93

BEWAARCOLUMN Pas op met de temperatuur van inblaaslucht Het bewaren van aardappelen is een vak apart en vereist veel kennis en ervaring. Gelukkig hebben we in Nederland experts paraat met verstand van bewaring. In deze Bewaarcolumn delen vier ervaren bedrijfsadviseurs van Delphy bij toerbeurt actuele bewaartips met lezers van Aardappelwereld magazine. Dit keer een bijdrage van Richard Korver, werkzaam in de regio Zuidoost-Nederland. “I n 80 procent van de bewaarschuren is de kwaliteit van de aardappelen na de jaarwisseling goed te noemen. Daarin is het belangrijk om de bewaartemperatuur constant te houden. In de 20 procent van de loodsen waarin problemen waren met rot, zien we half januari zoetjesaan een stabiele situatie ontstaan. Alertheid blijft hier wel geboden. Dagelijkse controle op rot en vocht in de kanalen is hier nog steeds een vereiste. Het bewaarseizoen is op een bijzondere manier van start gegaan en je kunt er niet op vertrouwen dat wanneer de situatie eenmaal stabiel is, deze stabiel blijft. Op de meeste plaatsen is de temperatuur nu teruggebracht naar wat past bij het product pootgoed, tafel- of fritesaardappel. Dat was in de loop van januari eindelijk ook mogelijk dankzij lagere buitentemperaturen. Voor de partijen waarin problemen met rot het grootst waren is nu het motto rust in het product te krijgen en te houden. Wisselt de temperatuur te veel, dan versnelt de kieming en verouderen van de knollen sneller door extra vochtverlies. Om wat preciezer te zijn, laat de temperatuurverschillen niet meer zijn dan een halve graad Celsius. Naast het constant houden van de temperatuur is het in deze periode ook zaak met regelmaat de kiemrust van de Pas op met de temperatuur van de inblaaslucht. Het advies is om de temperatuur in de schuur in te regelen op de kanaaltemperatuur. knollen te peilen. Wanneer je hier en daar wat kiemen boven op de hoop ziet is, hoeft dat geen reden te zijn om gelijk met een kiembehandeling te beginnen. Ga eerst goed na wat de oorzaak is van de kiemgroei. Het kan zijn dat het hier gaat om plekken met stortkegels en/of dieper gelegen rot. De kiemgroei is dan het gevolg van onvoldoende beluchting. Graaf op verschillende plekken boven in de hoop tot 30 centimeter diepte en controleer daar of je al dan niet witte puntjes ziet. Wat vervolgens te doen? Bij het gebruik van chloorprofam is het advies om de eerste keer 25 milliliter per ton toe te passen bij middelen die 300 gram actieve stof per liter bevatten. Herhaal de behandelingen om de drie tot vier weken met 10 tot 12,5 milliliter per ton. Bij koudverneveling is minimaal een wekelijkse toepassing noodzakelijk, nog beter is een dagelijkse toepassing. In partijen waarin MH is toegepast is het kiemremmend effect van het middel in de meeste bewaarschuren wel uitgewerkt en is bij het (opnieuw) ontstaan van kiemen, een eerste en/of volgende behandeling met chloorprofam aan de orde. Dan nog de factor relatieve luchtvochtigheid (RV). Graag wil je de RV in de cel zo hoog mogelijk houden om onnodig vochtverlies in de knollen te voorkomen. Bij gezonde partijen kan dat zonder meer. Een passende RV in de cel is dan 95 procent. In partijen die lang last hadden van vocht en rot is het raadzaam om op dit punt voorzichtig te zijn. Zie je bij controle nog rot en/of vrijkomend vocht, dan is het toch in eerste instantie van belang om het vocht weg te ventileren. Dat doe je met koudere (drogende) lucht. Het beste is om daarvoor een mengsel van buitenen binnenlucht te pakken om de producttemperatuur niet te veel te laten dalen. Natuurlijk gaat dit gepaard met vochtverlies uit de knollen, maar het is in dit geval kiezen uit twee kwaden. Half januari is het al een paar keer flink koud geweest. Op zulke momenten hoor je een aantal zaken in de gaten te houden. Pas op met de temperatuur van de inblaaslucht. Ons advies is om de temperatuur in de schuur in te regelen op de kanaaltemperatuur. De bewaarplaatsen die (bouw)technisch goed in orde zijn, pakken meestal wel de juiste menglucht voor ventilatie. Is dat niet het geval, dan is het noodzakelijk erop te letten dat je niet te koude lucht naar binnen trekt en de onderste aardappelen in de hoop niet te veel afkoelen. Dan zijn er natuurlijk ook telers die aardappelen uit de bewaring afleveren. Voor hen is het van belang om in overleg met de afnemer het af te leveren product op te warmen voordat het de cellen uit gaat. Dit is nodig om tijdens het verladen beschadiging en verkleuring als gevolg van stootblauw te voorkomen.” Alle gepubliceerde bewaarcolumns zijn ook na te lezen op de website www.aardappelwereld. nl/dossiers. ● Terug 93 Aardappelwereld magazine • februari 2016 • nummer 2 13

94 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication