor in Nieuwe Moeren (Z.Vlaanderen) en Hubertus onderpastoor in Vorsselaar. Henricus bleef ongehuwd evenals Cornelis. Gerardus woont met zijn talrijk gezin in de Visscherstraat op nr.7 Het huis was genaamd Bergaigne en genoemd naar Hendrick de Bergaigne die tot 1625 hier woonde. In het boek “Het Geheugen van een straat” van Wim Hupperetz staat vermeld dat Bergaigne na de val van Breda op 5 juni 1625 aan het hoofd van een lange stoet verslagen militairen en Bredanaars de Ginnekense poort uittrok. In 1637 werd hij benoemd tot hoog en laagschout van de stad en meijerei van ’s-Hertogenbosch. Het wordt jaren later eigendom van Johan van Riethoven. Vermoedelijk al in het jaar van zijn huwelijk (1692) gaat Gerardus hier wonen en krijgt het in 1707 in eigendom. 73
80 Online Touch Home