8

brandveiligheid | Gebrek aan kennis Over de vraag of zorgaanbieders zich houden aan de brandveiligheidseisen die aan zorggebouwen worden gesteld, is Van Mierlo nuchter. “Net zoals overal geldt waar sprake is van normen: soms wel en soms niet”, zegt hij. “Ik zie soms onveilige situaties, maar merk daarbij vaak dat degene die erover gaat daar geen kennis van heeft. Als je dan aan zo iemand uitlegt waarin die onveiligheid precies zit, snappen ze dat wel. Maar het kennisniveau is laag.” Dit probleem begint al bij de opleiding. Van Mierlo: “De brandveiligheidseisen beslaan een derde van de eisen in het bouwbesluit. Maar de aandacht voor brandveiligheid en aanverwante zaken in de bouwkundeopleidingen van het hbo en op de universiteiten is uiterst beperkt. Soms is er één vak over brandveiligheid, maar dat is dan veelal een keuzevak. Twaalf keer een uur en dat is het dan. Het hbo besteedt er nu meer aandacht aan dan in het verleden, maar vooral voor wie al in de sector terechtgekomen is. En op mbo-niveau is de aandacht nog beperkter.” Scherpe selectie in toezicht Het toezicht op het naleven van de brandveiligheidseisen in zorggebouwen is grotendeels bouwtechnisch. “Hierin bestaat ruimte om pakweg tien procent te controleren van alles wat op dit gebied te controleren valt”, zegt Van Mierlo. “De zorg wordt weliswaar gezien als een sector met hoog risico, zeker als sprake is van de combinatie met wonen en zorg, maar in het toezicht wordt dus een scherpe selectie gemaakt. De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd kijkt wel naar het gebruik van het gebouw, maar dat is op basis van een heel simpele risicoanalyse. En het zinnig omgaan met de arbo-eisen in relatie tot brandveiligheid wordt maar beperkt gecontroleerd. Dat snap ik ook wel als ik kijk naar het risico van brand versus het risico van bijvoorbeeld het toedienen van verkeerde geneesmiddelen aan een patiënt; het tweede risico speelt veel meer op korte termijn. Dat is een lastige discussie, mensen zijn vaak niet in staat die risico’s op een serieuze manier met elkaar te vergelijken.” Als het onderwerp brandveiligheid al op de agenda van de zorgbestuurder staat, is dit vaak tijdelijk, stelt Van Mierlo. “Na Grenfell Tower bijvoorbeeld was er veel aandacht voor”, zegt hij, “maar dat ebt ook weer weg. Tijdens brandveiligheidsinspecties die we eerder hebben uitgevoerd, hebben we gemerkt dat bestuurders het moeilijk vinden om rechtstreeks op het onderwerp te worden aangesproken. Het onderwerp wordt belegd bij iemand lager in de organisatie, met veel minder bevoegdheden om zaken voor elkaar te krijgen. De bestuurder heeft het onderwerp dan wel in zijn portefeuille, maar dat is toch iets anders dan werk maken van regulier veiligheidsbeleid.” Geld en cultuur Het voorgaande maakt duidelijk hoe belangrijk de lijst met veertig aanbevelingen is waarover Van Mierlo het eerder in het gesprek had. “Het gaat daarbij om bouwtechnische zaken en gebruiksaanwijzingen”, zegt hij. “De bouwtechnische kant kost allemaal geld. Voor de gebruiksaanwijzingen is dit minder het geval, maar die vergen weer een cultuurverandering. Die is minder hard in geld uit te drukken dan sprinklers of branddeuren en moeilijker om te realiseren.” Belangrijk hierbij is de vraag wie financieel verantwoordelijk is voor welke activiteiten op dit gebied. “De formele eigenaar is verplicht de meeste bouwtechnische zaken te regelen en hiervoor te betalen”, zegt Van Mierlo, “maar aan de gebruiker worden ook eisen gesteld. Installaties bijvoorbeeld moeten er niet alleen zijn, maar moeten ook werken en worden onderhouden. Daarmee beland je in een grijs tussengebied. 8 FMT | November 2021 Rudolf van Mierlo, senior adviseur brandveiligheid bij DGMR Het toezicht op het naleven van de brandveiligheidseisen in zorggebouwen is grotendeels bouwtechnisch Als daarover in een contract is afgesproken dat beide partijen daarvoor gezamenlijk verantwoordelijk zijn, kunnen problemen ontstaan, want ‘gezamenlijk’ betekent dat er geen initiatiefnemer voor is. De partijen moeten hun verantwoordelijkheidsgebied echt hard contractueel vastleggen en dat gebeurt vaak niet.” Aandacht voor opleiding Tussen al die veertig aanbevelingen bestaat maar heel beperkt aandacht voor het aspect opleiding. Van Mierlo noemde eerder al dat de aandacht voor brandveiligheid van gebouwen in het mbo-, hbo- en universitair onderwijs tekortschiet. “Natuurlijk moet actie worden ondernomen om daarin verandering te brengen”, zegt hij. “Maar bedenk wel: als je daartoe nu stappen onderneemt, zijn de gevolgen daarvan pas over pakweg tien jaar in de praktijk merkbaar. Niet nu dus. Het is weliswaar de meest gedegen manier om het onderwerp structureel op de agenda te krijgen, maar ook de langzaamste. Het alternatief is cursussen organiseren voor de mensen die nu bij de zorgaanbieders verantwoordelijk zijn voor het onderwerp, maar dat blijft pleisterwerk. Het moet een taak zijn voor de bestuurder, want die draagt de eindverantwoordelijkheid. Degene aan wie die verantwoordelijkheid is gedelegeerd er keihard op afrekenen als iets gebeurt, is alleen maar contraproductief. Het is de bestuurder die de beleidslijnen moet uitzetten. En vervolgens moet ook worden gemonitord of wat aan beleid is ontwikkeld daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Dit is de enige weg om tot structurele verbetering te komen op dit dossier.” 

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication