13

Na de oogst mochten we van de boeren de achtergebleven “ouwtjes” op de velden oprapen. Ons vader had tijdens de oorlog een broodbakoven geïnstalleerd. Boer Vandevelde had aan vader geleerd hoe hij brood moest kneden en bakken. De oven moest uiteraard gestookt worden. Voor mijn tweelingbroer Eric en ik was het een geliefde hobby. Thuis hadden we een lange haag die om het paar jaar heel wat bussels hout opleverde. Ideaal voor het stoken van onze bakoven. Op zekere dag waren wij “ouwtjes” gaan rapen op het boerenhof van boer Vandevelde. Plots kwam een jachtvliegtuig aangevlogen en dook naar beneden. Uit schrik sprongen we een wilde ik starten bij de ploeg aan huis. Op zekere dag telefoneerde ik naar priester Verhelle, stichter en bestuurslid van de Hermesploeg. Ik kreeg een voor mij verrassend antwoord: “Ik zal u eens iets vertellen, wat ik eigenlijk niet zinnens was aan u te vertellen. Gij vraagt me zomaar om te gaan voetballen in een nieuwe ploeg van de vierde provinciale afdeling. Ik kan dat toch niet zomaar toestaan. U zult dit toch moeten begrijpen. Weet u dat ik nog geen maand geleden een bezoek kreeg van de leiding van ‘den As’ (AS Oostende) die in tweede nationale speelt met de vraag om u af te kopen. Ik heb verteld dat je nog zo jong bent en dat we je eerst nog wat meer willen opleiden.” Sorry dat ik dit hier neerschrijf. Na wat aandringen liet priester Verhelle me uiteindelijk gaan. Aan die jaren heb ik nog altijd zeer aangename herinneringen. Weet wel: ze zijn nooit gepromoveerd. gracht in. Telkens wanneer we terug aan het rapen waren, keerde dat vliegtuig terug en herhaalde zijn duikvlucht in onze richting. Het vloog zo laag dat we duidelijk de piloot achter de stuurknuppel zagen zitten. Na een tijdje hadden we het door. De piloot – blijkbaar een Engelsman – moet het plezant gevonden hebben om ons de stuipen op het lijf te jagen. En toen verdween het jachtvliegtuig. Wel een schrikaanjagende ervaring. Geloof mij … Er zijn ook aangename herinneringen … Zo denk ik aan het ontstaan van de voetbalploeg Vinkem-Wulveringem. In die tijd was ik student aan het O.L.V.-College te Oostende en had ik het voorrecht te mogen spelen bij de Hermesploeg aldaar. Bij de start van de ploeg VinkemWulveringem, net na mijn collegetijd, was ik nog altijd lid van Hermes-Oostende. De overstap moest bijgevolg officieel geregeld worden. Uiteraard © foto Brits jachtvliegtuig - bing.com/images 13 Een match die me nog altijd is bijgebleven was de ontmoeting op eigen veld tegen Middelkerke. Het eindresultaat was 1-13. Na de match ben ik de scheidsrechter gaan feliciteren. Uiteraard waren we duidelijk zwakker maar die ‘triestige’ scheidsrechter had zó opval lend tegen VinkemWulveringem gefloten als het maar kon. Ik vergeet het nooit. Ik werd door de verzoeningscommissie opgeroepen om uitleg te geven over de belediging aan het adres van de scheidsrechter. De commissie zetelde in één van de hotels op de markt te Veurne. Ik gaf de uitleg dat ik de scheidsrechter ook mag feliciteren, zelfs bij een verlies. “Mijnheer, ik doe dat toch altijd!”. De voorzitter bekeek me langdurig en na een tijd liet hij me verstaan dat ik toch beter wat zou nadenken. Ik kwam er van af met een berisping. Voor mij was het een ervaring als een ander. Ik vermoed niet dat ik na de match Ook minder aangename herinneringen komen wel eens naar boven. Dat brengt mij terug naar de bevrijding na de oorlog 194045. Ook in Wulveringem-Vinkem was er een Witte Brigade actief. Ik ben er mij van bewust dat in heel wat gevallen die brigade wel degelijk positief werk heeft geleverd. Ook bij ons werden er mensen opgepakt en opgesloten in het klooster naast onze deur om nadien overgebracht te worden naar een centrale gevangenis te Sint-Kruis Brugge. Ook mijn vader werd aan huis opgepakt. Hij moest zijn veldwachtersattributen met o.m. zijn revolver en matrak afgeven. Gelukkig werd hij maar voor een nacht vastgehouden. Door tussenkomst van een gezaghebbend persoon bij de hoofdbrigade te Veurne kwam hij weer vrij. Hij is buiten gestapt als vrij persoon. Zijn attributen bleven achter. De dag daarop is een man van de brigade als een hond met de staart tussen de benen de revolver en matrak komen terugbrengen. Ik heb moeder altijd horen zeggen dat ze daarna vader als een gebroken man had teruggezien. Inderdaad, vader is nooit meer geweest zoals vroeger. Die vernedering was voor hem teveel geweest. Ik kan dat uiteraard niet bewijzen maar ik ben er nog altijd van overtuigd dat hij de kanker die hij later opliep, daar heeft opgedaan. Dat vader niet goed was, had ik vernomen toen ik in het militair hospitaal te Gent voor enkele dagen werd opgenomen. Ik kom daar later nog op terug. Het thuisfront inlichten over mijn opname in het hospitaal zal ik nooit vergeten. Over het morele peil van de Witte Brigade van Wulveringem-Vinkem zal ik geen oordeel vellen. Wel heb ik er mijn mening over. >> deel 5 in het zomernummer 2021 >> de scheidsrechter nog veel ben gaan feliciteren.

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication