12

Caroline van der Marel, voorzitter van de NVA. Extra carrièreperspectief Voor een PACU-bed is monitorings- en beademingsapparatuur nodig. “Geen volledige IC-apparatuur zoals bijvoorbeeld nierfunctievervangende therapie dus”, verduidelijkt Van der Marel. “Elke uitslaapkamer heeft al monitoringsapparatuur. Beademingsapparatuur is er vaak ook wel, en ziekenhuizen hebben daarin natuurlijk ook fors geïnvesteerd in de eerste golf van de coronacrisis.” De personele bezetting is anders dan op de IC. Daar is die één op één of maximaal één op twee. Bij PACU volstaat één op drie of vier. “Je moet er wel een kwalificatie voor hebben als IC-verpleegkundige”, zegt Van der Marel. “Of je kunt als afdelingsverpleegkundige een opleiding volgen, die een jaar vergt. Op dit moment zien we in de ziekenhuizen een enorme uitstroom van IC-verpleegkundigen, onder andere door de hoge werkdruk die de coronacrisis met zich mee heeft gebracht. Gebrek aan alternatief speelt hierin ook een rol. Het kan in een bepaalde levensfase prettig zijn tijdelijk of voor langere tijd iets anders te gaan doen, dat wel aansluit bij je expertise. Als een ziekenhuis beschikt over PACUbedden, is die mogelijkheid er. De dynamiek is er anders dan op de IC, de turnover is er veel hoger en de wijze van samenwerken is anders. Bovendien is het werk emotioneel minder belastend. Op de IC overlijdt natuurlijk een deel van de patiënten.” 12 FMT | februari 2022 'PACU-bedden kunnen de druk op de IC en op het zorgpersoneel verlichten' Voordelen voor de toekomst De NVA kijkt met haar oproep om meer PACU-bedden beschikbaar te hebben in de ziekenhuizen nadrukkelijk verder dan de corona situatie van nu. “Het betekent ook een versterking van pandemische paraatheid”, stelt Van der Marel. “Je hebt immers meer bedden beschikbaar met de mogelijkheid van monitoring en beademing. De coronapandemie heeft wel laten zien hoe belangrijk dat is.” Zou dit betekenen dat Nederland het Duitse zorgmodel gaat volgen? “Dat is maar hoe je het bekijkt”, stelt Van der Marel. “De zorg is er anders georganiseerd dan in Nederland. Van het centraliseren van zorg is daar geen sprake. Maar de differentiatie die er bestaat is wel waardevol. Duitsland telt de daar beschikbare PACU-bedden mee in het totale aantal ICbedden. Dat zijn het natuurlijk niet, maar ze geven wel wat rek op je IC-capaciteit. In Nederland ging het opschalen van de IC-capaciteit vorig jaar ten koste van de operationele capaciteit, er waren geen IC-bedden meer voor reguliere zorg. Die beschikbaarheid behoud je met PACU-bedden tot op zekere hoogte wel.” Hoe kijkt Van der Marel dan naar de toekomst? “De inhaalzorg blijft voorlopig nog een enorme uitdaging”, zegt ze. “Maar het is niet de enige, want we hebben in de samenleving ook te maken met vergrijzing en de daarmee gepaard gaande toename van het aantal complexe aandoeningen op hogere leeftijd. De behoefte aan gemonitorde bedden zal dus alleen maar toenemen. Gedifferentieerde uitbreiding is dan logisch. Ook buiten crisistijd, want voor de doorloop van het OK-programma is het ziekenhuis altijd afhankelijk van de IC-bedden die het beschikbaar heeft. Het verbaast mij dan ook niet dat we op onze oproep terug horen dat mensen het een logisch voorstel vinden. In de ziekenhuizen die over PACU-bedden beschikken, zijn de snijdend specialisten daarover zeer te spreken. Het vergroot hun ruimte om het OK-programma volgens planning te kunnen uitvoeren.” 

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication