2

Onze tuin sloot direct aan op het kasteelpark dat toen nog niet doorlopend publiek- toegankelijk was, waardoor ik als zesjarige knaap plots een “onmetelijke en kind-avontuurlijke” privé speeltuin ter beschikking kreeg. Vanaf deze leeftijd leefde ik intens samen met de geluiden uit het kasteelpark. Tijdens de mooie zomerdagen met het gehamer van een specht tegen een boomstam, koekoekgeroep, duivengekoer, merelzang en vinkengekwetter. In zwoele zomernachten met de brulkikkers in de slotgracht achter onze tuin. Bij winterse storm was er het woeste windgedruis door de kale boomkruinen en toverde soms een lichtstraal van autolichten komende van boer Wackenier of Vandevelde, door de boomtakken grillige spookpatronen op mijn slaapkamergordijnen. Samen met Hugo Pyfferoen en andere leeftijdsgenoten zwierven we rond in het kasteelpark waar we wat in het oog werden gehouden door Julien en waar we van hem ook stiekem onze eerste sigaret kregen toen we een jaar of elf waren. Soms kreeg ik ook minder kind-leuke taken te doen zoals de jaarlijkse aalbessenpluk in de toen nog bestaande grote moestuin achter het kasteelpark, het uitschrapen van onkruid tussen de knobbelige stenen voor de kasteelbrug of het helpen boenen van de houten kasteelvloeren. Als jeugdige tiener werd ik ook dikwijls ingezet “als afsluiter” wanneer grotere groepen door het kasteel gegidst werden door mijn vader. Voor de jaarlijkse grote kasteelkuis en koperpoets charterde mijn moeder alle tantes en werd er een lange dag duchtig en vrolijk gewerkt. Ik vermoed dat de Academie hiervoor nooit veel zal betaald hebben! Op de kasteelzolders en toren kende ik kinderlijke fantasieën over spoken en ridders en was geïntrigeerd door de oude biljarttafel en een vreemdsoortige piano. Pas veel later wist ik dat dit een pianola uit de jaren 20 was die waarschijnlijk nog door mevrouw Flyps en meneer Léon bespeeld is geweest. Ook toen ik mijn toelatingsexamens voor de Koninklijke Militaire School voorbereidde, was de kasteelzolder een toevluchtsoord om rustig te kunnen studeren. Tot einde jaren vijftig, bij aanvang van de zomer, werd door Julien en mijn vader een zwart geteerde houten schuit vanuit de stallingen in de binnengracht gelegd. De schuit dateerde nog uit de jaren ver voor WOII en werd gebruikt om kleine onderhouds- of herstelwerken uit te voeren aan de kasteelmuren in de slotgracht. Zonder twijfel gebruikte de Douairière ook de schuit om zich bij warm weer rond het kasteel te laten roeien. Tientallen keren roeide ik staande op het houten achterdekje van de schuit de kasteelgracht rond. Hoewel ik nog niet kon zwemmen was dit geen reden voor onrust bij mijn ouders toen. 2 © foto boven - reuzin Belle van Vinkem en haar reuzenkinderen met Maurits Dejonckheere op de speelplaats van de kleuter– en lagere meisjesschool met vooraan links Mia Craeye en Michel Top (fotoalbum Palma Sampers - scan Herman Duron) - - foto midden - Moeder Jeannette voedert de zwanen. - foto onder - Jeannette en Willy aan de haard in het kasteel

3 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication