3

Seniorenvereniging HLMRMEER NOORD “MEER-SENIOREN” Augustus-September [48] Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen In de Volkskrant van 31 mei j.l. stond een artikel dat het bestuur deed schrikken! Nieuwe eisen aan bestuurders stellen kleine verenigingen op de proef! Per afgelopen 1 juli moesten alle verenigingen, stichtingen en cooperaties aan nieuwe wetgeving voor zorgvuldig bestuur voldoen. Aan deze “Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen” (WBTR) is een lange voorgeschiedenis voorafgegaan, maar in november vorig jaar ging de Eerste Kamer akkoord. Praktisch betekent het dat iedere Nederlander die een bestuursfunctie heeft (al dan niet als vrijwilliger), met zijn bestuur om de tafel moet hebben gezeten om de eigen statuten door te nemen. Het bleef lang stil rond deze nieuwe wet, in feite een aanpassing van het Burgerlijk Wetboek. Corona is daar debet aan, maar sinds enige tijd gaat het als een olievlek door verenigingsland: kom in actie! Nederland is bij uitstek een land van vrijwilligers en lokale clubs. Hoofdelijke aansprakelijkheid Wat eist de WBTR? Het gaat om grofweg vijf belangrijke veranderingen. Meest in het oog springend is de hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders bij een failliet of ernstig financieel tekort. Een bestuurder moet kunnen aantonen dat hij/zij niet nalatig is geweest en behoorlijk heeft bestuurd. Kan hij/zij dat niet, dan is hij/zij privé aansprakelijk. Het is daarom zaak dat elke stichting of vereniging een 'bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering' afsluit! Bestuurders mogen geen tegenstrijdig belang hebben en er moet een regeling zijn voor afwezigheid van het bestuur en mag nooit één bestuurder over een meerderheid van de stemmen beschikken. Langzaam druppelt nu door dat alle stichtingen en verenigingen, hoe klein ook, moeten voldoen aan de nieuwe voorwaarden, mede voortbordurend op codes voor 'goed bestuur' of 'cultural governance' die al bestaan. “Kleine stichtingen met een paar vaste krachten en een groot aantal vrijwilligers zien veel over zich heen komen. Maar het is heel gezond dat de kussens worden opgeschud en dat over ieders rol duidelijke afspraken worden gemaakt.” Arthur van der Hoeff, directeur van de Nederlandse Stichting voor Vereniging en Recht, juicht het toe dat er meer aandacht komt voor behoorlijk bestuur en vindt de gevolgen nogal meevallen:” Er is geen enkele reden nu ineens angstig te worden en van bestuursfuncties af te zien. Het gaat in de praktijk vooral om een beter bewustzijn over zaken die normaal gesproken al gangbaar zijn in een bestuur. Daartoe horen ook simpele dingen als: maken we goede notulen van onze vergaderingen? Worden die toegankelijk opgeslagen? Hanteren we het “vier ogen” principe bij grote uitgaven? Is een kascommissie voldoende of huren we een accountant in? Er is nog iets: de voorwaarden die de WBTR stelt, moeten tussen nu en vijf jaar in de statuten van een stichting, vereniging of cooperatie worden vastgelegd. Dat betekent een gang naar de notaris. Het bestuur van de Sv-HN heeft zich onmiddellijk georienteerd en er is gebleken we met onze statuten en onze verzekeringspolis afdoende zijn ingedekt, zodat we ons nergens zorgen over hoeven te maken. Mocht u naar aanleiding van dit artikel nog vragen hebben, dan kunt u die op de ALV van 22 september a.s. Aan het bestuur stellen. [ 3 ]

4 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication