26

BEWAARCOLUMN Toepassingsmoment MH luistert nauw Het bewaren van aardappelen is een vak apart en vereist veel kennis en ervaring. In deze Bewaarcolumn delen vier ervaren bedrijfsadviseurs van Delphy bij toerbeurt actuele bewaartips met lezers van Aardappelwereld magazine. Dit keer een bijdrage van Niek Vedelaar, werkzaam in de regio Flevoland. “G oed bewaren begint al Terug 26 op het veld, is al jarenlang de slogan van adviseurs in de aardappelsector. Tot zo’n tien jaar geleden had dit wijze gezegde nog uitsluitend betrekking op teeltmaatregelen als bemesting, het voorkomen van ziekten en plagen en netjes oogsten en inschuren. De laatste jaren, met als uitschieter vorig jaar, is daar nog een factor bijgekomen, en dat is de behandeling met maleïne hydrazide, afgekort als MH. In de eerste jaren van toepassing bood een veldtoepassing MH in de aardappelteelt vooral een oplossing voor schilbrandgevoelige rassen en varianten die gevoelig zijn voor inwendige kiem. Een inschuurbehandeling met chloorprofam kon daarmee achterwege blijven. Naar behoefte volgde dan nog een of meerdere behandelingen met de gasvormige vorm van de veelgebruikte kiemremmer later in het bewaarseizoen. Nu sinds vorig jaar chloorprofam verboden is, ontbreken kiemremmers voor een behandeling bij het inschuren. Daarmee is het gebruik van MH spectaculair toegenomen. MH altijd aan de basis Met de kennis dat alle eerste schuurbehandelingen met nu beschikbare kiemremmers alleen op een droog product plaats mogen vinden, is toepassing van MH voor vrijwel Goed bewaren van consumptieaardappelen begint al op het veld met een tijdige bespuiting van MH. alle bewaaraardappelen aan te bevelen. Je zou het nog achterwege kunnen laten wanneer je zeker weet dat de oogst binnen vier weken na inschuren droog achter de planken ligt. Maar wie kan dat garanderen? Die ontbrekende garantie is de reden dat inmiddels de meeste telers MH toepassen als basis voor de kiemremming. Daarmee is de eerste anderhalf tot twee maanden of langer – de werkingsduur is onder meer afhankelijk van het ras en jaarinvloeden – de kiemrust gegarandeerd. Waar de werking echter nog meer van afhangt, is toepassing op het juiste moment en onder de juiste omstandigheden. En dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het algemene advies is om de kiemregulator toe te passen na de bloei in een nog groen en vitaal groeiend gewas. Verder is het van belang om rondom dat moment met de aardappelriek het land in te gaan en op verschil lende plekken in het perceel de knolgrootte te meten. Het optimale spuitmoment in tafelaardappelen is aangebroken wanneer minimaal 80 procent van de knollen minimaal 25 millimeter in de maat is. Bij fritesaardappelen breekt dat tijdstip aan wanneer 80 procent van de knollen minimaal 35 millimeter in doorsnee is. Dit jaar is, of zal, dit moment op veel plaatsen in Nederland eerder bereikt zijn dan normaal. De zetting in de meeste gewassen is namelijk lager. En bij minder knollen per plant is de groei per knol over het algemeen wat vlotter. Zeker in een jaar met voldoende vocht en voeding, zoals nu het geval is. Kijk op tijd in het gewas Kijk dus op tijd in het gewas, spuit niet te vroeg en niet te laat. Bij een te vroege bespuiting kan het de knolgroei van de kleinere knollen remmen. Dit levert een lagere opbrengst op, maar heeft verder geen negatieve invloed op de kiemremming. Een te late toepassing resulteert wel in een mindere werking. Wanneer het loof niet meer helemaal vitaal is, zal ook het transport vanuit blad en stengels naar de knollen minder zijn, wat resulteert in minder opname door de knollen. Vandaar de bijkomende eis omtrent het tijdstip van toepassing dat het gewas nog minimaal drie tot vijf weken vitaal groen hoort te zijn, voordat de afsterving en/of loofdoding start, waarbij rond vijf weken het meest optimaal is. De dosering van de granulaatversie is 5 kilogram en die van de vloeibare 11 liter per hectare. Het valt daarbij aan te raden veel water te spuiten, zeker 500 tot 600 liter per hectare. Na de bespuiting hoort het gewas minimaal 10 uur droog te blijven, opdat het middel voldoende in het blad wordt opgenomen. De maximale temperatuur op het spuittijdstip mag 25 graden Celsius zijn. Gelet op de flinke hoeveelheid water zal de keuze van de spuitdop er al gauw eentje zijn die wat grovere druppels maakt.” ● Aardappelwereld magazine • augustus 2021 • nummer 8 15

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication