31

COLUMN Slapende dienstverbanden wakker geschud Een kwestie die sedert de intreding van de WWZ in 2015 begon te spelen was die van het zogenaamde slapende dienstverband. De Hoge Raad deed 8 november de langverwachte uitspraak in de prejudiciële procedure over het recht van de werknemer op beëindiging van het slapende dienstverband vanwege het recht op transitievergoeding: een werkgever mag een werknemer in principe niet tegen zijn zin ‘slapend’ in dienst houden, om zo de betaling van de transitievergoeding te ontlopen. Deze situatie doet zich voor wanneer een werknemer de twee-jaarstermijn van arbeidsongeschiktheid heeft volgemaakt, waarna de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever tot een einde komt. De wet gaf vervolgens wel de mogelijkheid om het dienstverband te beëindigen (het opzegverbod wegens ziekte was immers geëindigd) maar met de invoering van de WWZ betekende dat ook dat de werkgever (die immers het initiatief nam tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst) de wettelijke transitievergoeding moest uitbetalen aan die werknemer. ‘SLAPEND’ De praktijk werd dat de werkgever in veel gevallen niet het initiatief nam om de arbeidsovereenkomst op te zeggen, waardoor deze doorliep en de werkgever, zonder loon door te hoeven betalen, ook betaling van ten hoogste negen maanden per jaar kunnen worden verricht. De regels hebben onmiddellijke werking. Dat betekent dat op een arbeidsovereenkomst die eindigt op of na 1 januari 2020 een ketenbepaling van drie jaar van toepassing is, ook als de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor 1 januari 2020. Houd dus al nu rekening met een eventuele verlenging! OPROEPCONTRACTEN Er komen maatregelen om de verplichte permanente beschikbaarheid van oproepkrachten te voorkomen. Oproepovereenkomsten blijven toegestaan, maar de positie van de oproepkracht wordt versterkt: In de situatie dat de omvang van de arbeid niet exact vaststaat, omdat de omvang van de arbeid niet (nulurencontract) of niet eenduidig (min-max contract) is vastgelegd, mogen oproepkrachten een oproep weigeren als zij niet ten minste vier dagen van tevoren worden opgeroepen. Als binnen vier dagen voordat het werk de transitievergoeding kon vermijden. De arbeidsovereenkomst werd dus ‘slapend’. In september 2019 ontving de Hoge Raad een advies van de advocaat-generaal over het slapend dienstverband, nadat een werknemer hierover een procedure was begonnen. Hiermee werd de prelude voor het arrest van 8 november al gegeven. De essentie van de uitspraak is dat een werkgever niet voldoet aan ‘de eis van het goed werkgeverschap’ om een langdurige arbeidsongeschikte werknemer in een slapend dienstverband te houden, wanneer deze werknemer verzoekt om beëindiging van zijn arbeidscontract, met uitbetaling van de vergoeding die gelijk is aan de transitievergoeding. COMPENSATIE TRANSITIE Dat een werkgever desgewenst een slapend dienstverband behoort te beëindigen als hij begint het werk wordt afgezegd of het tijdstip wordt gewijzigd, houdt de oproepkracht recht op loon. De termijn van vier dagen kan bij cao worden verkort tot minimaal 24 uur. De oproep moet schriftelijk of elektronisch gebeuren (dus bijvoorbeeld per mail, sms, of WhatsApp). Als aan deze voorwaarden niet is voldaan, hoeft de werknemer geen gehoor te geven aan de oproep. De werkgever mag/kan binnen de termijn van vier dagen natuurlijk wel een verzoek doen aan de werknemer om te komen werken. Bijvoorbeeld vanwege ziekte van een andere werknemer of weersomstandigheden. Als de werknemer zin en tijd heeft om te komen werken, is het hem vanzelfsprekend toegestaan om gehoor te geven aan de oproep. Hij kan echter niet verplicht worden om daaraan gehoor te geven. OPZEGTERMIJN Voor de werknemer geldt vanaf 1 januari dezelfde opzegtermijn als de oproeptermijn, die de werkgever in acht moet nemen bij een oproep. Dit houdt in dat voor de geen redelijk belang heeft bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst én dat hij hiervoor in principe een vergoeding moet betalen, baseert de Hoge Raad op de Wet compensatieregeling transitievergoeding. Deze wet regelt vanaf 1 april 2020 een compensatie van de vergoedingen die werkgevers sinds 1 juli 2015 hebben betaald bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Met deze wet wil de regering een einde maken aan slapende dienstverbanden. In concreto betekent deze wet dat de werkgever niet meer hoeft te betalen dan het bedrag aan transitievergoeding dat de werknemer op het moment van ontslag na twee jaar ziekte zou krijgen. Het arrest zal er naar verwachting toe leiden dat veel werknemers opnieuw een verzoek zullen indienen bij hun werkgever om het dienstverband te beëindigen en daarbij een vergoeding uit te betalen. Indien er geen uitzonderingssituatie is die het slapend dienstverband rechtvaardigt, zal de werkgever aan het verzoek van zijn werknemer moeten voldoen. Het behoeft weinig voorstellingsvermogen dat deze beslissing voor werkgevers met meerdere slapende dienstverband een flinke kostenpost gaat betekenen. oproepkracht een opzegtermijn geldt van vier dagen. Verder geldt voor oproepkrachten dat zij tegen iedere dag mogen opzeggen en dus niet tegen het einde van de maand hoeven op te zeggen. De opzegtermijn mag weer worden gewijzigd bij cao. Bij eventuele continuering van het dienstverband na twaalf maanden, moet de werkgever de oproepkracht een aanbod doen voor minimaal het gemiddeld aantal uren in de voorgaande twaalf maanden. Doet hij dit niet, dan kan de werknemer toch loon claimen voor dat gemiddeld aantal uren. De werknemer hoeft het aanbod niet te accepteren. De vrijheid om te blijven werken op basis van variabele uren blijft dan ook bestaan als de werknemer dit wenst. GEEN VERPLICHT AANBOD Voor de goede orde: bovengenoemde maatregelen hebben niet de intentie om de werkgever te verplichten een aanbod te doen om de oproepovereenkomst voort te zetten of een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde JACHTBOUW NEDERLAND DECEMBER 2019 31

32 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication