23

Enschede ligt op een stuwwal en kent een hoogteverschil van zo’n veertig meter. De wateroverlast kan er na een wolkbreuk soms zeer heftig zijn. Stedelijk waterbeheer Wethouder Jurgen van Houdt (Enschede) “De neerslag valt voor bijna 70% op particulier terrein. Als daar niets gebeurt, blijft het voor ons dweilen met de kraan open.” (foto: Snijders Fotografen) Nederland zwelgt in zijn waterleed. De onafgebroken reeks van acht smoorhete dagen eindigde afgelopen augustus met verpletterend noodweer. De media brachten het waterballet volop in beeld. Bewoners probeerden een borstcrawl uit in hun ondergelopen straat. In een woning dreef een koelkast door het souterrain. De pompen van de brandweer moesten eraan te pas komen. “Zoiets heb ik nog niet eerder gezien”, luidde het commentaar van een van de brandweerlieden. En zo maakt elke plek in het land wel zijn ‘ergste bui ooit’ mee. Ook voor Enschede is de aanleg van extra waterbergend vermogen zeer urgent, weet wethouder Jurgen van Houdt. “Onze ligging dwingt ons tot actie.” De Twentse gemeente ligt op een stuwwal en kent een hoogteverschil van zo’n veertig meter. Enschede ontbeert de grachten van Amsterdam en er stroomt niet, zoals in Nijmegen, een grote rivier langs. Juist dat verklaart de wateroverlast bij piekbuien. Infiltratie van hemelwater is lastig, omdat in de ondergrond ondoorlatende leemlagen zitten. Maar de stad is druk met klimaatadaptatie. Naast talloze wadi’s is een ondergrondse waterberging aangelegd ter grootte van drie Olympische zwembaden (capaciteit: 7 miljoen liter). Ook pakt Enschede het herstel van vroegere waterlopen op. Actueel is het doortrekken van de Stadsbeek vanuit de westkant van de stad richting het centrum. Doel is niet alleen het regenwater in de lagergelegen woonwijken op te vangen, maar ook de grondwaterproblemen te verminderen. In straten met een zeer hoge grondwaterstand wordt drainage aangelegd, die aansluit op de nieuwe Stadsbeek. Dit systeem moet het grondwaterpeil verlagen, als dat te hoog is, en bij een lage grondwaterstand juist hemelwater infiltreren tegen de verdroging. “Maar met maatregelen in de openbare ruimte zijn we er nog niet”, zegt Van Houdt. “De neerslag valt voor bijna zeventig procent op particulier terrein. Als daar niets gebeurt, blijft het voor ons dweilen met de kraan open.” Met een gedragscampagne wil de gemeente de bewoners van de betreffende wijken stimuleren hun stoeptegels in te ruilen voor plantjes, groene daken en regenwatervijvers aan te leggen en hun regenpijpen van de riolering af te koppelen. Rotterdam Een stad met eveneens een scherpe focus op extreme neerslag en wateroverlast is Rotterdam. Zo’n 85 procent van de stad ligt onder het niveau van de Maas. Ruim 1100 gemalen zijn nodig om dat gebied droog te houden. Uit de vele analyses, modelleringen, stresstests en de eigen klimaateffectatlas blijkt dat er nog veel moet gebeuren, zegt programmamanager Johan Verlinde van het Rotterdams WeerWoord, het vorig jaar gestarte actieprogramma-inwording van gemeente en regionale waterbedrijven. “Onze stad is nog onvoldoende in staat extreme buien te verwerken, als we kijken naar de wateroverlastmeldingen die we krijgen. Op basis van een stresstest voor neerslag hebben we bijvoorbeeld zo’n 15 duizend percelen geïdentificeerd waar de vloer bij een heftige bui nat wordt. Tot 2022 willen we de 2500 meest kwetsbare panden gaan aanpakken.” Hoe? De gemeente wil de sponswerking van de stad vergroten en minder verstening en meer vergroening. Eén van de pijlers is de komst van meer opslagcapaciteit. Sinds 2013 zijn negen Waterpleinen aangelegd. In de grond onder deze speelpleinen zijn op het regenwaterriool aangesloten infiltratiekratten met holle ruimtes aangebracht, die het water tijdelijk vasthouden, zodat het langzaam in de bodem kan wegzakken. Het grootste Waterplein onder het Benthemplein bij het Zadkine-college kan 1700 kuub water verstouwen. Het Sparta-stadion in Spangen beet het spits af met de ‘urban waterbuffer’. Al het regenwater dat op het Spartaplein en het stadion valt, wordt opgevangen in een kratjesbuffer onder het plaatselijke Cruyff Court, door een helofytenfilter gezuiverd en voor irrigatie van het voetbalgras ingezet. “Kunstgras heeft veel meer water nodig dan een normaal grasveld. Het veld mag niet te droog worden, om verwondingen van spelers te voorkomen”, legt Verlinde uit. Door het hergebruik bespaart de voetbalclub jaarlijks 15 duizend liter drinkwater. Een tweede stedelijke waterbuffer is gerealiseerd in een groen dak op het voormalige gemeentearchief in de wijk Middelland. “Regenwater is niet iets wat per se snel weg moet. Wel merken we dat de nog altijd lage prijs van drinkwater grootschalig hergebruik tegenwerkt.” Kenmerkend voor de Rotterdamse aanpak, aldus Verlinde, is het maatwerk per wijk. “Sommige wijken zijn 100 procent sociale woningbouw. We sparren dan ook intensief met de woningcorporaties die een bestand van zo’n 140 duizend woningen hebben. We zien dat daar nog een grote kennisbehoefte is. Vier van mijn collega’s zijn er één dag in de week gedetacheerd. De samenwerking gaat niet over geld, maar over weten wat er speelt en afstemmen over wat te doen.” Het onderdeel ‘Rotterdammers in Beweging’ van het Rotterdams Weerwoord richt zich op de inwoners. Johan Verlinde (WeerWoord Rotterdam) “Regenwater is niet iets wat per se snel weg moet, maar de nog altijd lage prijs van drinkwater werkt grootschalig hergebruik tegen.” WATERFORUM SEPTEMBER 2020 23

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication