7

21 Voor z’n bij-jobtjes kocht Jef een voiture, een oerduutsche Goliath, een groot vehikel met kleine moteur, en ’s winters de batterij plat. Ze gaan niet meer lachen, zei Jef gefrustreerd, en kocht dus een Mercedes, Maar Lydie voeld’ heur nogal gegeneerd: kwam dat door het succes..? 22 Wel pa, zeiden d’joêns, we liên geen gebrek, peist ook eens aan ma’s comfort, ze sleurt al jaren bidons met mèk, in regen, sneeuw en vorst, bouwt heur een veranda, of een afdak, een plek om te werken in ’t droog! Jef boog z’n hoofd, en mompelde ja’k, hij had hem in z’n oog..! 23 Vanaf ’t jaar tsjestig was metj’ Emelie, bij dochter en schoonzeune thuis, Lydie was toen van zorgen nooit vrie, ‘t werd stilaan een eindeloos kruus. O Lydie, hoe da’j’gie dat offer bracht, van liefde het grootste bewies, wel twintig jaar en meer zonder klacht? Allene den Here is ’t wies… REFREIN (zachtjes) LA LA LA LA LA, LA LA LA LA LA TI RA LA LA LA, LA LA LA LA LA LA O MÉMÉ LYDIE, O DAG VAN GLORIE, WE ZING’N DIT FEESTLIED, IS HET NIET WONDERBAAR..! 7

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication