14

berichten van donateurs ‘ Dat ik nu niet meer dodelijk ben, dat is het mooiste gevoel’ Tranen Toen Ik groeide op in Sao Paolo, Brazilië. Als kind had ik al signalen in mijn lichaam dat ik van mannen hield. Dat was een vreselijk gevoel, want ik wilde mijn ouders geen verdriet doen. We hadden een ontzettend hechte band. En dus onderdrukte ik mijn gevoel. Pas toen ik in 1985 naar Ibiza ging, liet ik mezelf toe om met mannen te vrijen. Waarschijnlijk heb ik daar hiv opgelopen. Uiteindelijk keerde ik terug naar Brazilië, waar ik trouwde met een Nederlandse vrouw. Ze wilde graag kinderen en vroeg mij een hiv-test te doen voordat we zouden stoppen met condooms. Toen ik de diagnose kreeg veranderde alles. Ik voelde paniek van binnen, maar kon dat met niemand delen. De relatie met mijn vrouw ging kapot. En iedere arts of specialist die ik sprak moest huilen. Want ze konden niks voor me doen. ‘Over twee jaar ga je dood’, is wat ze zeiden. Ik heb bijna zes maanden lang niks gevoeld. Ik kon ook niets voelen, want ik had een doodsvonnis gekregen. Zoals dieren instinctief een plekje in het bos zoeken om dood te gaan, wist ik dat ik niet in Brazilië wilde sterven. Ik had om me 14 Red ribbon Nu heen gezien wat aids met mensen deed en wilde dat mijn ouders niet aandoen. Ik verhuisde naar Nederland. Maar ik ging niet dood. Ik deed van alles om mijn weerstand te versterken: ik at gezond, sliep veel, nam rust. Mijn lijf heeft tot 2002 het virus op eigen kracht kunnen bestrijden, al heb ik wel veel gezondheidsschade opgelopen. Vanaf 1996 waren er medicijnen, maar ik kwam daar pas in 2002 voor in aanmerking. De start van mijn behandeling was een van de mooiste momenten van mijn leven. Want ik had niet alleen al die jaren een dodelijke ziekte, ik was ook een dodelijk mens. Dat mensen dood konden gaan door contact of seks met mij te hebben, was een vreselijke last om te dragen. Een condoom was heilig. Dat ik nu niet meer dodelijk ben, dat is het mooiste gevoel. Ik werk al bijna 20 jaar bij Aidsfonds. Het is mijn passie om mensen met hiv wereldwijd met elkaar te verbinden. Om ze te laten voelen dat ze niet alleen zijn. En dat blijf ik doen tot aan mijn pensioen, over twee jaar. Adolfo Lopez, senior project medewerker Aidsfonds Dikeledi - de betekenis van haar naam is ‘tranen’. In de nacht dat ze werd geboren, overleed haar opa. Tranen van vreugde waren er en tranen van verdriet. Eind jaren 90 werkte ik samen met Dikeledi in een revalidatiecentrum in Botswana. We raakten bevriend. Ik was onder de indruk van haar kennis, professionaliteit en counselingsvaardigheden. Ze stond ook mensen met aids bij. Botswana was zwaar getroffen door de aidsepidemie. Medicijnen waren voorhanden, maar het taboe op de ziekte was levensgroot. ‘This disease’ werd het genoemd. Na drie jaar keerde ik terug naar Nederland, maar we hielden contact. Op een gegeven moment hoorde ik dat ze veel ziek was. Een oud-collega vertelde me dat ze aids had. In de brieven die we elkaar nog schreven, probeerde ik een opening te scheppen om het erover te hebben. Als antwoord kreeg ik steevast terug: “I will be okay, don’t worry”. Totdat ik werd gebeld dat Dikeledi was overleden, 37 jaar oud. Ik huilde om haar – tranen van verdriet. Om het gemis, om de eenzaamheid die ze gevoeld moet hebben tijdens haar ziekte. Om het taboe dat niet doorbroken kon worden. En ja, ik huilde ook tranen van vreugde. Om haar gekend te mogen hebben. Om het mij wegwijs maken in een cultuur die ik niet kende. Om de vriendschap die we hadden. Petra Boekestein - donateur

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication