Handpoppen zijn mooie hulpmiddelen om mee te spelen met je peuter of kleuter. Het is voor sommige kinderen namelijk minder spannend om met een pop te praten dan met een persoon. Het spelen met een handpop daagt een kind uit om te praten en te reageren. Je kunt samen een verhaal naspelen of een fantasiegesprek voeren. Samen een spelletje spelen is altijd leuk. Daarbij is het voor je kind een mooi moment om woorden te leren en te oefenen met zinsbouw. Ook leert je kind op de beurt wachten. Een voorbeeld van een spel dat je samen kunt spelen is lotto. Een lottospel bestaat uit grote kaarten met plaatjes en allemaal losse, kleine kaartjes met diezelfde plaatjes. Leg de losse kaartjes met het plaatje naar beneden op tafel. Pak om de beurt een kaartje, vertel met één woord of een korte zin wat erop staat en leg het op de grote kaart. Als alle losse kaartjes op de grote kaart liggen, is het spelletje afgelopen. Liedjes zingen is vrolijk én je kind kan ervan leren. Als je liedjes zingt, help je je kind nieuwe woorden en zinnen te leren en te onthouden. Het ritme en de melodie helpen hierbij. In de meeste liedjes rijmen woorden op elkaar. Als woorden op elkaar rijmen, kunnen kinderen ze gemakkelijker onthouden. Ook helpt rijmen bij het horen van verschillen tussen klanken. En samen zingen is ook gewoon erg gezellig! Als je niet goed weet hoe een liedje gezongen moet worden, kijk dan op www.youtube.com. Daar vind je veel filmpjes die je kunnen helpen, want je hoort hoe het liedje gaat. Ook zijn de filmpjes leuk om samen naar te kijken. Werken met voorwerpen Voorwerpen ordenen en bespreken leert je kind structuur aan te brengen in wat het ziet en meemaakt. Zo kun je per onderwerp voorwerpen verzamelen in een speciaal koffertje, mand of doos. Denk bijvoorbeeld aan kleding en speelgoed voor peuters en kleuters. Een kledingkoffer kan gevuld zijn met een schoen, laars, sandaal, pantoffel, sok, hemd, broek, trui, jurk, rok, bloes, muts, handschoen of want. In een speelgoedkoffer kun je rijdend speelgoed verzamelen, speelgoed om mee te bouwen of speelgoed om te knuffelen. Voor kinderen vanaf zes jaar kun je bijvoorbeeld denken aan voorwerpen van een seizoen. In een seizoenskoffer kun je in de herfst samen met je kind kastanjes, eikels en bladeren met verschillende vormen en kleuren verzamelen. Met de voorwerpen kun je verschillende dingen doen. • Pak de verschillende voorwerpen uit de koffer en vertel wat het is. • Leg dezelfde voorwerpen bij elkaar op soort. Bijvoorbeeld de voertuigen bij de voertuigen en de blokken bij de blokken. Orden de voorwerpen ook op grootte of op vorm. Orden daarna op kleur. • Praat met je kind over de overeenkomsten en verschillen die je ziet. Bijvoorbeeld: ‘Deze zijn hetzelfde: allebei rood’ of: ‘Deze zijn verschillend: die heeft twee wielen en die heeft vier wielen’. • Speel met de voorwerpen ‘spullendief’. Leg drie voorwerpen uit de koffer neer op tafel en zeg samen met je kind welke het zijn. Dan doet je kind de ogen dicht en jij haalt iets weg. Daarna mag je kind zeggen welk voorwerp weg is. Het is ook leuk om de rollen om te draaien. Nu doe jij je ogen dicht en je kind haalt iets weg. • Speel een voelspelletje. Leg een aantal voorwerpen op tafel en bespreek samen met je kind welke het zijn. Leg een doek over de voorwerpen heen en leg een andere doek over de handen van je kind. Geef je kind een voorwerp in de handen. Zorg ervoor dat je kind het voorwerp niet gezien heeft. Je kind mag raden welk voorwerp het is. Eventueel kun je samen het volgende versje opzeggen: ‘Voelen, woelen, heb je al wat beet? Weet je hoe dat heet?’. Je kunt ook meerdere voorwerpen onder de doek van je kind leggen en je kind zelf een voorwerp laten pakken. VAN NUL TOT TAAL - ouders | 53 Zingen Spel
54 Online Touch Home