2

© dia van Lucien De Witte (scan: Willy Baelen) Pater Coene had ons toch eens goed liggen. Ons was beloofd dat we het restje van des wijn zouden mogen uitdrinken. Op de duur vonden we dat de wijn uit een halflege fles evengoed smaakte. Uiteindelijk werd dit een slechte gewoonte. Ik heb een sterk vermoeden dat ik mijn liefde voor een lekker glaasje wijn te danken heb aan mijn ervaring als misdienaar. Wat ik niet erg vind. Op een dag had pater Coene in de sacristie de wijnfles met Engels zout gevuld. Het was tijdens het lof. Eric was er als eerste bij. U kunt al raden wat er gebeurde. Hij walgde van het goedje en spuwde het uit op de houten vloer van de sacristie. In paniek veegden we met ons misdienaarskleed de vlek droog. Ik kan het me voorstellen dat pater Coene op zijn bidgestoelte zat te bulderen van het lachen. We kregen een ferme uitbrander. Onze ouders werden ingelicht en ik hoor mijn moeder nog meerdere keren zeggen dat Eric en ikzelf samen meer kattenkwaad uitgespookt hebben dan de anderen samen. Het was toch maar kattenkwaad. Op een dag liepen Eric en ik het kerkgebouw binnen. We werden verrast door lawaai, dat schijnbaar uit de klokkentoren kwam. Natuurlijk wilden we weten dat er aan de hand was en we stapten resoluut de ladder op, die toegang gaf tot de toren. En … wie troffen we daar aan? Het was pater Coene. Hij schrok zich een bult. Waarschijnlijk dacht hij aan wat pastoor Dewankel overkomen was. Hij liet ons zweren dat we dit nooit of nooit aan iemand zouden vertellen. Wij knikten gewillig. Pater Coene had achter een van de planken een radio verstopt. Geregeld kwam hij luisteren naar de Engelse reporter van de BBC, die de stand van zaken meedeelde over de opgang van de geallieerde troepen aan de Franse kust. Had de Duitse bezetter dat te weten gekomen, dan was het gedaan met pater Coene. U kunt gaan denken. We hebben dit voorval zelfs thuis niet durven vertellen. U weet wellicht dat de Duitsers tijdens de oorlog het kasteel van Beauvoorde hadden ontruimd. Voor zover ik mij herinner was het hun bedoeling er een soort legerhospitaal in te richten. Heel wat van de inhoud van het kasteel werd zomaar in de kasteelgracht gegooid. >> deel 3 in het winternummer 2020 >> 2 Eric en ik vonden het boeiend om met een bootje op zoektocht te gaan. Op zekere dag trok een zwaar voorwerp onze aandacht en met een vierhaak konden we na enkele pogingen het mysterieuze voorwerp bovenhalen. Onze handeling bracht het ernstige schade toe. Dat was het minste van onze zorg. Pas later vernamen we dat om een eerder zeldzaam, middeleeuws doopvontje ging. Later bleek, volgens de dagbladen, dat er slechts drie zulke doopvontjes in Europa te vinden waren. Het bewuste doopvontje stond lange tijd aan de ingang van het kasteel. Nadien belandde het achteraan in de kerk van Wulveringem. Of het er nu nog staat, weet ik niet. Bij een volgend bezoekje aan Beauvoorde zal ik dit even nakijken. © foto onder - Stef Duron - 15 juni 2020 O.L.V.-Hemelvaartkerk Wulveringem

3 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication