49

| duurzaamheid In Nederland beheert TenneT de hoogspanningsnetten van 110-220kV en 150-380kV. Foto: Chris Pennarts ‘We komen in de situatie dat het net steeds voller raakt’ Kentering Bij de realisatie van de uitbreiding van het net richt TenneT zich op 2030, maar kijkt ook verder vooruit, met 2050 als belangrijk ijkpunt. Samen met Gasunie en de regionale netbeheerders heeft het bedrijf een verkenning 2030-2050 uitgevoerd en zelf brengt het elke twee jaar een investeringsplan uit met de geactualiseerde weergave van wat er gerealiseerd gaat worden de komende tien jaar. Daarin houdt TenneT rekening met alle mogelijk voorkomende risico’s bij de realisatie van infrastructuurprojecten, zoals eventuele bezwaarprocedures, en probeert het bedrijf deze op voorhand in te calculeren. “Gelukkig snappen gemeenten steeds beter dat er in de energietransitie ook voor hen een belangrijke rol is weggelegd. Onlangs werd ons zelfs gevraagd een 380kV-station binnen de eigen gemeentegrens aan te leggen. Dat is echt een kentering”, aldus De Zwaan. Congestie Intussen heeft TenneT een concept ontwikkeld om in tien jaar tijd samen met contractpartijen heel veel stations te vervangen. Leveringszekerheid is en blijft daarbij een heel belangrijke voorwaarde, zeker nu uitbreiding plaatsvindt en daarnaast onderhoud en vervanging ook doorgang moeten vinden. “We komen nu in de situatie dat het net steeds voller raakt. Op een aantal plekken is al sprake van congestie en moeten we eerst de capaciteit uitbreiden voor we extra aanvragen kunnen honoreren. En in geval van een nieuw station vergt dat een forse investering, waar jaren over heen gaat”, schetst De Zwaan. TenneT bepaalt daarbij wat in welke regio moet gebeuren, en heeft als taak daar in overleg met gemeenten en provincies en soms de landelijke overheid tot vergunningen te komen. Prioritering De complexiteit van de opgave waar de gezamenlijke netbeheerders voor staan is enorm: een grotere vraag als gevolg van de dertig regionale energiestrategieën en de verduurzaming van de zes industriële clusters voor uitvoering van het Klimaatakkoord, plus de eigen vervangingsopgave en het lopende onderhoud. “We kunnen simpelweg niet alles tegelijk en mogen ook geen partijen voortrekken, dus de overheid moet keuzes maken. Waar wij naar op zoek zijn, is een nationaal prioriteringskader. Welk industriecluster of welke energieregio krijgt hogere prioriteit: wordt het eerst Zeeland of toch eerst de Eemshaven?”, aldus De Zwaan, die in dat kader verwijst naar de routekaart Wind op Zee van het ministerie van EZK. “Daarin staat precies hoeveel windparken er moeten komen en waar – van ieder jaar tot 2030. In die projecten 49

50 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication