4

Door Laurens van Zijp 4 Habbeké-directeur De Waart legt de lat hoog ‘Alles wat hier de deur uitgaat, moet meer dan goed zijn’ Habbeké Shipyard bestond twee jaar geleden een halve eeuw en verhuisde van Volendam naar Hoorn, naar een veel grotere accommodatie aan ruim water. Werf-directeur Orm de Waart kijkt met tevredenheid terug op deze stap naar schaalvergroting en ziet zijn orderportefeuille goed gevuld. Tegelijkertijd signaleert De Waart in de sector grote problemen met het aantrekken van vakkundig personeel. Een robuuste sloep, Volt genaamd, ligt bij Habbeké voor de kant. Een one-off, koud opgeleverd door de werf in Hoorn. Overnaads gebouwd, in aluminium. De Volt meet 10,00 x 3,00 x 0,80 m en is voorzien van een Steyr SE266S36 diesel van 190 KW, gekoppeld aan een hekdrive. Dat garandeert een volle vaart. In een later stadium wordt een hybride systeem ingebouwd, waarmee de boot dan fluisterstil door de grachten kan varen. Hoewel ‘fluisterstil’, de ingebouwde gigantische luidsprekers doen anders vermoeden. Het is een wolf in schaapskleren. Op het oog een toersloep, maar met een door Triple Marine geoptimaliseerd onderwaterschip heeft de boot planeereigenschappen. Zo ongeschilderd is goed te zien hoe strak het schip is gebouwd. Een varend visitekaartje van de werf. Vader en zoon Aluminiumbouw is dan ook de specialiteit van Habbeké. Grondlegger van de werf, Arie de Waart, begon in 1966 samen met een compagnon casco’s te bouwen, aanvankelijk veel voor Porsius in Landsmeer. Via Broek in Waterland vestigde het bedrijf zich in Volendam. In 1968 kregen ze de order voor een 15 meter lange motorboot, voor een Amerikaanse klant. Dat was het eerste casco in aluminium, en allengs specialiseerde de werf zich in dat bouwmateriaal. Zoon Orm de Waart (1974) kon na zijn opleiding zo in gespreid bedje stappen, Jachtbouw Nederland 4 augustus 2018

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication