15

Naar de middeleeuwen Wellicht beginnen we de uitzending het best met wat toelichting bij de oorsprong van de ringsteking. Het lijkt voor de hand te liggen dat het middeleeuwse steekspel er een verre voorvader van is. De ruiter, het paard in galop, de speer en een te raken doelwit wijzen als vanzelf naar verwantschap. Volgens historici ontstaat het middeleeuwse steekspel omstreeks 1100 in de Nederlanden en NoordFrankrijk, meer bepaald in Vlaanderen, Brabant, Henegouwen en Picardië. De ridders beschouwen het als een waardig tijdverdrijf dat aansluit bij hun hoge stand, en dat tegelijk oefening biedt om doeltreffend te kunnen uithalen als ze écht ten strijde trekken. Voor die “trainingen” hanteren ze houten, uitgeholde lansen die minder impact hebben, wat niet wegneemt dat het toch een risicovolle bedoening blijft met geregeld gewonden en doden. Keizers, koningen, hertogen, graven pakken in de middeleeuwen graag uit met hofdagen. Om hun macht, rijkdom, hoofsheid en moed te etaleren. Hofdagen zijn geen bescheiden evenementen. Met wat verbeelding kunnen we ze vandaag vergelijken met een meerdaags Europees Kampioenschap in een of andere sportdiscipline. Een van de grootste hofdagen ooit wordt met Pinksteren 1184 in Mainz opgezet door keizer Frederik Barbarossa van het Heilig Roomse Rijk. Zijn “festival” is mega in (en voor) alle maten en staten. Er zijn ca. vijftienduizend aanwezigen, meest hoge en lagere edelenridders, uit heel Duitsland, Oostenrijk, maar ook uit Spanje, Frankrijk, de Nederlanden, zelfs uit de Balkan en het overzeese Engeland. Ze vinden allen onderkomen in een speciaal voor de gebeurtenis opgetrokken houten stad (hun “stadion”) aan de Rijn. Daar beleven ze van 20 tot 22 mei - naast het bedrijven van politiek - weergaloze pseudo-gevechten en sensationele steekspelen, overvloedige banketten, onvergetelijke avonden en nachten met muzikanten, zang en dans! De Limburgse minnezanger Hendrik van Veldeke (bij Hasselt, °ca. 1150-†ca.1186) is er ook en dicht erover3: wan diu ze Meginze dä was, sie wir selbe sägen. desn dorfen wir niet frägen, sie was betalle unmäzlich, (…) dä manech tusent marke wert verzeret wart und vergeben. behalve het feest dat te Mainz plaatsvond, en dat we met onze eigen ogen hebben gezien. We hoeven er niet naar te vragen: dat feest ging elke maat te boven, (…) en waar er voor vele duizenden marken verteerd en weggeschonken werd. Hertog Jan I Hier moét ik ook enige regels pennen over de tot heden illustere hertog Jan I van Brabant (1252/1254 – 1294). Hij is in zijn tijd in heel West-Europa niet enkel vermaard als politiek bemiddelaar op het hoogste niveau (tussen de elkaar vijandige koningen van Frankrijk en Engeland), maar ook als vooraanstaand Nederlands-Hoogduits dichter-minnezanger. Van zijn hand is overigens het tot vandaag bekende lied Harba lori fa! 4 Ooit start de BRT radio een folk-programma met die naam. 53 Eins meien morgens fruo, was ich uf gestan In ein schoens boungartegin solde ik spiln gan. Da vant ick drie juncfrouwen stan; [si waren so wolgetan.], Die eine sang für, diu ander sang na: ‘Harba lori fa, harba harba lori fa, harba lori fa’. Op een vroege morgen was ik opgestaan. Ik ging me amuseren in een mooie boomgaard. Daar trof ik drie jonkvrouwen aan: [ze waren zo knap.] De ene zong voor, de ander zong na: ‘Harba lori fa, harba harba lori fa, harba lori fa’. Hertog Jan is anderzijds ook beroemd (of berucht?) om zijn passies: steekspelen en vrouwen (of andersom). Kort na zijn dood schrijft Jan van Thielrode in zijn Latijnse kroniek over de hertog: “Hij josteerde5 even knap in de strijd als met de vrouwen. Zo’n goede strijder was hij dat ik niet kan zeggen met hoeveel vrouwen hij het deed. Vandaar dat hij vele kinderen heeft verwekt6.” Een gelijkaardig oordeel noteert Lodewijk van Velthem7 in z’n kroniek Voortzetting van de Spiegel Historiael (ca. 1316) Die hertoghe oec sonderlingen Dede spele maken harentare Om vrouwen, om joncvrouwen openbare, Want al dat hi conde viseren Daer hi haers willen met conde anteren Ende om sinen wille te vorderne met, Dit dede hi oec al ongelet’ In het bijzonder liet de hertog overal spelen organiseren om vrouwen en jonkvrouwen het hof te maken want al wat hij kon beramen om hun een genoegen te doen en zijn eigen verlangen te bevredigen, voerde hij uit zonder dralen. Deze afbeelding komt uit het Grose Heidelberger Liederhandschrift of de Codex Manesse, samengesteld tussen 1305-1315. Winnaar: her Walther von Klingen (1220-1286)

16 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication