61

is, kan er niet tegen worden opgetreden, het is namelijk een zelfregulerend systeem. Of er moet nagedacht worden over een private aanpak, zoals bij VCA. Zolang als dat niet het geval is kan een ATEX-inspecteur op bezoek komen en vaststellen dat het ATEX-systeem niet op orde is, maar het betreffende bedrijf kan dan eenvoudig zeggen, ja dat klopt. Eigenlijk gaat het schip pas te water, als het zinkt. Hoe schrijnend ook, pas als er daadwerkelijk ergens een explosie plaatsvindt, zal er iets veranderen. De Arbeidsinspectie moet dan namelijk verplicht onderzoek uitvoeren. Noemenswaardig is dat in zo’n geval dan ook nog degene die de installatie heeft gebouwd uiteindelijk aansprakelijk is. Vanuit die gedachte van ketenaansprakelijkheid zou het dan ook een goede eerste stap zijn, dat al diegene die installaties voor ATEX-zones bestellen, dit per definitie doen bij IECEx 03-gecertificeerde ondernemingen.” Anno 2020 blijkt dat maar 25 bedrijven van de in totaal 16.000 ATEX-plichtige bedrijven in Nederland een IECEx 03-certificering hebben behaald... op de hoek. “Dit kan bij wijze van spreken de slager zijn. Ze krijgen dan wel geen certificaat, maar er wordt toch niet gecontroleerd, dus niemand hecht er waarde aan. Onbegrijpelijk”, zo meent Stokvis. “Pas als er een explosie plaatsvindt, zoals bij Chemie Pack indertijd, dan wordt de BV Nederland wakker en zal er een onderzoek worden ingesteld door de Arbeidsinspectie. Uit vernietigende rapporten blijkt dan opeens wat er allemaal aan schort. Iets wat we met elkaar allang wisten, maar wat we niet wilden zien. Moet het echt tot een explosie komen voordat het tij wordt gekeerd, of kunnen we als serieuze Nederlandse bedrijven de handen ineenslaan, net als bij VCA, om te komen tot een gedegen systeem en nog belangrijker gedegen handhaving? We hebben met elkaar toch een maatschappelijke verantwoording?” Actie ministerie “Eigenlijk is dit een kwestie die door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid allang onder de loep had moeten worden genomen, maar die hebben tot nu toe nooit thuisgegeven. En dat terwijl de Stichting ATEX zich hier een aantal jaren geleden wel degelijk hard voor gemaakt heeft om het bovenstaande in een wettelijk kader te krijgen”, zo legt Kempers uit. Stokvis: “Dat is toch niet nodig, alle regels staan toch op papier?”. Kempers antwoordt: “Jawel, maar omdat het bovenstaande geen wetgeving Bewustzijn creëren Om ATEX in de nabije toekomst wel op de kaart te krijgen, dient er daarom bewustzijn gecreëerd te worden en moet strenger worden gehandhaafd. Stokvis vertelt: “Bewustzijn creëren daar zijn wij, in ieder geval als organisatie, al jaren druk mee. Helaas met nog te weinig resultaat. We lijken wel een roepende in de woestijn. Recent gloorde er echter een lichtpunt aan de horizon. Sinds enige tijd voeren we gesprekken met de ATEX-verantwoordelijke van het eerder genoemde chemiebedrijf en zijn we gevraagd een presentatie te geven voor de Europese veiligheidsvergadering. Zou dit een eerste stap op weg naar het onderkennen van het belang zijn?” Kempers vult aan: “Positief hieraan is, dat in ieder geval nu de discussie op gang is. Een discussie die nu verder moet worden opengegooid naar andere grote partijen die ook elk dag opnieuw met dit onderwerp te maken hebben. Denk bijvoorbeeld aan andere (petro-) chemische bedrijven, brancheverenigingen, de Arbeidsinspectie en de SSVV (lees: de Stichting Samenwerken voor Veiligheid). Zo is het mijns inziens denkbaar dat ATEX door de SSVV wordt meegenomen als element onder de paraplu van VCA. ATEX kan dan net als de SIR een eigen positie innemen binnen de VCA. En als deze examens dan ook nog worden afgenomen onder toezicht van de Stichting Examenkamer, iets wat binnen het denken van de IECEx zeer wel mogelijk is, dan zijn we af van het systeem dat de slager zijn eigen vlees keurt. Waar is eigenlijk het wachten op, wie doet er mee? Het gaat om de veiligheid van onze eigen mensen.” 61

62 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication