3

En wat zien onze alerte Jagers tot hun grote ontzetting in hun richting naderen? De bliksem verraadt kortstondig de Duitse infanterieopmars genaderd op een 3 à 400m. Het komt tot een bloedig titanisch treffen aan onze redoutes met Duitse infanterie 73ste, 74ste, 83ste en 84ste 4de Jagers dat uit Angleur langs de Maas naar Sclessin optrok, steekt daar de brug over, geraakt in Ougrée slaags met Duitse voorposten en drijft in het Bois de Chatqueue met twee bataljons de Duitse restgroepen terug naar Boncelles. regimenten, die deel uitmaken van de 38ste en 43ste Duitse Brigade. Ze komen massaal opzetten uit de richting Plainevaux en Boncelles. Overal vallen die nacht alle Duitse Brigades onverhoeds en geconcentreerd de forten aan, die voor hen liggen. Het is een schijnmanoeuvre in een poging bij duisternis ons te verrassen op de tussenruimtes van de forten in de loop van de nacht 05 op 06 augustus 1914. Officieren bevelen de Jagers nog even te wachten tot men zeker zicht heeft op de geviseerde, grijze oprukkende uniformenmuur. Een schril fluitje weerklinkt akelig in het struikgewas en Waalse bossen. Het onzaligmakend sein om de poorten van het Laatste Oordeel wagenwijd open te slaan!?! Een bangelijk, oorverdovend, onophoudelijk salvo uit wel honderden geweren en mitrailleurs braakt staal in de richting van de grijze Duitse golven. De uitwerking is hallucinant in de gietende regen en bliksemflitsen. Kogels slaan met dove slag in boomstammen her en der. Takken breken af en donderen naar beneden. Nog veel erger is het door merg en been dringend gekrijs van de gewonden en stervenden. Aan onze kant vallen ook onvermijdelijk slachtoffers. In het duister en slecht zicht krijgt de oprukkende vijand maar geen fatsoenlijk overzicht op de getalsterkte en de ingenomen posities der Jagers over de volle aanvalslengte. De gevolgen zijn desastreus voor de Duitse aanvallers, als het fort van Embourg ondersteunend artillerievuur loslaat in het Duitse centrum. Die sukkelen en vallen over muren van doden en gewonden. Met honderden tegelijk sneuvelen ze over en door elkaar. In hun rangen ontstaat wanorde en paniek, waardoor de Duitse 73ste/74ste regimenten onderling van achteruit gaan vuren op eigen oprukkende troepen voor hen. De chaos in hun rangen is zo groot dat hun bevelhebber Generaal Von Hülsen gekwetst geraakt door vuur van eigen manschappen. Onze Jagers gaan de godganse nacht tekeer als gekken, blijven fanatiek vuren en doorvechten op al wat verroert om reden dat sommige Duitsers laf genoeg de geldende oorlogsregels aan hun laars lappen. Ze tonen een witte vlag ter overgave en openen onverwachts opnieuw het vuur op onze Jagers van kortbij. Waardoor onze manschappen geen kwartier (genade) willen geven, noch krijgsgevangenen maken. Na 04.45 u zijn de Belgische redoutes 1, 2 en 3 door het 1ste Jagers ontzet met de steun van de meegekomen 15de Brigadeartillerie en beginnen de zuiveringsacties in de richting Boncelles. Bois de St-Laurent, Bois de St -Jean en Bois de Sclessin worden bloedig uitgekamd door het 1ste Jagers. Het broederregiment Bevelvoerder Prinz Frederich von Lippen sneuvelt hierbij. Aan het fort Boncelles pogen de Duitsers met drie opeenvolgende aanvalsgolven daar nog iets te forceren. Ze stuiten er telkens opnieuw op ongemeen heftige weerstand en artillerievuur. Incasseren zware verliezen, geraken volledig afgesneden van hun officieren. Vol schrik hijsen gedemoraliseerde Duitsers de witte vlag, steken hun handen in de lucht en geven zich met honderden tegelijk over. Ze doen niet moeilijk en worden opgesloten in het fort Boncelles. Gestadig maar zeker knijpt dodelijk de Belgische tang dicht rond Boncelles. Rond 05 u komen redoutes 4 en 6 terug in Belgische handen. Bij redoute 5 stuiten ze op hevig vuur van Duitse mitrailleursnesten, die zich rond 01.15 u meester hadden gemaakt van onze loopgracht. Ze maken er ettelijke slachtoffers. Rond 06.15 u met de versterkende hulp van twee bataljons 29ste Linieregiment en doeltreffend artillerievuur worden de fanatiekelingen naar de verdoemenis geschoten. Er volgen nog enkele schermutselingen, wijl onze artillerie stelselmatig de 38ste en 43ste Duitse Brigades terugveegt. Uiteindelijk trekken ze zich met zware verliezen geleidelijk aan terug richting Plainevaux. Na negen uur strijd is het gebied gezuiverd, uitgekamd en zijn wij terug meester van de situatie. Het is dan reeds 07 u in de morgen van 06 augustus 1914 als het krijgsrumoer afneemt. Inderhaast worden onze gewonden opgezocht, verzorgd en samengebracht. Het is een helse karwei en ontneemt iedereen het gevoel voor eetlust. Op de klok van 9 u wordt de strijd afgeblazen en appel gehouden onder de aanwezigen. De trieste balans: 428 doden en gewonden. Iedereen helpt bij het zoeken en bergen van dode kameraden. Léon wordt lijkbleek bij de afzichtelijke aanblik van de lugubere rijen, gesneuvelde jongens. Hen direct hier begraven zal niet lukken. Overal klinkt geweeklaag van smarten, gejammer, gekerm, gereutel, geroep. Hij moet even aan de kant gaan zitten om te kokhalzen. “Allemaal, die rap thuis zijn” zucht naast hem welgemeend een jongen uit Kruishoutem. Die reikt hem zijn veldfles aan met water om bij te komen en helpt hem recht. ”Wij hebben gotverd… chance gehad maatje”. Op de baan richting Luik vertrekt een ellenlange processie van Ambulances en Rode Kruiswagens met gewonde Jagers. Er waart een dierlijke stank van bloed, cordiet, nevels en verrot in de kletsnatte bossen. Onze tranchées zijn herschapen in beken vol bloed en regenwater. Overal liggen stapels grijsgeklede cadavers over en door elkaar zonder overdrijven tot drie meter hoog. 3

4 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication