36

6 Leerlingenzorg Kinderen komen naar school om zich te ontwikkelen op verschillende gebieden. Ieder kind heeft daarbij andere onderwijsbehoeften. Het ene kind heeft meer moeite om de leerstof tot zich te nemen dan het andere. De leerkracht probeert binnen de groep zoveel mogelijk aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van de verschillende leerlingen. Dit noemen we handelingsgericht werken (HGW). In dit hoofdstuk kunt u lezen welke middelen wij gebruiken om ervoor te zorgen dat onze leerlingen een passend onderwijsaanbod krijgen. Voor verdere, uitgebreide, informatie verwijzen wij naar de website van onze school. Handelingsgericht werken (HGW) Handelingsgericht werken heeft als doel de kwaliteit van het onderwijs te optimaliseren en de begeleiding af te stemmen op alle leerlingen. Elke leerkracht verzamelt gegevens van iedere individuele leerling uit zijn of haar klas in een groepsoverzicht. Hierin benoemt de leerkracht ook de onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Op basis hiervan stelt de leerkracht een groepsplan op. Drie keer per jaar bespreken de groepsleerkracht en de intern begeleider (IB) het groepsoverzicht. De toetsgegevens en informatie van de leerkracht vormen aanleiding voor het opstellen van groepsplannen die in de klas worden uitgevoerd. HGW kent de volgende vier fases: 1. Waarnemen (wat ziet / signaleert de leerkracht in de klas?) 2. Begrijpen (welke onderwijsbehoeften heeft de klas en/of leerling?) 3. Plannen (hoe krijgt dit de komende periode vorm? wat is het plan?) 4. Realiseren (uitvoeren van het plan) Dit is een cyclisch proces en komt dus meerdere malen per jaar terug. Deze vier fases komen ook terug in de zorgniveaus. Hieronder benoemen we de verschillende zorgniveaus, die aangeven op welke manier en in welke fases er zorg wordt verleend aan leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. Dit kunnen onderwijsbehoeften zijn op het gebied van leren (moeizame leerontwikkeling of juist een ontwikkelingsvoorsprong) en/of gedrag. Stap 1: Zorg op groepsniveau De leerkracht signaleert dat het kind een andere onderwijsbehoefte heeft op basis van observatie, methodegebonden of methode – onafhankelijke toetsing, of de leerkracht krijgt van ouders een signaal. De leerkracht gaat eerst proberen zelf te voldoen aan deze specifieke onderwijsbehoefte. Binnen het aanbod in de klas en lessen wordt gedifferentieerd gewerkt met betrekking tot instructiebehoefte (verlengde-, basis- , en verkorte instructie) en verwerking op niveau (minimum, basis en plus). Deze wordt afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Stap 2: Zorg op schoolniveau Wanneer het de leerkracht niet lukt om binnen de groep zelf te voldoen aan de speciale onderwijsbehoefte van een leerling, meldt de leerkracht de leerling aan bij de IB-er om dit te bespreken. Bij deze bespreking is in ieder geval aanwezig: de eigen groepsleerkracht van de leerling, de IB-er en vaak ook de RT-er. Vervolgens wordt er actie ondernomen. Er worden doelen gesteld in een (groeps)handelingsplan en er wordt een periode aan deze doelen gewerkt. Daarnaast kan het zijn dat een leerling binnen of buiten de groep specifieke hulp/RT krijgt door de RT-er of ondersteuning door de onderwijsassistent. Voor de leerlingen die onvoldoende uitdaging vinden binnen het basis- en plusaanbod in de groep kan worden overgegaan tot het compacten en/of versneld doorlopen van de leerstof. Hierdoor ontstaat er tijd voor het aanbieden van zogenaamde verdiepings- en verrijkingsstof 36 Het Kompas

37 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication