WATERKWALITEIT ‘Full cost recovery’ kan KRW-financiering rond krijgen Een van de redenen die Veronica Manfredi noemt waarom lidstaten achterblijven in het halen van de KRW-doelen, is dat ze er onvoldoende geld voor uittrekken. De vraag dringt zich op wat landen er eigenlijk voor over hebben, dus welke kosten ze bereid zijn te maken voor het realiseren van de KRWdoelen. Anders gezegd: waarom geven landen onvoldoende uit aan een belangrijk maatschappelijk thema als schoon en gezond oppervlaktewater? Nou, brengen veel lidstaten waaronder Nederland, daar tegenin: bepaalde KRW-maatregelen zijn eenvoudigweg ‘onbetaalbaar’. Een vreemde klacht, vindt de Europese Commissie, die verwijst naar het principe van ‘full cost recovery’. Artikel 9 van de KRW verplicht lidstaten ertoe met (fiscale) instrumenten te komen, zodat gebruikers van oppervlaktewater, zoals bedrijven en agrariërs, bijdragen aan de kosten die overheden maken om het water chemisch en ecologisch KRW-proof te krijgen. De gedachte hierachter is duurzaam en efficiënt watergebruik te stimuleren (‘De vervuiler betaalt’). De Europese Commissie verwacht dat lidstaten de kosten voor hun KRW-maatregelen zullen verhalen op partijen die gretig profiteren van oppervlaktewater, zoals de industrie die er zijn koelwater in loost, de energiesector die er zijn waterkrachtcentrales mee voedt en de boer die er zijn akkers mee besproeit en zijn koeien ervan laat drinken. Door de kosten bij al deze actoren in rekening te brengen, kunnen waterbeheerders hun KRW-inspanningen financieren. Lidstaten maken van deze optie nog nauwelijks gebruik, behalve Letland. Dit sluit aan bij de conclusie van een eerdere rondgang langs EU-landen door het Europese Milieuagentschap. Het Europese oppervlaktewater is gratis, op wat legeskosten die landen in rekening brengen voor onttrekkingsvergunningen na. Oppervlaktewater voor irrigatiedoeleinden wordt niet belast. Dat is politiek niet haalbaar, concludeert het EMA. tief dure monitoring die op dit moment wordt gebruikt om de waterkwaliteit te meten, zouden kunnen vervangen. Veel kan Manfredi er nog niet over zeggen. “Het zwaartepunt ligt bij het verbeteren van de betrouwbaarheid van de elektronische rapportages.” Dat laatste is al jaren een punt van discussie tussen lidstaten en Commissie, weet Manfredi als geen ander. Veel lidstaten maken fouten in hun rapportages, maar dat ligt met name aan de ingewikkelde instructies vanuit Brussel. Ook de technische omzetting van elektronische gegevens gaat wel eens mis. Landbouw De stikstof- en fosfaatemissies van de landbouw vormen het grootste knelpunt voor het halen van de KRW-doelen. Vooral als het om nutriënten gaat, ligt ons land in Brussel onder een vergrootglas. Veel lidstaten met een krachtige landbouw lobby vinden echter dat hun agrariërs onder geen enkel beding hinder van de KRW mogen ondervinden. Om het probleem van de nutriëntenemissies te lijf te gaan, is integratie tussen water- en landbouwbeleid onvermijdelijk. Manfredi wijst erop dat het een vereiste binnen de KRW is, dat landen in de derde tranche van stroomgebiedbeheerplannen maatregelen treffen om de druk van de landbouw weg te nemen. “Als geen andere lidstaat ondervindt jullie land de impact van landbouwactiviteiten op de waterkwaliteit.” Er is nog een ‘stok’ achter de deur. Het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid van de EU (GLB in vaktaal) zal volgens Manfredi de landbouw- en waterautoriteiten in landen dwingen om samen te werken aan het ontwikkelen van geschikte maatregelen voor duurzaam waterbeheer door agrariërs, die realisatie van de KRW-doelen dichterbij zal brengen. De Europese Commissie heeft de hervorming van de landbouw in gang gezet als randvoorwaarde om de Green Deal-ambities te verwezenlijken. Een transformatie die uiterst lastig is, want met zijn subsidies is het Europese landbouwbeleid voor veel lidstaten een heilig huisje. Het grootste struikelblok binnen de KRW blijven de belabberde monitoringprestaties door een aantal EU-landen. Lidstaten als Griekenland, Ierland, Litouwen en Spanje hebben hun meetmethodiek nog steeds niet op orde. Manfredi erkent de problemen rond monitoring in sommige lidstaten, maar ze hekelt ook het ongerechtvaardigd gebruik van vrijstellingen. “Zoiets zou volgens de KRW-systematiek pas bij hoge uitzondering mogen gebeuren, maar er zijn landen die er een gewoonte van maken.” Nederland is hier bijvoorbeeld ‘goed’ in. Ons land vraagt voor 98 procent van zijn KRW-wateren uitzonderingen aan voor kwik, wat vooral via de lucht ons land binnenkomt, en de hardnekkige PAK’s in waterbodems, die daar van nature al voorkomen en niet tegen zijn te gaan. “Zo misbruik je de KRW en breng je elke ambitie om zeep. Met het oog op de voorbereidingen op de laatste cyclus van stroomgebiedbeheerplannen zullen we deze kwesties in de loop van dit jaar met de lidstaten gaan bespreken”, zegt Manfredi. Op het vlak van monitoring hebben de achterblijvers al bilateraal hulp van de Commissie gekregen. Waar nodig, kondigt Manfredi vast aan, zal de Commissie niet aarzelen inbreukprocedures tegen lidstaten te beginnen bij het Europese Hof. Na 2027 zijn geen excuses meer mogelijk. Niet ondenkbaar is dat achterblijvers dan met boetes te maken krijgen, als ze zich onvoldoende inspannen. Ook Nederland mag zich dat dreigement aantrekken. WATERFORUM MAART 2020 33
34 Online Touch Home