6

Utrechtse makelaars zijn duurder dan collega's in de andere drie grote steden. VERDUURZAMING Standaard voor isolatie MARKT Makelaarstarieven stijgen mee met huizenprijzen De makelaarstarieven over het eerste half jaar van 2021 liggen gemiddeld op € 4.185, ofwel 1,11% van de verkoopopbrengst. Dat blijkt uit onderzoek van Mijn Verkoopmakelaar. De aanbodkrapte en daardoor toegenomen concurrentie leiden nog niet tot een daling van de tarieven. Mijn Verkoopmakelaar deed onderzoek naar de makelaarstarieven 2021 in 1.500 aanbiedingen aan toekomstige verkopers. Belangrijkste uitkomsten makelaarstarieven 2021: - Makelaars rekenen een lager percentage van de verkoopopbrengst dan vorig jaar: 1,1% (1,3% dezelfde periode vorig jaar) - In harde euro’s zijn consumenten ruim € 120 meer kwijt aan een verkopend makelaar: € 4.185 (€ 4.058 vorig jaar). De NVM bracht op 8 juli naar buiten dat de gemiddelde transactieprijs 20% hoger is dan vorig jaar. “De hogere tarieven van makelaars zijn dan ook voor een groot deel te verklaren door die stijging”, aldus Antoine Steenkamer, oprichter van Mijn Verkoopmakelaar. “Naar verhouding vragen makelaars namelijk een lager percentage van de verkoopopbrengst dan dezelfde periode vorig jaar.” In het eerste halfjaar van 2020 hanteerden makelaars een courtage van 1,3% van de opbrengst. In de eerste 6 maanden van dit jaar daalde dat percentage naar 1,1. Voor vrijwel elke prijsklasse geldt dat makelaars een lager percentage hanteren dan in dezelfde periode vorig jaar. De hoogte van de makelaarstarieven 2021 is overigens niet in elke stad hetzelfde. Zo is Utrecht van de vier grote steden de duurste stad om een woning te verkopen. Gemiddeld rekenen Utrechtse makelaars € 5.300 voor hun diensten. Dat is zo’n € 400 meer dan vorig jaar. Den Haag komt als ‘goedkoopste’ G4-stad uit de bus met € 3.500 als een gemiddeld tarief. Volgens de NVM daalde het aantal verkochte woningen met 12%. Dat betekent niet alleen voor kopers meer concurrentie, maar ook voor makelaars. Er komen namelijk minder woningen op de markt, waardoor makelaars meer met elkaar moeten concurreren om een verkoopopdracht te krijgen. Wat opvalt, is dat deze toegenomen concurrentie nog niet leidt tot een daling van de tarieven. 6 VASTGOED ACTUEEL | september 2021 Vanaf 1 augustus 2021 staat op elk nieuw energielabel vermeld of de isolatie van de woning voldoet aan de ‘Standaard voor isolatie’, meldt de Rijksoverheid. Voldoet de woning aan de ‘Standaard’, dan is deze in veel gevallen qua isolatie, kierdichting en ventilatie klaar voor de overstap naar duurzame warmtevoorziening. In veel gevallen is de woning klaar voor aansluiten op een warmtepomp of een warmtenet. De Standaard houdt rekening met de bouwkundige kenmerken van de woning. Woningen van voor 1945 hebben bijvoorbeeld vaak geen spouwmuur. De Standaard is voor deze woningen daarom minder strikt, dan voor woningen met een bouwjaar van na 1945. Het isoleren naar de Standaard van woningen gebouwd na 1945 zorgt ervoor dat zij geschikt zijn voor aansluiting op een duurzame warmtebron met lagere aanbodtemperatuur (50 graden). Woningen van voor 1945 die voldoen aan de Standaard, zijn geschikt om aan te sluiten op een warmtebron met minimaal een aanbodtemperatuur van 70 graden. Huiseigenaren met energielabel dat tussen 1 januari en 1 augustus is geregistreerd, kunnen het label vanaf 1 september downloaden inclusief vermelding, via MijnOverheid.nl. VERHUUR Woningbezitters kritisch over verkoop aan beleggers Woningverkopers geven de voorkeur aan een particuliere koper boven een belegger die hun woning koopt voor de verhuur. Dit geldt voor maar liefst 75% van de woningbezitters die van plan zijn hun woning te verkopen, blijkt uit onderzoek van funda. Naarmate de plannen voor verkoop echter concreter worden, stijgt het percentage respondenten – van 44% naar 54% – dat toch kiest voor het hoogste bod. Van alle respondenten zegt 22% de woning nooit te zullen verkopen aan een belegger, ook niet als deze de hoogste prijs biedt. Maar ongeveer de helft van de woningbezitters zwicht bij een prijsverschil van € 10.000 of minder. Uit het onderzoek blijkt dat 56% van de potentiële verkopers het belangrijk vindt dat een koper zelf in de woning gaat wonen. Onder respondenten die de verkoop van hun woning nog niet overwegen, zijn zachte factoren (zoals ‘een goed gevoel hebben bij de koper’) belangrijker dan onder respondenten met een verkoopintentie. Opvallend is dat woningbezitters in dorpen vaker (53%) hun woning zeggen te gunnen aan gezinnen dan woningbezitters in steden (45%). Naast de hoogte van het bod blijkt ook de waarde van de woning invloed te hebben op de bereidheid om aan een belegger te verkopen. Respondenten die zeggen de woning nooit te zullen verkopen aan een belegger, ook niet als deze de hoogste prijs biedt, zijn vooral eigenaren van woningen in de prijscategorie tussen de € 200.000 en € 500.000.

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication