architectuur | tekst • Dietske van der Brugge Thijs Asselbergs breekt lans voor revitalisering Open bouwen Herontwerp geeft zorggebouwen tweede leven De leerstoel Architectural Engineering die Thijs Asselbergs bekleedt aan de TU Delft bevindt zich op het snijvlak van architectuur en bouwtechnologie. In die mixed zone van kwaliteiten moet een belangrijks transformatie vorm krijgen, ook van zorggebouwen. Je komt er niet met alleen met flexibiliteit waarmee je in de toekomst wanden kunt verplaatsen, betoogt Asselbergs. De kern van de oplossing ligt in het gedachtegoed van het Open bouwen, in combinatie met modulaire, geïndustrialiseerde en aanpasbare productie van gebouwelementen. H et denken over de bouw, ook van zorggebouwen, is in de 20e eeuw blijven hangen, stelt Asselbergs. “Er is enorm veel ontwikkeld; zorginstellingen zien er echt heel anders uit dan een paar decennia geleden. Je zult mij niet horen zeggen dat we stilgestaan hebben. Maar de basis is nog altijd: je bouwt een ziekenhuis voor 40 – 50 jaar, voor een opdrachtgever of investeerder die het in die tijd afschrijft naar nul inclusief het gebruikte materiaal. Dat is eigenlijk een benadering die nog stamt uit de tijd dat een ziekenhuis na 40 jaar zijn deuren sloot en ergens anders een nieuw pand betrok. Dat willen we helemaal niet meer. En dat betekent ook dat je anders naar een gebouw moet kijken.” Gebouw = Structuur + Inbouw Die levensduur van 40 jaar is niet meer van deze tijd, om meerdere redenen. “Gebouwen blijven veel meer op hun eigen plaats staan, en worden op de eigen locatie vernieuwd”, aldus Asselbergs. “Dan is het zowel vanuit het oogpunt van (milieu) investeringen rendabel houden als vanuit duurzaamheidsperspectief van belang dat de hoofdstructuur herbruikbaar is. Onder die voorwaarde kun je bijvoorbeeld blijven profiteren van beton. Dat kan een goed basismateriaal zijn, maar de productie ervan heeft een enorme CO2 -last. Zoveel 20 FMT | december 2022 dat een betonnen hoofdstructuur herbruikbaar moet zijn en meerdere gebouwgeneraties meekan.” Dat is de sleutel tot verlenging van de levensduur: gebouwen te ontwikkelen met een slimme en duurzame dragende structuur, en alles dat je daarin maakt is inbouw. “Die inbouw is flexibel, en dat geldt voor alle facetten van het gebouw. Ook de functie.” Flexibiliteit Een ziekenhuis hoeft niet altijd alleen een ziekenhuis te blijven. Daar kun je op ontwerpen. Asselbergs: “Een ziekenhuis kent wel veel extra installatietechnische elementen die wanneer je het slim ontwerpt aparte stroken en zones voor schachten vergen. Daardoor is meer overmaat in het ontwerp van een ziekenhuis nodig. En die moet mee-ontworpen en meegefinancierd worden. Wanneer je dat niet doet heeft dat tot gevolg dat ziekenhuizen monofunctionele ‘fabrieken’ worden. Als je naar een kleinere, meer menselijke maat en schaal wilt – of moet, het zijn immers gebouwen voor mensen en geen machines – dan kun je de functie ‘ziekenhuis’ prima mixen met woon-, werk- en atelierruimtes en ontstaat een multifunctionele stad.” Open Bouwen Het scheiden van drager en de inbouw is niet nieuw. Het is de basis van het gedachtegoed van Open Bouwen, dat architect John HabraGebouwdoorsnede van het AMC ken zestig jaar geleden muntte in zijn boek ‘De drager en de mensen’. Deze manier van bouwen heeft een positieve invloed op circulariteit, aanpasbaarheid en bevordert ook de invloed van gebruikers. Dat zijn thema’s die in het open bouwen centraal staan. Thijs Asselbergs: “Het is jammer dat het voormalige Prinsengrachtziekenhuis in Amsterdam bijvoorbeeld niet behouden kon blijven als zorggebouw. Grachtenpanden zijn met hun gemetselde wanden en houten vloeren in principe al eeuwenlang goede voorbeelden van flexibele gebouwen. Door de heldere structuur, het ritme van de gevels van het Prinsengrachtziekenhuis en de maat en schaal kon het gebouw uitstekend worden hergebruikt als flexibel kantoor en woningen. Daarbij dient de overheid het wel te stimuleren om kwaliteit,
21 Online Touch Home