4

Elk jaar loopt een half miljoen jongeren in de bloei van hun leven hiv op. Dat komt door het taboe op seksualiteit in veel landen. Hierdoor is het lastig voor jongeren om condooms te kopen of een hiv-test te doen en verspreidt het virus zich vrijelijk. Sekani (24) uit Malawi: “Jongeren worden over het hoofd gezien.” In veel landen weten jongeren maar weinig over hiv en aids. Met hun ouders en op school praten ze daar niet over. En als ze met hun vragen naar een dokter gaan, worden ze weggestuurd. Hierdoor kunnen ze geen goede keuzes maken over hun seksleven. Dat geldt helemaal voor jonge meiden, die in veel landen economisch afhankelijk zijn van mannen. Juist zij worden dan ook onevenredig hard getroffen door de aidscrisis. Jongeren die vervolgens hiv oplopen, worden vaak gemeden of gediscrimineerd. Dus proberen zij hun status te verbergen. Ze nemen op school stiekem op de wc hun medicijnen in, of ze stoppen helemaal met het slikken van hun pillen. Er is dus een schreeuwende behoefte aan goede voorlichting, jeugdvriendelijke klinieken en beleid dat is afgestemd op het leven van jongeren. Kortom: we hebben nog veel te doen! Deze vier jongeren helpen mee in onze projecten. Jongeren Jongeren en hiv in cijfers • Elke dag lopen bijna 1.300 jongeren tussen de 15 en 24 jaar een hiv-infectie op • Aids is wereldwijd de belangrijkste doodsoorzaak onder meisjes en jonge vrouwen (vanaf 15 jaar). • Slechts een op de drie jongeren in sub-Sahara Afrika weet hoe ze zichzelf tegen hiv kunnen beschermen. Bron: UNAIDS 2020 4 Red ribbon Jerop (22) uit Kenia is blogger en studeert counseling en psychologie. “Toen ik vijf jaar oud was, stierf mijn moeder aan de gevolgen van aids. Een jaar later mijn zusje. Dat was veel om te verwerken. Mijn familie toonde geen interesse in mij. Ze dachten dat ik hen zou infecteren en verwachtten dat ik dood zou gaan. Het heeft lang geduurd voordat ik mijn hiv-status accepteerde en mijn medicijnen innam. Maar nu gaat het heel goed met me. Ik blog over mijn leven met hiv, dat inspireert veel jongeren. Jongeren willen niet met een volwassene praten, ze willen met mij praten. Als zij hun verhaal delen, weet ik hoe het voelt. En als ze zien dat het goed met me gaat, inspireert dat hen om ook hun medicatie in te nemen. De overstap van jeugdzorg naar volwassenenzorg is lastig. Als je achttien wordt, gaat iedereen ervan uit dat je nu volwassen genoeg bent om zelf je medicijnen op tijd in te nemen. Vaak wonen jongeren echter op een campus. Ze maken vrienden en gaan daten. Ze willen van het leven genieten en net zo zijn als anderen, maar hebben het gevoel dat hiv hen daarin beperkt. Dus nemen ze hun pillen niet meer in. Want wat als iemand hen ziet? Zelfstigma is een groot probleem. Ik moedig jonge mensen aan om zichzelf te accepteren, van zichzelf te houden. Dat maakt het voor hen gemakkelijker om met het stigma van de gemeenschap om te gaan.”

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication