robotisering | "Nog dit semester gaan we testen met externe sensoren" De digital twin van de robot in actie in het digitale model van de Hartlounge. Beeld: Fontys Een kaart van het gebied zodat de robot continu weet waar hij is. Beeld: Fontys anders vertoont hij steeds hetzelfde gedrag”, zegt Punter. “In de zorg wil je alle situaties definiëren waar een robot tegenaan kan lopen, zodat hij steeds de goede acties onderneemt. Daarvoor loopt een robot zo’n beslisboom af: ‘ik ontmoet een mens, dan moet ik daar een praatje mee maken’. Zo leer je een robot gedrag aan.” Ter illustratie verwijzen beiden naar de eerdergenoemde wens van de Hartlounge in het Catharina Ziekenhuis: een rondrijdende informatierobot. “Je hebt het dan wel over een hartafdeling. Als iemand ineens met spoed door de gang wordt gereden, mag de robot niet in het pad van het bed lopen. Dan moet die robot een noodsignaal krijgen, met de hoogste prioriteit, dat hij zich uit de voeten maakt”, stelt Van Alphen. “Daar komt programmeerkennis bij kijken, waarbij we de ervaring van zorgmedewerkers met noodsituaties nodig hebben om het gat tussen computercode en zorgpraktijk te dichten.” Punter onderschrijft het belang van met elkaar in gesprek komen. “De zorg moet de voorwaarden aangeven, zodat wij tot valide oplossingen kunnen komen. Eerst met programmeurs en technici binnen Robot4Care. En als de bibliotheek op orde is, is het ultieme doel dat de robots zo robuust zijn, dat zorgmedewerkers deze zelf kunnen afstemmen op hun specifieke zorgsituatie.” Van Alphen trekt in dat opzicht de vergelijking met Lego. “Zorgverleners leren met bestaande blokjes die je op verschillende manieren in elkaar kunt zetten, tot steeds andere vormen te komen. Maar aan de blokjes zelf hoeven ze niet meer te sleutelen.” Taakverdeling Bij het inzetten van een robot is het zaak altijd goed te kijken naar de taakverdeling tussen mens en robot. “Een standaardgesprek met uitleg over een operatie, daarvoor zijn robots prima geschikt. Voor emotionelere of complexere gesprekken ligt daar uiteraard een rol voor 36 FMT | mei 2022 de verpleegkundige. Minder standaardtaken maakt het werk voor de verpleegkundige ook uitdagender”, zegt Van Alphen. Aangezien juist in de zorg de mens-tot-mensinteractie heilig is, maakt de robotoplossing bijzonder, stelt Punter. “Wij werken aan een robot-mensinteractie en wel met familieleden en kennissen, degenen die patiënten mee naar huis nemen en moeten zorgen dat ze zich de komende 'goed gedragen'. Die wil het Catharina Ziekenhuis voorlichten, wellicht dat robots daar iets in kunnen betekenen.” Om die interactie te optimaliseren, voegt Robot4Care externe sensoren toe aan de digital twin, die de voorkennis van de robot vergroten. “Patiënten zijn wellicht nerveus. Als een robot dat weet, kan hij zijn gedrag daarop aanpassen”, aldus Van Alphen. Punter vult aan: “Dat een sensor nervositeit detecteert in een ruimte, bijvoorbeeld omdat mensen hard praten, dat signaal doorgeeft aan de robot en dat deze zo geprogrammeerd is dat hij niet zegt: ‘Hallo, ik ben Cor’, maar: ‘Zijn jullie gespannen?’. Dat is de kunst van een robot in de zorg, dat je hem beter laat acteren in die omgeving.” Dromen In het Fontys ICT InnovationLab werken studenten aan implementatie van het noodscenario voor de Hartlounge van het Catharina Ziekenhuis. “We gaan dit semester nog testen met pagers van de verpleegkundigen als externe sensor. Parallel daaraan doen we onderzoek naar een geluidscamera als extra sensor om een sfeerbeeld van de ruimte te krijgen”, vertelt Van Alphen. Dit alles moet resulteren in een robuuste en modulaire zorgrobot, die bruikbaar is in de context. “En als we nog verder dromen, ontstaat een ecosysteem van verschillende robots die zelfstandig naast elkaar kunnen functioneren in een ziekenhuis.”
37 Online Touch Home